calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Desinformatie: zo werken bots in Nederland

case
24 mei 2018
bots verkiezingen
Image
Bots zijn in het huidige online landschap nog redelijk goed te detecteren. In de toekomst zal dit waarschijnlijk veel moeilijker worden, omdat bots veel beter zullen worden in het nabootsen van menselijk gedrag.

62% van al het online verkeer zou van ‘bots’ komen

Security-experts stellen dat in het algemeen meer dan 10% van de content op sociale media en 62% van al het online verkeer op internet gegenereerd is door ‘bots’. Dat zijn computerprogramma’s die automatisch content aanmaken, delen en in interactie gaan met andere accounts. Recent onderzoek van de Pew Research Center laat zien dat van alle links naar zo’n 2.300 populaire websites die verspreid werden via Twitter – verzonden door Engelstalige gebruikers – 66 % verspreid is door bots. 

Er zijn bots die automatische updates genereren van het laatste nieuws of vragen van nieuwsconsumenten kunnen beantwoorden in real time. Denk aan de CNN breaking news bot (@attention_cnn), die een alert stuurt wanneer er baanbrekend nieuws is, of Powerpost-bot van de Washington Post (@PowerPost), die nieuws brengt over de besluitvormers in Washington.

Negatieve doeleinden

Maar bots kunnen ook voor negatieve doeleinden worden gebruikt. Bots zijn bijvoorbeeld belangrijk in de verspreiding van desinformatie. De bots verhogen kunstmatig het aantal volgers en interacties met berichten en beïnvloeden daarmee de algoritmen die door nieuwsoverzichten en zoekmachines worden gebruikt. In tijden van verkiezingen kunnen bots worden ingezet voor politieke doeleinden:

  • voor massale nep-steunbetuigingen aan politieke opvattingen;
  • voor het bepalen van de agenda van het publiek debat; en
  • voor aanvallen op politieke tegenstanders.

Verder kunnen politieke actoren bots gebruiken om bepaalde communicatie onder burgers te stimuleren en andere het zwijgen op te leggen.

Dezelfde bots worden gebruikt in verschillende campagnes, zoals de pro-Trump- en anti-Macron-campagne

Bots in verkiezingscampagnes

In 2016 en 2017 hebben bots ten tijde van de verkiezingsstrijd in Frankrijk, het VK, de VS en Duitsland een belangrijke rol gespeeld in politieke discussies op internet. Voor de Amerikaanse en Franse presidentsverkiezingen heeft het Oxford Internet Institute vastgesteld dat bots een deel van het verkeer op sociale media bepaalden. In de tweede ronde van de Franse verkiezingen was dit 16,4%. 

Al in 2010 werden bots gedetecteerd die duizenden tweets verspreiden, verwijzend naar websites met nepnieuws. Het Oxford Internet Institute deed ook onderzoek naar bots in de meest recente Duitse verkiezingsstrijd en vond dat in de nieuwsverspreiding de verhouding tussen nieuws van professionele nieuwsorganisaties en politiek nepnieuws 4 op 1 was.  Dit aandeel van professioneel nieuws was hoger dan in de VS en het VK, maar lager dan in Frankrijk.  Tevens is aangetoond dat dezelfde bots worden gebruikt in verschillende campagnes, zoals de pro-Trump- en anti-Macron-campagne. 

Recent Pew-onderzoek laat overigens wel zien dat van alle links naar populaire websites die gedeeld worden via Twitter door Engelstalige gebruikers, door bots het minste links naar websites met politieke content gedeeld worden, maar dat komt nog steeds uit op 57%.

De volgers van Nederlandse politici op sociale media zijn voor een groot deel nep-accounts, die soms plotseling in aantal toenemen

Bots in Nederland

Het is nog onduidelijk in hoeverre bots een rol spelen in het Nederlandse politieke debat. Wel weten we dat de volgers van Nederlandse politici op sociale media voor een groot deel nep-accounts zijn, die soms plotseling in aantal toenemen. In 2015 werd bijvoorbeeld een plotselinge stijging van het aantal volgers van PVV-fractievoorzitter Wilders opgemerkt.  En in een Volkskrant-artikel werd gemeld dat twee derde van de volgers van PvdA-fractievoorzitter Asscher fictief is.  Maar dat blijkt ‘normaal’ te zijn: accounts met zo’n 300.000 volgers of meer hebben vaak veel fictieve volgelingen. Dit komt omdat bots ‘echt’ moeten lijken binnen Twitter en daarom een reeks aan populaire accounts zoals die van politici, volgen.

Overigens is het voor politici ook aantrekkelijk om meer volgers te hebben.

  1. In eerste instantie laat je daarmee zien dat je als politicus populair bent.
  2. Ten tweede is het ook goed voor de online vindbaarheid van deze politici in zoekmachines als Google: hoe meer volgers, hoe hoger hun ranking. 
  3. En hoe meer volgers je hebt als politicus, ook al zijn het bots, hoe sneller en breder je tweets verspreid en geliket kunnen worden.

Een voorbeeld daarvan is een tijdelijke, exponentiële toename van retweets en likes van de berichten van DENK-voorman Kuzu op Twitter tijdens de sociale en politieke onrust in Rotterdam vanwege de ongewenste komst van een Turkse minister.  Waar in de periode voor 10 maart de tweets van Kuzu op gemiddeld 60 tot 80 retweets en likes konden rekenen, werden zijn tweets over de onrust in Rotterdam plotseling duizenden malen geliket en geretweet. 

Wie zit er achter bots?

Dergelijke nepsteunbetuigingen kunnen diverse oorsprongen hebben. Ze kunnen door de betreffende politicus zelf worden gekocht, door medestanders of door anderen. Dit laat zien dat de beïnvloeding van het publiek debat door bots in Nederland niet ondenkbaar is.

Bots zijn in het huidige online landschap nog redelijk goed te detecteren. Dit is mogelijk omdat bots voorspelbare patronen tonen:

  • verschillende accounts worden tegelijk actief en publiceren dezelfde desinformatie op basis van een tijdsschema;
  • de inhoud is repetitief en onzinnig; en
  • deze wordt verspreid op niet-menselijke snelheid.

De toekomst van bots

Technologische bedrijven gebruiken kunstmatige intelligentie en machine learning in hun algoritmes om op basis van deze kenmerken botnetwerken te detecteren. In de toekomst zal dit waarschijnlijk veel moeilijker worden, omdat bots veel beter zullen worden in het nabootsen van menselijk gedrag. Ze zullen zich gemakkelijk kunnen aanpassen aan een nieuwe context, originele content aanbieden, realistischer kunnen acteren met mensen en ook de emotionele respons van mensen beter kunnen voorspellen op basis van de inhoud.

Foto Flickr/Hamza Butt

Lees het complete rapport Digitalisering van het nieuws