calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Digitalisering van het nieuws

Rapport
24 mei 2018
Online nieuwsgedrag, desinformatie en personalisatie in Nederland
media journalistiek
Image
Dit rapport laat zien dat vitale functies van de nieuwsvoorziening voor het Nederlandse publieke en politieke debat onder druk kunnen komen te staan.

Downloads

Downloads

Samenvatting

Online verspreiding van desinformatie

Er bestaan zorgen over de kwaliteit van onze nieuwsvoorziening. Deze zijn aangewakkerd door berichten over de verspreiding van desinformatie uit Rusland om de Amerikaanse presidentsverkiezingen en het Brexit-referendum te beïnvloeden. De vrees bestaat dat kwaadwillenden ook in Nederland proberen invloed uit te oefenen op het publieke en politieke debat door desinformatie te verspreiden. Doordat veel mensen het nieuws online volgen, is zulke ongewenste beïnvloeding tegenwoordig gemakkelijker dan vroeger.

Personalisatie van newsfeeds en zoekopdrachten

Een andere manierom het publieke en politieke debat via de online nieuwsvoorziening te sturen, is het selectief doorgeven van nieuws: het ‘personaliseren’ van newsfeeds en zoekopdrachten. Dat gebeurt niet alleen op initiatief van de nieuwsconsument zelf (die aangeeft over welke thema’s hij of zij geïnformeerd wil worden), maar ook door algoritmes die aan het oog onttrokken zijn. Vooral sociale media en zoekmachines gebruiken zulke algoritmes. Met personalisatie beogen ze mensen langer vast te houden op hun website of app om hun advertenties te kunnen tonen.

Dit alles leidt tot zorgen over twee vitale functies die de nieuwsvoorziening in een democratie heeft: de samenleving van betrouwbare informatie voorzien, en actuele ontwikkelingen duiden en analyseren. In dit rapport inventariseren we wat uit publieke bronnen bekend is over digitale verspreiding van desinformatie en personalisatie van nieuwsstromen in Nederland.

Tot nu toe geen grote impact, wel zorgen over de toekomst

Uit dit onderzoek blijkt dat desinformatie en personalisatie in Nederland vooralsnog geen grote negatieve impact op de samenleving hebben gehad. Dit hangt onder meer samen met drie essentiële punten waarop Nederland verschilt van een land als de Verenigde Staten:

  1. Ook al bereikt het nieuws mensen steeds meer langs digitale kanalen, toch hebben de klassieke media (kranten en omroepen) in Nederland nog steeds een stevige positie in het medialandschap, zowel offline, als ook online.
  2. In Nederland circuleert wel desinformatie op internet, maar over het algemeen is dit clickbait (‘klikaas’), gefabriceerd om mensen naar advertentiesites te lokken. Slechts een beperkt deel daarvan heeft een politiek karakter.
  3. Tot op heden werken Nederlandse mediabedrijven nog nauwelijks met algoritmische personalisatie.

Voorbereiden op de toekomst

De samenleving is tot zover weerbaar gebleken. Maar technologische ontwikkelingen gaan snel en de mediawijsheid blijft achter. Nederland moet zich voorbereiden op de toekomst en investeren in technologisch burgerschap. Lees onder het tabblad 'Aanbevelingen' hoe dat kan. 

 

Bij voorkeur citeren als:
Keulen, I. van, I. Korthagen, P. Diederen en P. van Boheemen (2018). Digitalisering van het nieuws – Online nieuwsgedrag, desinformatie en personalisatie in Nederland. Den Haag: Rathenau Instituut.

Conclusies

De samenleving is tot dusverre weerbaar gebleken

Er zijn weinig Nederlanders die hun nieuws alleen krijgen via sociale media of zoekmachines. De meesten gebruiken deze naast televisie, radio en krant. Ze komen daarom geregeld in aanraking met nieuws uit diverse bronnen. Bovendien lezen Nederlanders online veelal dezelfde nieuwsbronnen, zoals nu.nl en nos.nl. Dat geeft hen een gedeelde blik op de werkelijkheid.

Daar komt bij dat het Nederlandse nieuwsmedialandschap niet zo gepolariseerd is als dat in de Verenigde Staten. De meeste media met een groot bereik zitten in de buurt van het politieke midden. Ook blijkt uit onderzoek dat Nederlanders een ruime mate van diversiteit in berichtgeving ervaren, onder andere doordat ze online ook regelmatig bronnen ‘bij toeval’ tegenkomen die ze anders niet zouden raadplegen (incidental exposure).

Nederlanders hebben veel vertrouwen in het nieuws van omroepen en krantenbedrijven, ook in vergelijking met mensen in andere landen. Ze hebben veel minder vertrouwen in wat hen via sociale media bereikt.

En ook het systeem van online nieuwsvoorziening geeft blijk van een zeker ‘zelfcorrigerend vermogen’. De platformbedrijven achter sociale media en zoekmachines worden aangesproken op hun rol in het verspreiden van gemanipuleerde nieuwsberichten, niet alleen door burgers en politici, maar ook door adverteerders. Dit leidt ertoe dat ze steeds meer beginnen maatregelen te nemen.

