Transcript - Techno-stress - Verrekijkers (1)
In deze aflevering:
Djurre: Djurre Das – Onderzoeker bij het Rathenau Instituut en host van de aflevering
Timo : Timo Nieuwenhuis – Onderzoeker bij het Rathenau Instituut en co-host van de aflevering
Liza: Liza ten Dam – Onderzoeker bij TNO
Djurre: Ik las onlangs een interessant bericht op Nu.nl. Het ging over het feit dat mensen stress krijgen van WhatsApp. Van de pushmeldingen die je afleiden, van het gevoel dat je verplicht bent om snel te antwoorden, van de eindeloze stroom aan berichten. WhatsApp is natuurlijk slechts een voorbeeld van een bredere trend, want zowel op het werk als privé gebruiken we tegenwoordig allerlei technologische hulpmiddelen.
En die zijn natuurlijk heel handig en prettig, maar vaak hebben ze ook een schaduwkant. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat je overbelast raakt, of zorgen voor concentratieproblemen, of zelfs verslaving.
De negatieve psychologische gevolgen van technologie worden ook wel technostress genoemd. En techno stress is het onderwerp van onze podcast van vandaag.
[Introtune]
Welkom bij Verrekijkers, een podcast van het Rathenau Instituut waarin we inzoomen op de maatschappelijke kanten van wetenschap en technologie. Iedere aflevering bespreken we een onderwerp waarover je nog veel te weinig hoort.
[Einde intro]
Ik ben Djurre, onderzoeker bij het Rathenau Instituut. Naast mij zit collega-onderzoeker Timo. Dag Timo.
Timo: Hoi Djurre.
Djurre: Krijg jij ook weleens stress van technologie?
Timo: Zeker. Op werk ervaar ik stress door technologie omdat ik dan via andere platformen berichtjes krijg. Bijvoorbeeld mail, Microsoft Teams, Signal, maar ook WhatsApp. En dat haalt me dan uit mijn concentratie, want dan ben ik bijvoorbeeld aan het schrijven of aan het lezen.
Dan krijg ik elke keer van die roodgekleurde pushmeldingen. En dan denk ik :shit, ik was net bezig. Dan heb ik het idee dat ik daar iets mee moet. En dat als ik het niet beantwoord, ik iets mis. Maar ik wil ook gewoon verder in mijn focus.
Djurre: Ja, herkenbaar, leidt enorm af. En privé heb je daar dan ook last van?
Timo: Zeker, dat komt er ook nog bij, want dan heb ik ook nog op mijn privé WhatsApp allemaal berichtjes van vrienden en familie. En dat vind ik aan de ene kant heel erg leuk en gezellig. Maar ik denk ook van: oh ja, shit, dat moet ik allemaal beantwoorden. Wanneer heb ik er tijd voor? Denken mensen nu dat ik ze negeer?
Djurre: Ja, lastig. Ja, herkenbaar, ik heb dit ook en werk en privé lopen dan ook vaak een beetje door elkaar heen. Dat maakt het ook niet makkelijker.
Timo: Nee.
Djurre: Ik denk dat als we technologie gebruiken, zowel op werk als privé, dan gaan we in feite een relatie aan met die technologie, zowel fysiek als psychologisch. Vanaf de industriële revolutie wordt er al nagedacht over de impact, de fysieke impact van technologie op het werk. Terwijl in het digitale tijdperk waarin wij leven en werken gaat het veel meer om sociale en psychologische impact. Dus daarom is het ook belangrijk dat we daar aandacht voor hebben.
Vandaag focussen we ons op technostress op het werk. Wij doen ons werk, jij en ik, in een kantooromgeving als onderzoekers. En we hebben dus vooral te maken met ICT-informatie en communicatietechnologie. Maar ja, de manier waarop wij met technologie te maken hebben, is natuurlijk heel anders dan mensen in andere beroepen. Ik moet bijvoorbeeld denken aan, ik ben ooit voor onderzoek een dag mee geweest met een vrachtwagenchauffeur. En die jongen die werd met een GPS-tracker eigenlijk gevolgd.
