De Nederlandse roadmap-ontwikkeling was onderdeel van een Europese trend. De European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI) stelde destijds een lijst op met 35 grootschalige onderzoeksfaciliteiten van pan-Europees belang, waarvoor internationale samenwerking noodzakelijk was. De diverse lidstaten werkten ieder aan een eigen roadmap voor hun nationale onderzoeksfaciliteiten, waarbij ze zo goed mogelijk wilden aansluiten bij Europese initiatieven.
Wat verstaan we precies onder grootschalige onderzoeksfaciliteiten?
Om tot een zinvolle en gedegen inventarisatie te komen, introduceert het rapport Groot in 2008 een definitie van een onderzoeksfaciliteit als ‘complex kapitaalgoed waarin meerdere onderzoeksinstrumenten (zoals apparaten, onderzoekscollecties, experimentele opstellingen en softwaremodellen) gecombineerd zijn in een samenhangend geheel, dat (…) ook geografisch verspreid en virtueel kan zijn’. Een onderzoeksfaciliteit is een instrumenteel onderdeel van het proces van wetenschappelijk onderzoek, waarbinnen kennis vorm krijgt. Het is dus een tool for science.
Bij onderzoeksfaciliteiten moet je tegenwoordig niet alleen denken aan technische hardware, zoals telescopen en laboratoria, maar bijvoorbeeld ook aan dataverzamelingen en andere onderzoekscollecties, virtuele systemen en softwaremodellen.
Het Rathenau Instituut hanteert zeven kenmerken van grootschalige onderzoeksfaciliteiten:
- Hoge initiële investering en eventuele vernieuwings- en vervangingsinvesteringen die het vermogen van een individuele faculteit, instelling of financieringsprogramma te boven gaan;
- Hoge potentiële leer-, netwerk- en clustereffecten;
- Eigen onderzoeksgroep en ondersteunend personeel;
- Institutioneel ingebed, met eigen bestuurlijk model;
- Nationaal of internationaal georiënteerd en gebaseerd op samenwerking;
- Soms uniek in Nederland of zelfs uniek in de wereld;
- Toegankelijk voor gebruikers van buiten, en interessant voor onderzoekers uit andere landen en/of het bedrijfsleven.
Nederland heeft net als andere landen een zeer gevarieerde onderzoeksinfrastructuur, bestaande uit een grote hoeveelheid installaties, instrumenten, laboratoria, onderzoekscollecties en andere faciliteiten. In het rapport werd op basis van een veelheid aan bronnen een eerste landelijke inventarisatie van grootschalige onderzoeksfaciliteiten opgesteld.
Lees het volledige rapport hier:
- Edwin Horlings en Anouschka Versleijen (2008). Groot in 2008: Momentopname van Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten in de Nederlandse Wetenschap. Den Haag, Rathenau Instituut SciSA rapport 0809.