calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Protocol voor de monitoring en evaluatie van de Toegepast Onderzoeksorganisaties in Nederland 2024

Rapport
21 maart 2024
Image
Dit rapport presenteert het geactualiseerde EMTO-protocol, dat de basis vormt voor de evaluatie van de TO2-instellingen in 2024.

Het oorspronkelijke protocol voor de monitoring en evaluatie van de TO2-instellingen in Nederland is in 2015 ontwikkeld door het Rathenau Instituut. Dit gebeurde in overleg met de Directie Innovatie & Kennis van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) als penvoerend departement voor de TO2-instellingen, de TO2-instellingen en de ministeries met een regievoerende rol ten aanzien van de TO2-instellingen.

Downloads

Downloads

Samenvatting

Dit rapport presenteert het protocol voor de monitoring en evaluatie van de vijf TO2-instellingen in Nederland. Het protocol is in 2015 ontwikkeld door het Rathenau Instituut. Dit gebeurde in overleg met de Directie Innovatie & Kennis van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) als penvoerend departement voor de TO2-instellingen, de TO2-instellingen en de ministeries met een regievoerende rol ten aanzien van de TO2-instellingen. De instituten zijn in 2017 voor het eerst volgens het EMTO-protocol geëvalueerd. De commissie die deze evaluatie uitvoerde stond onder voorzitterschap van Anton Schaaf. De tweede evaluatie was in 2020. In aanloop naar die evaluatie heeft de Directie Innovatie & Kennis in 2019 in overleg met betrokkenen, waaronder de TO2-instellingen en het Rathenau Instituut, enkele aanpassingen doorgevoerd in het protocol. Voor de evaluatie die gepland staat voor 2024 zijn vervolgens enkele aanpassingen in het protocol gemaakt, opnieuw in overleg met de genoemde betrokkenen. Dit rapport presenteert het geactualiseerde EMTO-protocol, dat de basis vormt voor de evaluatie van de TO2-instellingen in 2024.

Het oorspronkelijke protocol is een uitvloeisel van de “Visie op het toegepaste onderzoek” van de toenmalig minister van Economische Zaken in 2013. Daarin kondigde het kabinet aan dat de Nederlandse TO2-instellingen eens per vier jaar zullen worden geëvalueerd op een vergelijkbare en eenduidige wijze. Het beleidsdoel is om beter inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit en gerealiseerde impact van de TO2-instellingen om daarmee de aansturing van deze instellingen te verbeteren. Voor het ministerie van EZK is het belangrijk dat de evaluatie zichtbaar maakt in hoeverre de vijf TO2-instellingen hun taken vervullen binnen de gestelde randvoorwaarden en legitimering van overheidsingrijpen.

Er is geen directe relatie tussen de uitkomsten van de vierjaarlijkse evaluatie volgens het protocol en de toekenning van publieke financiering aan de TO2-instellingen. Het is ook niet de bedoeling om een rangorde aan te brengen in de prestaties van deze organisaties. Daarvoor zijn de vijf TO2-instellingen onderling te verschillend in takenpakket, schaal, scope en werkveld.

Het protocol dient niet alleen om de beleidsvorming ten aanzien van de TO2-instellingen van relevante informatie te voorzien. Het biedt ook de TO2-instellingen zelf een manier om zich te verantwoorden voor de besteding van publieke middelen en om zelf te leren van de beoordeling door een onafhankelijke evaluatiecommissie.

Een breder doel van het protocol is om meer inzicht te geven in de betekenis en het belang van de TO2-instellingen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Nederland, voor het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen en voor het concurrentievermogen van het bedrijfsleven.

Het protocol is onderdeel van een evaluatiecyclus die aansluit bij de cycli voor het kennis- en innovatieconvenant en de strategische plannen van de TO2-instellingen.