Gezond verstand
Publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg
Downloads
-
BAP-Publieke kennisorgnisaties.pdf
bestand type pdf - bestand formaat 93.91 kB
Download bericht aan parlement m.b.t.Gezond verstand

De wetenschappelijke onderbouwing van hoe gemeenten zorg en hulp bieden aan hun inwoners staat onder druk. De kennis over gezondheidszorgvraagstukken dreigt versnipperd te raken, nu de gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor onder meer jeugdhulp en ondersteuning en begeleiding van hulpbehoevenden. Dit concludeert het Rathenau Instituut in het rapport ‘Gezond Verstand’.
Landelijke kennisinstituten op dit gebied, als het RIVM en het Trimbos Instituut, hebben niet langer een landelijk overzicht, nu elke gemeente een eigen beleid kan voeren. Voorheen werd beleid meer centraal gemaakt en werd de effectiviteit van een bepaalde aanpak getoetst door kennisinstituten.
Auteurs
De gezondheidssector heeft een lange historie als het gaat om de wetenschappelijke onderbouwing van beleid en praktijk. Kennis voor onderbouwd overheidsbeleid wordt in Nederland van oudsher geleverd door publieke kennisorganisaties als het RIVM, het NIVEL, het Trimbos-instituut en Vilans. Zij systematiseren, valideren en verspreiden expertise en ontwikkelen ook nieuwe kennis. Dit onderzoek van het Rathenau Instituut laat zien dat door de recente veranderingen deze taken onder druk komen te staan.
Kennisvragen ontstaan door de decentralisatie op lokaal niveau. Het gevaar bestaat dat onderzoek dubbel gedaan wordt door verschillende gemeenten, dat men resultaten onvoldoende deelt of dat kennis verloren gaat. Daarnaast sluit de geleverde kennis van de landelijke kennisorganisaties vaak nog onvoldoende aan op lokale behoeften. Versnippering van kennis dreigt, waardoor de wetenschappelijke onderbouwing van beleid en praktijk in het gedrang komt. Het Rathenau Instituut signaleert dit op basis van interviews en deskresearch en in gesprekken met deze vier instituten.
Fundament voor beleid
Het rapport stelt dat we het belang van de publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg beter moeten onderkennen. Hun jarenlange onderzoek en opgebouwde expertise vormen een belangrijk fundament voor adequaat overheidsbeleid. Bewustwording van de knelpunten biedt ook perspectief. Het rapport bevat onder meer aanbevelingen hoe de kennis die nodig is voor onze volksgezondheid op nationaal en lokaal niveau geproduceerd en beschikbaar kan worden gesteld.
Bij voorkeur citeren als:
Faasse, P. en L. Koens, Gezond verstand - Publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg. Den Haag, Rathenau Instituut, 2017
Op basis van de observaties over de gevolgen van de decentralisaties en de veranderende kennisbehoefte bij professionals voor de publieke kennisorganisaties, concluderen de onderzoekers:
- Positie en rol van publieke kennisorganisaties worden onduidelijk.
- Hierdoor staat de publieke kennisopbouw op het gebied van de volksgezondheid onder druk.
Het ministerie van VWS is verantwoordelijk voor de volksgezondheid en de daarvoor noodzakelijke kennisbasis. Om de publieke kennisopbouw te veilig te stellen doen de onderzoekers drie aanbevelingen aan VWS:
- Stel doelen m.b.t. de opbouw van een gedeelde kennisbasis op het gebied van gezondheid.
- Hou rekening met publieke kennisorganisaties bij maatregelen om tot een gedeelde kennisbasis te komen.
- Monitor en evalueer de gedeelde kennisbasis op systeemniveau.
Veelgestelde vragen
Wat betekenen de decentralisaties voor de volgende publieke kennisorganisaties binnen de gezondheidszorg: het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de Gezondheidszorg), het Trimbos-instituut (het nationaal expertisecentrum voor geestelijke gezondheidszorg en verslaving) en Vilans (het landelijke expertisecentrum voor de langdurige zorg).
Voorheen werd beleid meer centraal gemaakt en werd de effectiviteit van een bepaalde aanpak getoetst door kennisinstituten. Nu maakt elke gemeente haar eigen beleid, bijvoorbeeld gebaseerd op de bevolkingssamenstelling van de gemeente: de ene stopt meer energie in armoedebestrijding, in een andere gemeente speelt vergrijzing een grotere rol. Het risico neemt toe dat meerdere gemeenten vergelijkbare onderzoeken doen en dat de uitkomsten van onderzoek niet met elkaar worden gedeeld. Daardoor zou het kunnen voorkomen dat in een gemeente al duidelijk is geworden dat een bepaalde aanpak niet effectief is, maar een andere gemeente daar mee doorgaat omdat die geen weet heeft van die conclusie.
Het aanbod van de vier onderzochte grotendeels door de overheid betaalde landelijke onderzoeksinstituten sluit niet aan op de vragen van de gemeenten. Het is ook niet duidelijk of de gemeenten zelf zouden moeten betalen als zij onderzoek zouden willen naar een bepaalde aanpak. Verder proberen gemeenten door middel van een allesomvattende aanpak problemen aan te pakken, terwijl de instituten thematisch gespecialiseerd zijn.
Het ministerie van Volksgezondheid zou meer het voortouw moeten nemen als het gaat om het tot stand laten komen en onderhouden van een goed functionerende, gedeelde kennisbasis van het gemeentelijke zorgbeleid. Op dit moment is niet duidelijk wie daarvoor verantwoordelijk is.
Het Rathenau Instituut. De afgelopen jaren heeft het Rathenau Instituut veel aandacht besteed aan de bijzondere rol van publieke kennisorganisaties bij beleidsvorming en publieke dialoog. In dit onderzoek ‘Gezond Verstand’ gebeurt dat opnieuw. Het rapport stelt dat we het belang van de publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg beter moeten onderkennen. Hun jarenlange onderzoek en opgebouwde expertise vormen een belangrijk fundament voor adequaat overheidsbeleid.