Dus zijn manager kon precies zien wanneer de wagen stil stond, waar die zich bevond, hoe lang die stil stond, allemaal dat soort dingen. Dus die bestaande hiërarchie in het bedrijf waar hij werkte, die werd eigenlijk daardoor versterkt. En dat is een heel ander type effect dan de afleidingen waar jij en ik mee te maken hebben in ons werk.
Goed, verschillende type werknemers kunnen technostress ervaren. Jij en ik, maar ook een vrachtwagenchauffeur, een flitsbezorger of een programmeur. Maar wat is dat dan precies, technostress? Onze gast van vandaag is Liza van Dam. En zij heeft hier onderzoek naar gedaan. Ik ben heel benieuwd wat zij ons hierover kan vertellen.
Welkom Liza.
Liza: Hi.
Djurre: Hey Liza, jij bent onderzoeker bij TNO en doet onderzoek op het gebied van werk, gezondheid en technologie. Waarom ben jij eigenlijk onderzoek gaan doen naar technostress?
Liza: Ja, dat is een hele goede vraag. Ik luisterde net al een beetje naar jullie ervaringen en dat is eigenlijk ook heel herkenbaar voor mij en ook een aantal collega's van mij. Dus een aantal jaren geleden hadden we het daar zo over dat we allemaal toch best wel wat stress daarvan ervaarden. Dus toen zijn we eens gaan zoeken van: is dat iets waar onderzoek naar wordt gedaan? Hebben meer mensen hier last van? En zo kwamen we eigenlijk op het onderwerp technostress. Toen zijn we daar wat meer mee gaan doen en ook zelf onderzoek gaan doen, wat het precies is.
Djurre: En zou je kunnen uitleggen wat jullie precies verstaan onder technostress? Hoe definieer je dat eigenlijk?
Liza: Wij gebruiken zelf eigenlijk een beetje een vrije vertaling van een veelgebruikte definitie in het onderzoek. En voor ons is dat eigenlijk dat technostress alle stress is die een individu ervaart als direct of als indirect gevolg van het gebruik van technologie. En in die definitie is technologie heel breed gedefinieerd. Dus je zei het al, het is niet alleen ICT. Het is eigenlijk alle soorten technologie die gebruikt worden. En wij focussen ons dan vooral op de werkomgeving, want daar gaat onze afdeling of ons onderzoek eigenlijk vooral over.
Timo: En wat is dan het verschil tussen direct en indirect gevolg?
Liza: Hoe wij het zien, is dat het directe gevolg is als je technologie niet werkt. Dus bijvoorbeeld je wifi valt uit en je krijgt er stress van of je laptop loopt vast. En het indirecte gevolg zien wij als dat het gebruik van technologie een deel van je werk of een aspect van je werk beïnvloedt wat vervolgens voor stress zorgt. En wij gebruiken daar ons werkdrukmodel voor, waarin verschillende aspecten van het werk, die noemen we dan taakeisen -eisen die het werk aan je stelt - dat die beïnvloed worden door technologie.
Dus bijvoorbeeld door technologie moet je ineens sneller gaan werken, of je moet meer werk doen, of je werk wordt moeilijker. En die aspecten kunnen ervoor zorgen dat je werkstress gaat ervaren op termijn.
Djurre: Ja, en is zo'n indirect gevolg dan bijvoorbeeld ook dat ik met een bepaalde technologie moet gaan werken die ik niet ken of die ik niet snap, die nieuw is voor mij en dat mijn werk dan complexer wordt?
Liza: Ja, dus complexiteit of moeilijkheid van het werk is ook één van die aspecten.
Djurre: Ja, want zo begrepen wij in het vooronderzoek dat we hebben gedaan op dit onderwerp, dat je techno-invasie hebt, dus dat je overal technologie hebt. Je hebt overbelasting, technocomplexiteit, onveiligheid, onzekerheid. Er zijn heel veel vormen eigenlijk van technostress.
