calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Onze buitenlandse partners (4): TA-SWISS

Artikel
Over Rathenau
18 november 2021

TA-SWISS adviseert het Zwitserse parlement in Bern (foto:Andreas Fischinger)

Image
Bundeshaus Bern

Het Rathenau Instituut is al 35 jaar uniek in Nederland. Wereldwijd bestaan er nog minstens 22 soortgelijke instituten die volksvertegenwoordigers en burgers adviseren over de mogelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen voor de samenleving. In het netwerk van het European Parliamentary Technology Assessment werken ze samen en proberen ze van elkaar te leren. Nu Nederland dit jaar EPTA-voorzitter is, willen we met een aantal van hen nader kennismaken via deze serie. In aflevering vier: Elisabeth Ehrensperger van TA-SWISS uit Bern.

In het kort:

  • TA-SWISS richt zich ook op burgers die in Zwitserland via referenda direct over onderwerpen kunnen meebeslissen.
  • Het instituut publiceert in het Duits, Frans, Engels en Italiaans.
  • Anti-COVID-maatregelen zorgen er ook in Zwitserland voor dat groepen tegenover elkaar komen te staan.

Elisabeth Ehrensperger is sinds 2017 directeur van TA-SWISS, de Zwitserse stichting voor technologieassessment. Ze geeft leiding aan een groep van acht medewerkers, die onder andere het onderzoek coördineren dat extern uitgevoerd wordt door universiteiten en onderzoeksinstellingen.

Wat is nu het grote thema in Zwitserland?

‘Eind deze maand hebben we een referendum over de wet voor de COVID-pas die hier in september is ingevoerd. Wie naar een café, restaurant, bibliotheek, universiteit of museum wil, moet aantonen dat hij gevaccineerd, genezen of recent getest is. Als Zwitsers dit soort overheidsbeslissing willen terugdraaien, kunnen ze daarvoor een referendum aanvragen. Zo’n aanvraag moet dan binnen honderd dagen door 50.000 mensen zijn ondersteund. Voor dit onderwerp waren binnen drie weken al ruim 180.000 ondersteuningen binnen. Veel mensen vinden dat de overheid hen te veel beperkt, dat deze maatregel ongrondwettelijk is. Anderen zijn juist bang voor het virus. Je ziet een tweedeling in de bevolking ontstaan en het vertrouwen in de overheid neemt af. 70% van de Zwitsers blijkt zich daarover grote zorgen te maken.’

En als er geen COVID was geweest?

‘In Zwitserland is er een verbod op genetische manipulatie. In de grondwet ligt vast dat het genetisch aanpassen van mensen niet mag. Daarnaast is er een tijdelijk verbod op het genetisch manipuleren van planten en dieren dat elke vier jaar moet worden verlengd. Dan ontstaat er dus ook weer discussie omdat sommige groepen van dat moratorium af willen. Wij hebben een rapport uitgebracht over de techniek Crispr/Cas9 waarmee genetisch materiaal kan worden aangepast. Daarin zeggen we niet wat het parlement moet doen, maar geven we informatie zodat anderen een politieke beslissing kunnen nemen. Wij zijn politiek onpartijdig.’

Ook onze staf is tweetalig. Dat is soms lastig, maar inhoudelijk zorgt het voor een breder perspectief.

Hoe zijn uw contacten met het parlement?

‘Alle parlementariërs krijgen onze nieuwsbrief en een korte versie van onze rapporten. Omdat ze vaak weinig tijd hebben om rapporten te lezen, maken we sinds een half jaar ook one pagers, over bijvoorbeeld blockchain, kunstmatige intelligentie en nieuwe toepassingen voor DNA-analyses. Maar de beste manier om parlementariërs te bereiken, blijven toch de traditionele media. Met onze persberichten en presentaties lukt het ons redelijk goed om daarin aandacht te krijgen voor onze rapporten. We proberen ook wel andere vormen. Zo hebben we net een project afgerond over de invloed van digitalisering op de democratie. Een van de onderdelen daarvan was een tentoonstelling. Voor de opening daarvan hadden we ook parlementariërs uitgenodigd, maar niet meer dan een handvol is er verschenen. Het leverde wel aandacht op in media die normaal geen aandacht aan ons besteden.’

Uw website is in het Duits, Frans, Engels en Italiaans. Is dat niet lastig?

‘Duits, Frans en Italiaans behoren tot de officiële talen van Zwitserland, net als het Reto-Romaans dat nog door een kleine groep mensen in het zuiden wordt gesproken. Wij hebben als instituut de verplichting om alles uit te brengen in de talen die het meest worden gesproken: Duits en Frans. Dat kost inderdaad veel tijd en geld, maar het is wel belangrijk. Doordat we in Zwitserland veel beslissen via referenda, zijn het niet alleen de politici die de directe beslissingen nemen, maar ook de burgers. Die zijn voor ons ook een belangrijke doelgroep. Ook onze staf is tweetalig, net als de begeleidingscommissies voor de onderzoeken. In die commissies spreekt iedereen zijn moedertaal. Dat is soms lastig, maar het heeft wel een meerwaarde. Inhoudelijk zorgt het vaak voor een breder perspectief. Franstaligen gebruiken vaak andere literatuur, zeker in de biomedische hoek. Ook hebben ze gemiddeld meer vertrouwen in de overheid en in beslissingen die top-down worden genomen.’

Wat kan Nederland van Zwitserland leren?

‘Wij hebben maar een klein bureau waar acht mensen werken. We doen onze studies niet zelf maar schrijven tenders uit waar universiteiten of onderzoeksinstituten dan op reageren. Vaak zijn het consortia die het onderzoek uitvoeren. Het voordeel daarvan is dat zo’n tender er al voor zorgt dat wetenschappers zich bewust worden van een bepaald thema en van de vragen die wij daarin beschrijven. Maar het heeft natuurlijk ook voordelen als je zelf je onderzoek doet, zoals het Rathenau Instituut. Aan het bewustmaken van de bevolking besteden wij minder aandacht. Het kost veel tijd en geld en op bijeenkomsten krijg je vaak de groep die toch al geïnteresseerd was. Wij zetten ze nu alleen nog in om input te krijgen voor projecten.’

Gerelateerde content: