calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

De zin van promoveren

Rapport
10 april 2018
Loopbanen en arbeidsmarktperspectieven van gepromoveerden
Academische loopbanen Promovendi
Image
De arbeidsmarkt voor gepromoveerden blijkt voor een groot deel buiten de universiteit te liggen. Dat blijkt uit dit rapport, waarvoor de gegevens van 16.000 gepromoveerden zijn onderzocht.

Downloads

Downloads

Samenvatting

De CBS-data over de carrières van gepromoveerden (‘Careers of Doctorate Holders’) zijn een unieke dataset. De data zijn verzameld door het CBS op verzoek van de OESO en zijn onderdeel van een periodiek terugkerende dataverzameling die internationaal vergelijkende inzichten oplevert. In 2014 zijn door het CBS voor het laatst enquêtegegevens verzameld van ruim 16.000 gepromoveerden die in de daaraan voorafgaande 22 jaar zijn gepromoveerd.

Het Rathenau Instituut heeft van het CBS de mogelijkheid gekregen om deze microdata te analyseren. Analyse hiervan zegt veel over de betekenis van de wetenschappelijke promotie in de samenleving. Onze analyses richten zich op Nederland: de arbeidsmarkt voor gepromoveerden, het belang van kennis en vaardigheden opgedaan tijdens de promotie en de waardering die gepromoveerden zelf geven aan hun promotie.

De zin van promoveren

De conclusie is dat gepromoveerd zijn een betekenis heeft zowel binnen de universiteiten maar zeker ook daarbuiten. Dertig procent van de gepromoveerden heeft een baan aan een universiteit of universitair medisch centrum, maar die andere 70% vinden we in de private en publieke sectoren daarbuiten.

Daarmee is de betekenis van de wetenschappelijke promotie veel meer dan de betekenis voor de academie zelf. Van werkloosheid is nauwelijks sprake. En gepromoveerden zetten bovendien zowel hun kennis als hun onderzoekskwaliteiten in bij een baan buiten de universiteit. Het doen van onderzoek is een hoofdbestanddeel van hun latere functies.

Gepromoveerden zijn dan ook in grote mate tevreden met hun eigen situatie en zouden, indien ze voor de keuze zouden staan, opnieuw voor promoveren kiezen.

Zes wetenschapsgebieden

In dit rapport worden gegevens over de gepromoveerden in onze samenleving belicht voor zes afzonderlijke wetenschapsgebieden. Het zijn gebieden met elk een eigen profiel en een eigen omvang. Accenten per wetenschapsgebied zijn er zeker: 

Natuur- Technische en Landbouwwetenschappen

Zo komen wetenschappers uit de Natuur-, Technische en Landbouwwetenschappen iets minder vaak bij de universiteiten terecht en gaat circa twee derde naar het bedrijfsleven. Ze verdienen daar ook duidelijk meer dan hun collega’s op de universiteiten en hebben een grotere baanzekerheid.

Gezondheidswetenschappen

In de Gezondheidswetenschappen is een promotie een als noodzakelijk ervaren stap voor een opleiding tot medisch specialist. Maar medici gebruiken hun onderzoekcompetenties een stuk minder dan gepromoveerden in andere disciplines.

Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

De wetenschappers uit de brede groep Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (inclusief economie en recht) komen voor een kwart in de zakelijke dienstverlening en financiële instellingen terecht en voor driekwart in het onderwijs, openbaar bestuur en de gezondheidszorg. Veertig procent van de gepromoveerden blijft op de universiteit. Ook zij verdienen gemiddeld een goed salaris, dat buiten de universiteit substantieel hoger ligt dan daarbinnen.

Wetenschappen in Taal en Cultuur

De gepromoveerden binnen de Taal en Cultuur vormen een kleine en uitzonderlijke groep. Hun inkomsten zijn het minste van alle wetenschapsgebieden en liggen bijna een derde lager dan gemiddeld en ook nog € 22.000 per jaar lager dan dat van de Gedrags- en Maatschappijwetenschappers en Natuurwetenschappers.

Een relatief groot deel van hen werkt in het onderwijs. Hoewel zij in grote meerderheid tevreden zijn met hun situatie, is die tevredenheid iets minder uitgesproken dan bij de andere wetenschapsgebieden.

Promoveren loont

Op basis van deze bevindingen trekken wij de conclusie dat de betekenis van wetenschappers niet alleen binnen de academische wereld, maar vooral ook buiten de universiteiten moet worden gezocht.

We constateren ook dat promoveren loont voor de gepromoveerden zelf en daarbij ook zijn vruchten afwerpt voor de samenleving. Ondanks de explosieve stijging van de aantallen promoties weten zij goed hun weg te vinden.

Grenzen aan de groei?

Reden om grenzen aan de groei te stellen vinden in deze gegevens geen steun. De gedachte dat een positie buiten de universiteit betekent dat een gepromoveerde met onderzoeksactiviteiten stopt, blijkt volledig ongegrond. Degenen die buiten de universiteit in de private of de publieke sector hun emplooi zoeken, blijken in overgrote mate onderzoek als kerntaak te hebben.

 

Bij voorkeur citeren als:
Koier, E. en J. de Jonge (2018). De zin van promoveren – Loopbanen en arbeidsmarktperspectieven van gepromoveerden. Den Haag: Rathenau Instituut.