Liza: Ja, klopt. In sommige onderzoeken worden die ook echt zo gespecificeerd. Wij hebben het meer over technostress als algemeen. En eigenlijk vinden we de term technostress nog best lastig, omdat wij technologie als de veroorzaker van de stress zien en niet als dat dit een nieuwe vorm van stress is of iets. Dus eigenlijk technologie gerelateerde stress, zouden wij het eerder noemen, maar technostress.
Djurre: Dat is bij jullie de titel. Ja. En is het nou nieuw technostress of bestaat het al langer?
Liza: De eerste definities van technostress komen van heel lang geleden. Dus dat laat zien dat ze zelfs toen al met technologie, en dat zal een hele andere vorm zijn dan hoe we technologie nu zien, dat dat toen al veel invloed had.
Djurre: En toen is? Industriële revolutie of zo?
Liza: Precies, precies. Ja, dus dat ze de hele andere vormen van technologie zijn geweest. Maar ook toen hadden mensen waarschijnlijk al wel door dat dat stress veroorzaakt.
Djurre: Hé, en wij zitten hier natuurlijk als mensen die veel met de laptop werken, veel achter de computer, achter het bureau. Kantoorwerkers eigenlijk. Maar ja, dat is maar een bepaald type technostress waar wij mee te maken hebben. Kun je misschien iets vertellen over verschillen tussen beroepsgroepen?
Liza: Ja, nou ja, we hebben het in heel veel onderzoeken, wat ik al zei, wordt er veel stilgestaan bij ICT, vooral als technologie, dat de invloed van ICT. En dat past heel erg bij die kantoorbaan, inderdaad, en onderzoekswereld waar wij in zitten. Maar ja, andere vormen van technologie die in andere beroepen worden gebruikt, kunnen natuurlijk ook stress opleveren. Het inzetten van een robot in een fabriekshal heeft natuurlijk ook invloed op de kwaliteit van werk en op de werknemers. En wij hebben samen natuurlijk ook onderzoek gedaan naar invloed van algoritmes op het werk.
Djurre: Samen bedoel je: jij en ik.
Liza: Wij hebben inderdaad met Rathenau en TNO een rapport uitgebracht over algoritmisch management. En daar zagen we ook dat dat invloed heeft op de mentale belasting van werkenden. Dus zo zie je dat verschillende vormen van technologie verschillende invloeden kunnen hebben. Wij doen ook een grootschalig enquêteonderzoek in Nederland. Dat is de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, of de NEA in het kort. Dat doen wij samen met CBS en met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dat is een enorm grootschalig jaarlijks onderzoek. En daarin zien we dat ook heel veel mensen aangeven dat zij buiten werktijd nog bereikbaar zijn voor klanten en collega's.
Djurre: Oké. En nog heel even een stapje terug, want die NEA, zoals je dat dan noemt, dat is een groot databestand, hoeveel werknemers zitten erin?
Liza: Ja, daar doen bijna 60.000 werknemers per jaar aan mee. En daarmee, ja, heel ingewikkeld, maar het wordt op zo'n manier gewogen dat we er ook echt iets mee kunnen zeggen over alle werknemers in Nederland.
Djurre: Precies, precies.
Timo: Er zijn allemaal verschillende type banen ook.
Liza: Ja, ja, iedereen die werkt in Nederland als werknemer, die kan daarin opgenomen worden.
Djurre: Kunnen jullie daaruit ook informatie halen over technostress?