Maar technologische ontwikkelingen gaan snel en mediawijsheid blijft achter

Toch kunnen de vitale functies van de nieuwsvoorziening voor het Nederlandse publieke en politieke debat alsnog onder druk komen te staan. Dat komt met name door technologische ontwikkeling op het gebied van manipulatie van audio en video, het ‘levensecht’ maken van automatische computeraccounts (social bots) waardoor deze lastiger te detecteren zijn, en verdere personalisatie van nieuwsstromen. Deze technieken worden niet alleen beter, maar ook goedkoper, waardoor ze binnen bereik komen van mensen met kwade bedoelingen respectievelijk meer bedrijven.

Daar staat tegenover dat onderzoek uitwijst dat Nederlandse nieuwsconsumenten – en dan vooral jongeren – hun vermogen overschatten om de kwaliteit en betrouwbaarheid van online nieuwsberichten goed te beoordelen. Zij missen dus de benodigde mediawijsheid.

Technologisch burgerschap is nodig

Nederland moet zich voorbereiden op de toekomst en investeren in ‘technologisch burgerschap’. Dat houdt in dat Nederlanders meer inzicht verwerven in hoe technologie werkt, dat ze er kritisch over kunnen nadenken en begrijpen wat de betekenis ervan is voor leefwereld en maatschappij. In de context van de online nieuwsvoorziening betekent dit dat ze kritisch kijken naar bronnen en achtergronden van online berichten. Het is van belang dat ze de businessmodellen erachter doorzien.

Dit is niet een individuele opgave voor burgers. Zij kunnen hierin gesteund worden door bedrijven die hun zorgplicht serieus nemen en door de overheid die de juiste randvoorwaarden creëert. Zie het tabblad 'Aanbevelingen' voor de verantwoordelijkheden voor burgers, bedrijven en overheden. 

 

Aanbevelingen

Wat kunnen nieuwsconsumenten doen?

Om de nieuwsconsument zelf in staat te stellen het online nieuws zo goed mogelijk te beoordelen, is meer structurele aandacht voor mediawijsheid gewenst.

Wat nieuwsconsumenten verder zou kunnen helpen, is inzicht in de algoritmes die zorgen voor personalisatie van hun nieuwsaanbod.

Waar het hier om gaat, is het ontwikkelen van ‘technologisch burgerschap’, een vorm van burgerschap waarvoor Rathenau Instituut ook pleit in het rapport Opwaarderen. Een ‘technologisch burger’ is

  • geïnformeerd over de werking van technologie;
  • kan daar kritisch over nadenken; en
  • snapt de betekenis ervan voor zijn leefwereld.

Een ‘technologisch burger’ begrijpt bijvoorbeeld wat zelflerende algoritmes zijn, welke invloed ze uitoefenen en hoe iemand zich daartoe kan verhouden – en eventueel tegen kan verweren.

Wat kunnen bedrijven doen?

Technologisch burgerschap is geen individuele plicht van de burger; hij of zij moet hierin gesteund worden door bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus nemen.

De platformbedrijven achter sociale media en zoekmachines beginnen onder druk van adverteerders, politici en de publieke opinie stappen te nemen tegen desinformatie, bijvoorbeeld door nepaccounts te verwijderen, het verdienmodel achter clickbaitsites te ondergraven, en samen te werken met factcheckers. Klassieke mediabedrijven zoeken een nieuwe rol in het medialandschap, profileren zich meer op betrouwbaarheid en richten zich meer op factchecking en onderzoeksjournalistiek. Maar hier zijn nog slagen te slaan.

Klassieke mediabedrijven moeten als belangrijkste bronnen van nieuwsberichten blijven zorgen voor een nieuwsvoorziening van hoge betrouwbaarheid en kwaliteit, door gangbare journalistieke en redactionele codes in ere te houden. Dat betekent dat ze transparanter moeten zijn over hun kwaliteitsnormen en hoe ze die toepassen.

Platformbedrijven achter sociale media en zoekmachines moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor wat ze aan nieuwsberichten doorgeven, onder andere door te zorgen dat bronnen traceerbaar zijn, adverteerders screenen en desinformatie identificeren. Hiertoe zou het onderschrijven van een gedragscode, zoals recent voorgesteld door de Europese Commissie, een goede eerste stap zijn.

Wat kunnen overheden doen?

De overheid kan burgers en bedrijven langs verschillende lijnen ondersteunen om technologisch burgerschap verder vorm te geven:

  1. Door onder burgers van alle leeftijden de kennis te vergroten over het functioneren en de risico’s van de (digitale) nieuwsvoorziening. Dit kan langs de weg van het onderwijs, via programma’s voor volwassenen die de schoolleeftijd voorbij zijn, en door het entameren van maatschappelijk debat.
  2. Door de ontwikkelingen op het gebied van nieuwsmanipulatie scherp te blijven monitoren. Daarbij hoort het faciliteren van onafhankelijke instellingen die de nieuwsvoorziening monitoren en kwaadwillige (buiten- en binnenlandse) nieuwsmanipulatie kunnen signaleren.
  3. Door de maatschappelijke spelregels voor de nieuwsvoorziening zo vast te stellen dat niet alleen mediabedrijven verantwoordelijkheid dragen voor de inhoud van berichten, maar ook platformbedrijven achter sociale media en zoekmachines. Concreet betekent dit het aanscherpen van de eisen aan platformen (wanneer een gedragscode te weinig vruchten afwerpt).

Door de voorwaarden in stand te houden voor een vitaal en geschakeerd medialandschap. De Nederlandse democratie heeft behoefte aan een divers palet aan onafhankelijke media, die zich houden aan de gebruikelijke professionele standaarden die een garantie vormen voor betrouwbaarheid en kwaliteit.