Rechtvaardiging van grote investeringen in onderzoeksfaciliteiten
De studie uit 2012 focust op drie veelgebruikte aannames om investeringen in grootschalige onderzoeksinfrastructuren te rechtvaardigen:
- Ze trekken getalenteerde buitenlandse onderzoekers aan en helpen om binnenlands talent te behouden voor de wetenschap;
- De faciliteiten stimuleren innovatie, zowel direct als indirect;
- De onderzoeksinfrastructuren zijn een brandpunt voor samenwerking tussen diverse actoren.
Uit de literatuurstudie blijkt een gebrek aan overtuigend bewijs voor de aard en omvang van de maatschappelijke impact van de grootschalige faciliteiten voor wetenschappelijk onderzoek. Ook is er weinig bekend over de mechanismen waarmee de faciliteiten zulke impact (kunnen) genereren.
Het onderzoek maakt duidelijk dat een onderzoeksfaciliteit zowel een complex kapitaalgoed is (met een geavanceerde technologische kern), als een sociaal construct, waarin doelen en verwachtingen van diverse partijen samenkomen. Die beide identiteiten zijn bepalend voor de maatschappelijke impact. De recente toename van gedistribueerde en virtuele onderzoeksfaciliteiten zal bovendien zorgen voor veranderingen in de manier waarop maatschappelijke impact wordt gerealiseerd.
Lees hier het volledige rapport:
- Horlings, Edwin & Gurney, Thomas & Somers, André & Van den Besselaar, Peter. (2012). The societal footprint of big science. Rathenau Instituut Working paper 1206.