Liza: Zeker, of nou ja technostress niet, we vragen dat niet zozeer uit, maar we kijken wel naar de invloed van technologie op dus allerlei aspecten van het werk. En we zien daarin dat ruim driekwart van alle technologie-gebruikers in het NEA-onderzoek aangeven dat nieuwe technologieën hun werk hebben beïnvloed op de een of andere manier. Dus we zien bijvoorbeeld dat bijna de helft van die mensen, die werknemers, die geeft aan dat zij tegenwoordig meer informatie kunnen verwerken door nieuwe technologieën, door nieuwe technologische ontwikkelingen. En we zien ook dat bijna vier op de tien werknemers aangeeft dat zij meer werk kunnen doen in dezelfde tijd.
Djurre: Oké, maar dat is eigenlijk heel positief.
Liza: Dat kan heel positief zijn, zeker. Tegelijkertijd kan het ook betekenen dat je dus heel veel meer werk in dezelfde tijd moet gaan doen. En dat is wel heel interessant, want dat is sowieso iets met deze hele discussie, dat het positief en negatief kan zijn. Technologie kan bijvoorbeeld je werk moeilijker maken of makkelijker, maar dat hoeft niet per definitie positief of negatief te zijn.
Djurre: Maar wat bepaalt dat dan?
Liza: Ja, dat is heel individueel. Ik denk dat het vooral in het uiterste zit waar het fout gaat. Dus als je werk te moeilijk wordt of te makkelijk, dat zorgt ervoor dat het stressvol kan worden. Maar je werk is helemaal niet erg als het een beetje moeilijk is, als het gewoon uitdagend is bijvoorbeeld. Ik bedoel, ons werk is soms ook best moeilijk, maar dat hoeft niet per se te betekenen dat het stressvol is.
Timo: Nee, het creëert misschien ook een verwachting dat je er steeds meer werk moet verrichten.
Liza: Nou ja, als dat het geval is, dan zou het inderdaad stress kunnen opleveren. Maar als het jezelf helpt dat je meer werk in dezelfde tijd kan doen, dan hoeft het niet slecht te zijn. Dus dat, het is heel interessant. Je ziet dat dat gewoon heel individueel is, of het uiteindelijk tot stress gaat leiden of niet.
Timo: Waar ik ook aan moet denken, we hadden het eerder over de industriële revolutie. Maar sinds we eigenlijk laptops krijgen van onze werkgever en een werktelefoon, kan je werk ook mee naar huis nemen. Dat kon hiervoor natuurlijk ook niet. Bij bepaalde beroepen wel, maar bij heel veel ook niet, bij kantoorbanen. Dus dat is ook gewoon een bepaalde norm. Wat ook wel laat zien dat er dan, dat het niet helemaal neutraal is als je bepaalde technologie mee krijgt. Dat creëert ook bepaalde normering of verwachtingen misschien, op basis van wat de technologie mogelijk maakt en wat het bijvoorbeeld niet mogelijk maakt.
Liza: Ja. Ja, en wat daar weer heel interessant aan is, ik heb eerder al die eisen van het werk genoemd, de eisen die het werk aan je kan stellen. Daar tegenover staan vaak regelmogelijkheden in de theorie als het gaat om werkstress. Dus het werk stelt eisen aan je, maar je hebt ook bepaalde regelmogelijkheden. En zolang die in balans zijn met elkaar-
Djurre: Een soort weegschaal eigenlijk.
Liza: Een soort weegschaal inderdaad. Zolang die in balans zijn gaat alles goed, als dat niet meer in balans is, dan zal je uiteindelijk stress ervaren of misschien wel verzuimen of uitvallen. Zolang jij dus genoeg regelmogelijkheden hebt om met die eisen om te gaan gaat het goed en technologie kan ook die regelmogelijkheden beïnvloeden.
Dus wat jij net aangeeft als je je technologie mee naar huis kan nemen en thuis kan werken, dat kan inderdaad er voor zorgen dat je je werk mee naar huis neemt letterlijk, maar het kan er ook voor zorgen dat jij ineens je werk beter kan indelen, omdat je vanuit huis ook werk kan doen. Dus dat je daardoor juist meer je werk, meer autonomie hebt eigenlijk in je werk om je werk op zo'n manier te doen dat het jou ook uitkomt. Dus dan zou het ook weer positief kunnen werken.
