calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Jij mag het zeggen: roze of blauwe muisjes?

artikel
14 december 2014
Voortplanting Geslachtsselectie Gender
Image

Zelf bepalen of je een jongetje of meisje krijgt: het hoeft niet lang meer te duren tot het kan. Maar of het wenselijk is, is nog maar de vraag. Een overzicht van de discussie.

Door Claartje Doorenbos - foto Vincent Teeuwen

Nog even, en we kunnen misschien een chip bij de apotheek kopen die mannelijke zaadcellen scheidt van vrouwelijke, zodat we zelf kunnen bepalen of onze toekomstige baby een meisje of een jongetje wordt. Hoogleraar filosofie van mens en techniek Peter-Paul Verbeek volgt de ontwikkeling van de techniek aan de Universiteit Twente en de mogelijke ethische dilemma’s die deze oproept op de voet, zo vertelde hij in april in dagblad Trouw. Geslachtsselectie zonder medische reden is nu trouwens nog verboden in Nederland.

In de jaren negentig waren er wereldwijd enkele tientallen klinieken waar het mocht. Toen de Stichting Gender Preselections in 1995 op Nederlandse bodem een kliniek voor geslachtsselectie wilde openen, ontstond er maatschappelijke beroering.

Zaadselectie

De Utrechtse kliniek maakte gebruik van de zaadscheidingsmethode van de Amerikaan Ericsson. Deze methode, gebaseerd op de zwemsnelheid van zaadcellen, zou een slagingskans hebben van tachtig procent. Maar de Gezondheidsraad, (die toevallig dat jaar een advies uitbracht over geslachtsselectie), stelde dat nog van geen enkele techniek bewezen was dat zij werkzaam en veilig was.

Overigens vond de raad geslachtsselectie als instrument voor gezinsplanning niet per se seksistisch of anderszins moreel verwerpelijk.

De discussie over geslachtsselectie werd op dat moment vrijwel alleen gevoerd door deskundigen. Het Rathenau Instituut wilde weten hoe het publiek erover dacht, en liet dit onderzoeken door bureau Veldkamp.

Nog geen 10% van de ondervraagden had een duidelijke voorkeur voor een jongen of meisje.

Uit de enquête bleek dat nog geen 10% van de ondervraagden een duidelijke voorkeur had voor een jongen of meisje. Wel was er verschil tussen de voorkeur voor het eerste of tweede kind. Bij het eerste kind gaf 7% de voorkeur aan een meisje, en 10% aan een jongetje. Was het eerste kind een meisje, dan had 5% bij het tweede kind voorkeur voor een meisje en 35% voor een jongetje.

78% van de ondervraagden vond het een slechte zaak als mensen gebruik maakten van zaadselectie om hun gezin samen te stellen, gelovigen vaker dan niet-gelovigen. 4% vond het een goede zaak. De tegenstanders van zaadselectie waren van mening dat je kinderen moet waarderen om hun persoon en niet hun sekse. Zij vonden het tegennatuurlijk om het geslacht vooraf te bepalen.

Veelgenoemde argumenten waren ook dat mensen het recht niet hebben om voor God te spelen, er dat er sprake was van een hellend vlak als geslachtsselectie mogelijk zou worden.

Designerbaby

De opvatting dat geslachtsselectie een eerste stap was op weg naar een ‘designerbaby’ (al werd dat woord toen nog niet gebruikt), was een van de aandachtspunten die het Rathenau Instituut het parlement meegaf in zijn ‘Bericht aan het parlement’ over geslachtskeuze.

In 1998 werd geslachtsselectie om niet-medische redenen verboden.

In 1998 werd er een Besluit van kracht dat geslachtsselectie om niet-medische redenen verbood, en in 2002 werd dit verankerd in artikel 26 lid 1 van de Embryowet: ‘Het is verboden handelingen met geslachtscellen of embryo’s te verrichten met het oogmerk het geslacht van een toekomstig kind te kunnen kiezen’.
Alleen als er een ernstige, geslachtsgebonden ziekte in de familie voorkomt, zoals Duchenne Spierdystrofie, een progressieve spierziekte die vooral jongens treft, is geslachtsselectie toegestaan.

