De gezondheidssector heeft een lange historie als het gaat om de wetenschappelijke onderbouwing van beleid en praktijk. Kennis voor onderbouwd overheidsbeleid wordt in Nederland van oudsher geleverd door publieke kennisorganisaties als het RIVM, het NIVEL, het Trimbos-instituut en Vilans. Zij systematiseren, valideren en verspreiden expertise en ontwikkelen ook nieuwe kennis. Dit onderzoek van het Rathenau Instituut laat zien dat door de recente veranderingen deze taken onder druk komen te staan.
Kennisvragen ontstaan door de decentralisatie op lokaal niveau. Het gevaar bestaat dat onderzoek dubbel gedaan wordt door verschillende gemeenten, dat men resultaten onvoldoende deelt of dat kennis verloren gaat. Daarnaast sluit de geleverde kennis van de landelijke kennisorganisaties vaak nog onvoldoende aan op lokale behoeften. Versnippering van kennis dreigt, waardoor de wetenschappelijke onderbouwing van beleid en praktijk in het gedrang komt. Het Rathenau Instituut signaleert dit op basis van interviews en deskresearch en in gesprekken met deze vier instituten.
Het rapport stelt dat we het belang van de publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg beter moeten onderkennen. Hun jarenlange onderzoek en opgebouwde expertise vormen een belangrijk fundament voor adequaat overheidsbeleid. Bewustwording van de knelpunten biedt ook perspectief. Het rapport bevat onder meer aanbevelingen hoe de kennis die nodig is voor onze volksgezondheid op nationaal en lokaal niveau geproduceerd en beschikbaar kan worden gesteld.
Bij voorkeur citeren als:
Faasse, P. en L. Koens, Gezond verstand - Publieke kennisorganisaties in de gezondheidszorg. Den Haag, Rathenau Instituut, 2017
Op basis van de observaties over de gevolgen van de decentralisaties en de veranderende kennisbehoefte bij professionals voor de publieke kennisorganisaties, concluderen de onderzoekers:
Het ministerie van VWS is verantwoordelijk voor de volksgezondheid en de daarvoor noodzakelijke kennisbasis. Om de publieke kennisopbouw te veilig te stellen doen de onderzoekers drie aanbevelingen aan VWS: