Samenvatting
Voor dit onderzoek hebben we focusgroepen gehouden op vier Nederlandse Universitair Medische Centra (UMC’s) onder drie groepen onderzoekers in verschillende fasen van hun carrière: promovendi, hoogleraren en de groep onderzoekers die daartussenin ligt (gepromoveerde stafleden als UD’s, Postdocs). We hebben twaalf focusgroepsgesprekken gehouden met in totaal 79 medisch onderzoekers. Vervolgens hebben we de gegevens van de focusgroepen geanalyseerd, de resultaten gesynthetiseerd en teruggekoppeld aan de deelnemers van de focusgroep, waarna wij een analyse per functiegroep hebben uitgevoerd.
Alle medisch onderzoekers in de drie onderzochte functiegroepen ervaren dat het publiceren van wetenschappelijke artikelen noodzakelijk is voor hun carrière, en dat dit druk op de werkvloer veroorzaakt. Ze vinden dat die publicatiedruk vaak ten koste gaat van de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek. Van die werkdruk gaan perverse prikkels uit die de wetenschap geen goed doen. De observaties van de verschillende groepen wetenschappers over de mechanismen die daarbij in de medische wetenschap werkzaam zijn, komen grotendeels overeen. Tegelijkertijd zijn er verschillen waargenomen, zowel binnen als tussen de groepen.
Bij voorkeur citeren als:
Tijdink, J., C.A. Maclaine Pont & J.F.M. de Jonge, Publicatiedruk bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. Den Haag, Rathenau Instituut 2015
Conclusie
Het medisch onderzoek in Nederland dreigt vast te lopen. Dat blijkt uit een serie groepsinterviews die het Rathenau Instituut en het VUmc hielden onder medisch onderzoekers in alle fasen van hun carrière. Vooral de ongeschreven regel dat promovendi minimaal vier artikelen moeten publiceren, zorgt voor grote druk bij alle betrokkenen. Er is amper tijd om de opgedane kennis toe te passen in de kliniek.
Het Rathenau Instituut en het VUmc hielden twaalf groepsgesprekken over publicatiedruk met in totaal 78 promovendi, postdocs, docenten en hoogleraren van vier Nederlandse universitair medische centra. Alle ondervraagden verzuchtten dat er naast het opstellen, reviewen en citeren van artikelen steeds minder ruimte is om artikelen te lezen en opgedane kennis in te zetten voor het klinische werk. De druk om te publiceren leidt tot ongewenste neveneffecten. Wetenschappers knippen bevindingen op in meerdere artikelen en hebben nauwelijks tijd om te toetsen of resultaten reproduceerbaar zijn. De kwaliteit van wetenschap is daarmee in het geding.
De ondervraagden voelen zich niet bij machte om iets te veranderen aan het systeem. Maar volgens het Rathenau Instituut ligt de oplossing voor in ieder geval een deel van het probleem wel in handen van de Nederlandse medische wetenschappers. De hoogleraren van de medische faculteiten kunnen bijvoorbeeld de ongeschreven regel van minimaal vier publicaties voor promovendi afschaffen. Dan komt er meer lucht in het systeem en komt de beoordeling van het promotietraject weer bij de promotoren te liggen in plaats van bij de redacties van de medische tijdschriften.