Genderkliniek

Over de Stichting Gender Preselections en haar kliniek was lange tijd gedoe. Eerst moest de kliniek dicht vanwege het bovengenoemde Besluit uit 1998. Directeur Bert van Delen maakte een doorstart met een voorlichtingswebsite, waarna opnieuw vragen rezen over de strafbaarheid van zijn acties. De Inspectie voor de Gezondheidsdienst kwam eraan te pas, en het Openbaar Ministerie. De SGP stelde er Kamervragen over. Maar omdat adviseren over geslachtsselectie niet strafbaar is en doorverwijzen evenmin, kwam er geen verbod.

Het is niet duidelijk wie er tegenwoordig achter de website Genderkliniek zit. De site maakt reclame voor geslachtsbepaling op Cyprus en in Amerika, ‘omdat we nog steeds te maken hebben met wetgeving gebaseerd op hopeloos ouderwetse redeneringen’.
 

Het is niet duidelijk wie er achter de website Genderkliniek zit.

Een deel van het behandeltraject vindt plaats in Nederland, en het deel dat volgens de Embryowet verboden is, in het buitenland. Gebruikte methode is PGD, pre-implantatie genetische diagnostiek. Simpel gezegd houdt dat in dat eicellen worden bevrucht met behulp van ivf. Na drie dagen wordt van de embryo’s één cel afgenomen voor verder onderzoek. Het embryo met (in dit geval) het gewenste geslacht wordt teruggeplaatst.

Volgens de genderkliniek gaat het om ‘topwaliteit high tech’, en mogen vrouwen jonger dan 37 jaar uitgaan van ‘een gegarandeerd zwangerschapspercentage van gemiddeld 80%’. Het is onduidelijk hoeveel behandelingen daarvoor nodig zijn. Ter vergelijking: PGD Nederland, een samenwerkingsverband  van een aantal Nederlandse universitair medische centra, gaat uit van een gemiddelde slagingskans van 40-50% na drie ivf/PGD-behandelingen.

Sekstiming

Niet alleen over de genderkliniek, ook over adviesbureau Gender Consult stelde de SGP Kamervragen. Maar wat dit bureau doet, natuurlijke methoden voor geslachtsbeïnvloeding aanbieden, (‘sekstiming’ en een speciaal dieet), is evenmin strafbaar. Volgens biologe en voedingsdeskundige Annet Noorlander van Gender Consult is (onder meer door haarzelf) wetenschappelijk aangetoond dat vrouwen de kans op het gewenste geslacht van hun baby met deze methoden kunnen verhogen met zo’n tachtig procent. Zelf paste Noorlander ze ook toe. Haar derde kind werd een meisje, en dat was precies waar zij na twee zoons op had gehoopt.

85% Van de ouders die haar advies inschakelt, wil trouwens een dochter. Vooral de moeders. Zij denken dat meisjes wat rustiger zijn, en dat er tussen moeder en dochter een sterke band zal blijven bestaan, ook als de dochter eenmaal getrouwd is. Een zoon trekt vaker naar zijn schoonfamilie toe, is de gedachte.

Door Claartje Doorenbos, informatiespecialist

Meer lezen:

Rathenau-publicaties:

  • Goed, beter, betwist: publieksonderzoek naar mensverbetering / G. Munnichs & M. Schuijff. – Den Haag: Rathenau Instituut, 2012. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan het gebruik van PGD voor geslachtsselectie om niet-medische redenen)
  • Meeste Nederlanders tegen geslachtskeuze. Bericht aan het Parlement; maart 1996. Te leen bij de Koninklijke Bibliotheek.
  • Geslachtskeuze om niet-medische redenen: de mening van de Nederlandse bevolking. Amsterdam: Veldkamp marktonderzoek, 1996, 50 p. (Niet meer verkrijgbaar)

Overige publicaties:

  • Kijkje in de zaadcel: wat doen we ermee? / Sebastien Valkenberg. – Trouw, 30 april 2014
  • Geslachtskeuze om niet-medische redenen / Beraadsgroep Gezondheidsethiek en Gezondheidsrecht. Den Haag: Gezondheidsraad, 1995. Te leen bij de Koninklijke Bibliotheek.