calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Internationale vergelijking omvang R&D-personeel

datapublicatie
19 oktober 2023
R&D wetenschappelijk personeel
In deze datapublicatie tonen we voor een aantal landen het aandeel van het R&D-personeel ten opzichte van de beroepsbevolking. We maken daarbij onderscheid in de categorieën 'onderzoekers' en 'overig R&D-personeel'.

In het kort

  • In 2021 werkten 18 van de 1.000 mensen van de Nederlandse beroepsbevolking in de R&D.
  • Dat zijn er minder dan in België, Ierland en Korea maar meer dan in Noorwegen, Zweden en Duitsland.
  • Sinds 2013 (laatste trendbreuk) stijgt in Nederland het aandeel onderzoekers sterk.

België aan kop

België is de grootste met 23 werkers in de R&D per 1.000 personen beroepsbevolking. Ierland, Zuid-Korea, Denemarken en Finland hebben 20 werkers in de R&D per 1.000 personen beroepsbevolking, Oostenrijk 19 en Nederland 18 . Nederland zit daarmee boven het EU27-gemiddelde van 15. Zuid-Korea heeft de meeste onderzoekers per 1.000 personen beroepsbevolking: 17. In Nederland zijn het er 11 van de 1.000. Dat is boven het EU27-gemiddelde van 9.


Stijging sinds 2013

De achterliggende data tonen sinds 2013 een toename voor het merendeel van de landen in zowel het aandeel R&D-personeel als het aandeel onderzoekers. Landen met een sterke groei van het totale R&D-personeel zijn bijvoorbeeld België, Oostenrijk, Noorwegen en Zuid-Korea. Het aandeel onderzoekers neemt sterk toe in onder meer Zuid-Korea, Italië, Griekenland en België. Het aantal onderzoekers per 1.000 personen lag in Nederland in 2011 nog onder het OESO-gemiddelde. In 2019 ligt het twee procentpunten boven het OESO-gemiddelde (voor latere jaren is geen OESO-gemiddelde beschikbaar).