Djurre: Hey jongens, het is tijd voor de rubriek Scherpstellen. Liza, iedere aflevering leggen we onze gast een scherpe stelling voor. Vandaag luidt hij als volgt: Technostress hoort er inmiddels bij. Daar moet iedere werknemer zelf mee leren omgaan. Wat vind je daarvan?
Liza: Wat vind ik daarvan? Ja, het is een scherpe stelling.
Djurre: Ja, precies.
Liza: Ja, wat ik daar lastig aan vind, is dat je de verantwoordelijkheid helemaal bij ons als eindgebruiker neerlegt. Terwijl ik wel denk dat dit iets is wat we niet alleen zelf, maar ook vooral met elkaar moeten gaan oplossen.
Djurre: Collectief.
Liza: Collectief. Ja.
Timo: Wie is het met elkaar dan? Welke partijen zijn dat?
Liza: Nou ja, dat kan je zelf zijn met de mensen om je heen, met je familie en vrienden, maar dat kan ook je werkgever zijn. Dat kan ook de overheid zijn eigenlijk, maar dat niet iedereen dit zelf in z'n eentje moet gaan oplossen.
Djurre: Dus ook de werkgever?
Liza: Ja, en het liefst met je werknemers samen. Dus precies, niet iets opleggen, maar van tevoren gaan kijken hoe gaat dit het werk van deze individu veranderen? En wat zijn bijvoorbeeld, wat je zegt, keuzes die we daarin moeten maken om het effect eigenlijk zo klein mogelijk te houden op de mentale belasting.
Djurre: Ik herken helemaal wat je zegt, want ik zie in mijn onderzoek ook dat er te vaak naar technologie wordt gegrepen als de oplossing, zonder eigenlijk een goede analyse te maken van potentiële neveneffecten van andere dingen die die technologie ook teweeg kan brengen.
Liza: Ja.
Djurre: En daarvan zeg je dus eigenlijk samen in kaart brengen wat dat is-
Liza: Ja.
Djurre: En dan afspraken maken.
Liza: Ja, precies. En afspraken maken kan best wel lastig zijn. We hebben dat bijvoorbeeld gezien in onderzoek rondom hybride werken dat individuele voorkeuren en belangen niet altijd hetzelfde zijn als die van het team of van de organisatie als geheel. Dus ik zeg ook niet dat het heel makkelijk gaat zijn, zoiets. Maar vooral die communicatie en die afspraken maken is wel heel belangrijk om uiteindelijk ervoor te zorgen dat je een fijne werkomgeving hebt en dat iedereen ook gewoon goed werk houdt.
Djurre: Ja, precies. We gaan afronden. Dank Liza voor het gesprek.
Liza: Graag gedaan.
[Tune]
Djurre: Nou Timo, ik denk dat we mogen concluderen dat het belangrijk is dat er meer aandacht komt voor de psychologische gevolgen van technologie op de werkvloer.
Timo: Ja.
Djurre: Dat is alleen geen makkelijke opgave. Je kunt als individu andere keuzes maken. Zo hebben we gehoord, offline tijd in je werk inbouwen, bepaalde instellingen aan- of uitzetten. Maar tegelijkertijd is het ook een collectief probleem. We mogen ook niet verwachten dat een individu in staat is om dit helemaal alleen voor zichzelf op te lossen. En dus is het belangrijk dat we denk ik met elkaar het gesprek hebben over hoe we kunnen toewerken naar een gezonde omgang met technologie op de werkvloer. En verschillende partijen kunnen daarbij een rol spelen.
Timo: Ja, dat denk ik ook. Ik denk dat de verantwoordelijkheid niet alleen ligt bij werknemers, maar ook bij werkgevers, BigTech-bedrijven en bij de overheid.
Djurre: Ja. En wat denk je dat werkgevers kunnen doen?
