De afgelopen 30 jaar zijn er steeds meer subsidies en prijzen om excellentie in de wetenschap te bevorderen. Inmiddels is excellentie een belangrijke kernwaarde – niemand is tegen excellentie. Tegelijk zien velen de nadruk op excellentie als oorzaak van wat zij afkeuren in de wetenschap:
Deze ontwikkelingen vormen de aanleiding voor dit rapport. Het beschrijft de effecten van een set van beleidsinstrumenten die excellente wetenschap bevorderen, zoals de Vernieuwingsimpuls (met de Veni-, Vidi- en Vici-beurzen) en de ERC Grants van de Europese Onderzoeksraad. Ook reikt het perspectieven aan voor vernieuwing van het beleid.
Uit het rapport blijkt dat het beleid voor excellente wetenschap de afgelopen dertig jaar effectief is geweest. De beurzen en prijzen oefenen met beperkt budget een sterk sturende invloed uit op het wetenschapssysteem en op het functioneren van onderzoeksgroepen. De impact is in lijn met het doel van het excellentiebeleid. Het beleid heeft geleid tot:
Onderzoekers en onderzoeksgroepen blijken met excellentiefinanciering relatief veel vrijheid te verkrijgen om een eigen koers te bepalen en eigen onderzoekslijnen uit te bouwen. En succes leidt tot nieuw succes; dit schept mogelijkheden om nieuwe excellentiefinanciering te verwerven en continuïteit te creëren.
Naast bedoelde effecten, heeft het excellentiebeleid 3 schaduwzijden:
Dit rapport pleit er niet voor om het beleid gericht op excellent onderzoek af te schaffen. We geven 3 opties voor de toekomst:
Alle opties hebben voor- en nadelen. In het tabblad Aanbevelingen lichten we ze toe.
Scholten, W., L. van Drooge en P. Diederen (2018). Excellent is niet gewoon – Dertig jaar focus op excellentie in het Nederlandse wetenschapsbeleid. Den Haag: Rathenau Instituut
Onderzoekers, bestuurders, financiers, beleidsmakers moeten heroverwegen wat excellentie in de huidige academische context betekent en hoe dit het best gestimuleerd kan worden. Er zijn 3 opties: