calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Veelgestelde vragen

In gesprek over ammoniak
Image
Een mestrobot aan het werk

Ammoniak is schadelijk voor het milieu. Hoe kan Nederland de uitstoot ervan door de landbouw terugdringen? Dat er iets moet gebeuren, staat niet ter discussie. De beleidsmaatregelen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wel.

  • Aan de ene kant staan natuur- en milieuorganisaties die vinden dat de beleidsmaatregelen van het ministerie van LNV niet ver genoeg gaan.
  • Aan de andere kant staan veehouderijbedrijven die een stapeling van dure en onwerkbare maatregelen zien. En die vinden dat ze vanuit het ministerie van LNV geen erkenning krijgen voor hun inspanningen om milieubewuster te boeren.

De discussie spitst zich toe op de wetenschappelijke onderbouwing van de voorgeschreven beleidsmaatregelen:

  • Kritische onderzoekers uiten twijfels over de effectiviteit van de voorgeschreven beleidsmaatregelen.
  • Veehouders voelen zich door die kritiek gesterkt in hun onvrede over het beleid.
  • Wetenschappers van de WUR en het RIVM zijn juist overtuigd van de effectiviteit van de maatregelen.

Een oplossing lijkt ver weg. Vorig jaar deed het Rathenau Instituut aanbevelingen om het gesprek op gang te krijgen. Dat dit is gelukt, blijkt uit dit rapport.

Het Rathenau Instituut doet onderzoek naar vertrouwen in de wetenschap, en naar de wisselwerking tussen kennis en beleid. Daaruit blijkt dat over het algemeen het vertrouwen in wetenschap groot is.

Tegelijk kan alleen wetenschap geen uitweg bieden uit controversiële kwesties zoals deze. Dat blijkt ook uit dit rapport. Een uitweg wordt pas mogelijk wanneer beleidsmakers, de sector en andere betrokken partijen meer met elkaar aan tafel gaan zitten om te bespreken hoe de beleidsdoelstellingen het beste kunnen worden gerealiseerd.

We hebben op verzoek van het ministerie van LNV drie bijeenkomsten georganiseerd over het ammoniakdossier, met maatschappelijke partijen, experts en beleidsmakers.

Aanvankelijk was het de bedoeling om twee bijeenkomsten te organiseren met stakeholders en deskundigen. Na de eerste bijeenkomst op 13 april 2018 is in samenspraak met het ministerie besloten een aanvullende bijeenkomst te organiseren, waarin uitvoeriger werd stilgestaan bij de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid. Daarmee zijn er in totaal drie bijeenkomsten georganiseerd:

  1. een gesprek met een verkennend karakter, op 13 april;
  2. een gesprek over de wetenschappelijke controverse, op 8 juni 2018;
  3. een gesprek over de bredere, meer beleidsmatige discussie over het ammoniakbeleid, op 18 juni 2018.

Dit rapport beschrijft de bevindingen van de drie bijeenkomsten.

De eerste, verkennende bijeenkomst maakt duidelijk dat bij in ieder geval een deel van de veehouders onvrede leeft over het gevoerde ammoniakbeleid. Ze vinden dat ze vanuit het beleid geen erkenning krijgen voor de inspanningen die ze doen om meer milieubewust te produceren. Tegelijkertijd worden ze gedwongen emissiereducerende maatregelen te nemen, zoals ondergrondse mestinjectie, waarin ze niet geloven en waarvoor in hun ogen goede alternatieven bestaan.

De tweede, wetenschappelijke bijeenkomst laat zien dat een aantal kritische partijen wantrouwend staat tegenover de wetenschappelijke onderbouwing van de beleidsmaatregelen die de ammoniakuitstoot moeten terugdringen. Ze stellen tot op detailniveau vragen over de metingen en berekeningen die aan die onderbouwing ten grondslag liggen, en laten zich niet snel overtuigen van de deugdelijkheid daarvan. Tegelijkertijd wijzen ze op de financiële consequenties die de beleidsmaatregelen hebben voor veehouders.

De derde, meer beleidsmatige bijeenkomst laat zien wat de gevolgen zijn van de wetenschappelijke discussie over het ammoniakbeleid voor het draagvlak binnen de sector voor de emissiereducerende beleidsmaatregelen. Tegelijkertijd vinden veel deelnemers dat de wetenschappelijke discussie geen uitweg biedt uit de controverse over het ammoniakbeleid. Een uitweg kan volgens hen alleen worden gevonden als het beleid, de sector en andere betrokken partijen meer met elkaar aan tafel zitten om te bespreken hoe de beleidsdoelstellingen het beste kunnen worden gerealiseerd.

De derde bijeenkomst lijkt daarmee zicht te bieden op een mogelijke uitweg uit de controverse.

Wetenschap alleen kan geen uitweg bieden uit controversiële kwesties zoals deze. Dat blijkt ook uit dit rapport. Een uitweg wordt pas mogelijk wanneer beleidsmakers, de sector en andere betrokken partijen meer met elkaar aan tafel gaan zitten om te bespreken hoe de beleidsdoelstellingen het beste kunnen worden gerealiseerd.

De conclusies over de opbrengst van de bijeenkomsten zijn dan ook hoopgevend. Dat geldt ook voor de landbouwvisie die de minister onlangs presenteerde. Zij schrijft dat die er niet had kunnen komen zonder discussies met de samenleving. Ze onderstreept het belang om in gesprek te gaan met de sector en andere betrokken partijen. Dit rapport sluit aan bij de visie van de minister.

Voor het gesprek met de sector over de invulling van de beleidsdoelstellingen kan haar pleidooi voor een duurzamere landbouw als leidraad fungeren. Dat is niet alleen in het belang van de direct betrokkenen. De hele samenleving vraagt daar om.