Binnen de huidige Embryowet mogen embryo’s 14 dagen lang op kweek gehouden worden voor specifieke (zwangerschaps-en onderzoeks)toepassingen. Onlangs adviseerde de Gezondheidsraad om deze 14-dagen grens te verleggen naar 28 dagen. Daarmee zou Nederland het allereerste land ter wereld zijn dat de internationale 14-dagen standaard niet meer aanhoudt.
De embryowet is sinds 2002 niet meer ingrijpend gewijzigd. De afgelopen twee kabinetsperiodes waren er binnen de coalitie – die bestond uit liberale en christelijke partijen – strikte afspraken, die weinig ruimte lieten voor uitbreiding van de Embryowet. Zo lijkt het politieke debat over de Embryowet tot nu toe vernauwd tot twee uitersten die recht tegenover elkaar staan: voorstanders van verruiming van de wet die redeneren vanuit de wetenschappelijke voordelen, en tegenstanders die vaak vanuit een specifieke levensbeschouwing redeneren. Bij een wet die gaat over hoe we als samenleving aankijken tegen het (begin van) het leven, en in hoeverre daarmee mag worden geëxperimenteerd ten behoeve van de wetenschap, is nu te weinig ruimte voor een genuanceerd politiek of maatschappelijk debat.
Vanuit de maatschappelijke dialogen die het Rathenau Instituut organiseerde, blijkt dat burgers zelf die nuance wel degelijk opzoeken. Zij zijn niet zonder meer voor of tegen.
En dat is zonde, want vanuit de maatschappelijke dialogen die het Rathenau Instituut (in samenwerking met vele andere organisaties) organiseerde, blijkt dat burgers zelf die nuance wel degelijk opzoeken. Zij zijn niet zonder meer voor of tegen. Wetenschappelijke vooruitgang en mensbeeld zijn voor hen belangrijke overwegingen om tot een standpunt te komen. Maar ook de voorwaarden voor de praktijk spelen mee. Bijvoorbeeld hoe er wordt omgegaan met vrouwen die eicellen doneren, de vraag of donoren en wensouders goed worden voorgelicht, en hoe er wordt besloten welke aandoeningen in aanmerking komen voor kiembaanmodificatie (technieken om het erfelijke DNA van embryo’s – en daarmee ook hun nageslacht – aan te passen). Deelnemers aan deze DNA dialoog die redeneerden vanuit hun levensbeschouwing, konden tot de conclusie komen dat kiembaanmodificatie – en het onderzoek daarnaar – acceptabel is. En deelnemers zonder principiële bezwaren tegen embryo-onderzoek of kiembaanmodificatie waren niet zonder meer voor. Zij stelden hier vaak strikte voorwaarden aan, zoals dat kiembaanmodificatie alleen mag worden ingezet om ernstige erfelijke aandoeningen te voorkomen en niet voor mensverbetering – hoewel deelnemers ook inzagen dat dit onderscheid lastig te maken is.
Dit type ethische vraagstukken is ingewikkeld en confronterend; ze raken immers aan de kern van wie wij zijn als mens. Maar juist daarom is het ook zo belangrijk dat dit soort wetsveranderingen niet in stilte wordt aangenomen.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november zullen de politieke verhoudingen totaal anders zijn. Het valt te verwachten dat het politieke midden een grotere rol zal spelen in de komende regeerperiode. Daarmee komt er hopelijk ook meer ruimte voor nieuwe perspectieven, argumenten en opvattingen in het debat.
Want wat zou het zonde zijn als de door ons geconstateerde maatschappelijke nuance straks toch stilzwijgend verzandt in een politieke patstelling. Ja, dit type ethische vraagstukken is ingewikkeld en confronterend; ze raken immers aan de kern van wie wij zijn als mens. Maar juist daarom is het ook zo belangrijk dat dit soort wetsveranderingen niet in stilte wordt aangenomen.
Dit opinieartikel van Sophie van Baalen, senior onderzoeker, verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.