Timo: Nou, zij kunnen bijvoorbeeld bewust technologie inkopen die voldoet aan de behoeftes van werknemers. Moeten ze dat wel even checken.
Djurre: We moeten wel eerst het gesprek voeren over wat die werknemers prettig vinden.
Timo: En dat niet invullen. En ik denk dat ook wel werkgevers werknemers bewust kunnen maken over mogelijke technostress en wat ze daar zelf mee kunnen doen.
Djurre: En wat zou de overheid kunnen doen, denk je?
Timo: Ik denk dat de overheid samen met werkgevers in gesprek moet gaan met ontwikkelaars van technologie, zodat zij samen kunnen bespreken hoe ze technologie zo kunnen ontwerpen dat deze geen technostress veroorzaakt.
Djurre: Ja, ja.
Timo: Oftewel, Techbedrijven hebben ook gewoon verantwoordelijkheid.
Djurre: Zeker, zeker. Daar moeten we ze ook op aanspreken.
Timo: Ja.
Djurre: Ik denk dat het ook nog even belangrijk is dat we stilstaan bij wat we bij het Rathenau Instituut altijd zeggen, dat technologie niet neutraal is. En daarmee bedoelen we dat die technologie ook onbedoelde effecten kan hebben. Dus dat het meer teweeg brengt dan alleen de reden waarvoor je die technologie gebruikt.
Timo: Precies. En ik denk dat het belangrijk is dat het ontwerp van technologie ook wordt gekleurd door economische belangen van bedrijven. Dat betekent ook hoe het gaat werken voor ons als gebruiker.
Djurre: En die kleuren eigenlijk de ontwerpkeuzes die zij maken hé , die economische belangen.
Timo: Ja, want als je bijvoorbeeld kijkt naar sociale media, hebben die vaak een aandachtseconomie-verdienmodel. Wat betekent dat zij eigenlijk proberen constant je aandacht te lokken, want zo verdienen zij geld. Maar ja, je kan je aandacht maar één keer besteden.
Djurre: Ja, aandacht is ook schaars.
Timo: Ja, je kan het niet oneindig besteden, dus dan is dat ook een keuze, die stress geeft.
Djurre: Ik denk dat het ook belangrijk is, met name voor werkgevers, om je ook te realiseren dat er verschillen zijn tussen individuen. Dus of je technostress ervaart, dat hangt af van je omstandigheden, je vaardigheden en wat Liza zo mooi noemt, je regelmogelijkheden. En de één vindt het fijn om 's avonds nog even de laptop open te doen, dat doe ik zelf ook nog weleens en om wat werk af te maken, maar de ander niet. En voor die verschillen moet ook gewoon ruimte blijven.
Maar het onderwerp technostress zou wat mij betreft wel structureel op de kaart moeten staan. Net als bijvoorbeeld het op de juiste hoogte afstellen van bureaus of van je stoel op veel kantoorplekken. Dat wordt eigenlijk standaard aangeboden tegenwoordig.
Nou, luisteraar, wij blijven bij het Rathenau Instituut ook in de komende periode de belangrijkste ontwikkelingen rondom technologie en de arbeidsmarkt volgen. En we hopen dat we met deze podcast een beetje hebben bijgedragen ook aan jouw eigen omgang met technostress.
Wil je meer weten? Ga dan naar onze website rathenau.nl
Daar vind je onder andere het rapport ’Eigen ritme of algoritme’ dat we samen met TNO schreven over het gebruik van technologie voor het aansturen van werknemers.
De volgende keer gaan we het hebben over iets heel anders:
Wetenschappers proberen namelijk eicellen en zaadcellen te maken uit een stukje huid. Dat klinkt als sciencefiction, maar dat is het niet. Wat kan er allemaal met deze technologie en zijn we als samenleving hier voldoende op voorbereid? Ik ben heel benieuwd.
Jij ook? Abonneer je dan op Verrekijkers in je favoriete podcast app.
***