calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Onze buitenlandse partners: TAB

Artikel
Over Rathenau
30 juni 2021

De Duitse partner van het Rathenau Instituut adviseert de Bondsdag (foto: Fionn Große - Unsplash)

Image
Het Rijksdaggebouw waar de Bondsdag gevestigd is

Het Rathenau Instituut is al 35 jaar uniek in Nederland. Wereldwijd bestaan er nog minstens 22 andere instituten die volksvertegenwoordigers en burgers adviseren over de mogelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen voor de samenleving. In het European Parliamentary Technology Assessment-netwerk werken ze samen en proberen ze van elkaar te leren. Nu Nederland een jaarlang EPTA-voorzitter is, willen we met een aantal van hen nader kennismaken via deze serie. In deze aflevering: Reinhard Grünwald van het Büro für Technikfolgen-Abschätzung beim Deutschen Bundestag.

In het kort:

  • Reinhard Grünwald werkt sinds 2000 voor het TAB.
  • Volgens hem miste Duitsland de digitale revolutie in het onderwijs.
  • Het TAB presenteerde onlangs een rapport over autonome wapensystemen.

De zon schijnt als we Reinhard Grünwald, onderzoeker bij het Büro für Technikfolgen-Abschätzung Beim Deutschen Bundestag (TAB), spreken in een klein park naast de rivier de Spree. We zitten op een bankje tussen de Hackescher Markt en het Pergamonmuseum, keurig op 1,5 meter afstand van elkaar. Op de achtergrond luisteren mensen naar harde muziek. Het is een typische dag in Berlijn in de eerste helft van 2021.

Over welke wetenschappelijke  en technologische kwesties maakt het TAB zich het meest zorgen in 2021?
'Er zijn op dit moment weinig andere dingen waaraan we zoveel denken als aan COVID-19. En ik verwacht dat dit nog wel een tijdje zo zal blijven. Maar bij het TAB hebben we besloten om ons te blijven richten op de onderwerpen die we aanvankelijk wilden behandelen, en niet alles opzij te zetten voor COVID-19, zoals sommige andere EPTA-instituten. Het TAB is niet gemaakt voor projecten om ergens snel op te kunnen reageren. Vaak hebben wij thema’s voor de lange termijn, en zelfs als we ons uiterste best doen, duurt een project op zijn kortst een half jaar. Om op COVID-19 te kunnen reageren, heb je snelle antwoorden en een grote diversiteit aan expertise nodig. Bovendien zijn er al veel instellingen in Duitsland die zich specifiek met COVID-19 bezighouden. Wij zagen niet hoe wij binnen het stelsel van politiek en adviesraden nog iets konden toevoegen aan de discussie hierover.'

Wat denkt u dat Nederland en Duitsland van elkaar kunnen leren als het gaat om COVID-19?
'In Duitsland is het innovatiesysteem heel sterk. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het grote succes van BioNTech. Ik zou dus zeggen dat Duitsland vooral uitblinkt in wetenschappelijke kennis en, in combinatie met de grote farmaceutische spelers, een koploper is op het gebied van innovatie.'

‘Wat we van Nederland kunnen leren, is pragmatischer zijn. Ik associeer pragmatiek met Nederland, vandaar deze vergelijking. Als ik bijvoorbeeld naar de Duitse vaccinatiecampagne kijk, dan probeerden we vooral de regels te perfectioneren. We hadden een ethische commissie die deze regels goedkeurde en uitgebreid de tijd nam om ze bij te schaven. Uiteindelijk hadden we de “perfecte regels" , maar daarbij waren we het doel om zo snel mogelijk te vaccineren uit het oog verloren.’

‘Iets anders wat we kunnen leren van Nederland, en van onze Scandinavische buren, is het versnellen van de digitalisering in het onderwijs. We hebben de digitale revolutie in de onderwijssector gemist. Terwijl in Nederland en Denemarken veel kinderen hun eigen laptop van school hadden, bestonden die middelen in Duitsland niet. Iets wat een probleem is, zeker in tijden van COVID-19.’

Welk project was een hoogtepunt in het afgelopen jaar?
'We hebben doorgewerkt aan projecten die op onze to-dolijst stonden, bijvoorbeeld over autonome wapensystemen. Dat zijn gerobotiseerde systemen die zonder menselijke inbreng hun doelwitten kunnen bepalen. Wij hebben hierover een rapport gepubliceerd waarin we ingaan op technologische ontwikkelingen, implicaties voor het veiligheidsbeleid, ethische argumenten, en  mensenrechtenvraagstukken. Ons verslag hebben we zo gepresenteerd aan de Bondsdag dat het grote publiek ook kon meekijken. Het rapport werd zeer goed ontvangen in de pers, met veel interviews en artikelen in populairwetenschappelijke tijdschriften. Een van de partijen in de Bondsdag diende zelfs een motie in over een verbod op deze systemen en citeerde ons rapport. Er was dus een direct zichtbaar effect op de politiek.’

Komen er nog interessante nieuwe projecten aan?
‘Er komt een breed scala aan projecten aan. Een daarvan gaat over waterstofpartnerschappen, als onderdeel van de waterstofstrategie die de Duitse regering onlangs heeft ontwikkeld. We gaan onderzoeken wat de mogelijkheden, kansen en risico's zijn van het opzetten van waterstofinfrastructuren op nationaal en internationaal niveau. We zullen enorme hoeveelheden waterstof nodig hebben. De vraag is dus: waar gaan we dat vandaan gaan halen en hoe gaan we het transporteren?’