In het kort
- Het aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel groeit.
- In 2023 kwam 48% van het wetenschappelijk personeel uit het buitenland.
- Het merendeel van het buitenlands wetenschappelijke personeel komt uit Europa.
Hoe heeft het aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel zich ontwikkeld?
- Aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel
- Aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel naar herkomst
Aandeel buitenlandse wetenschappers | |
2003 | 19,8 |
2004 | 21 |
2005 | 22,6 |
2006 | 24,7 |
2007 | 26,5 |
2008 | 28,6 |
2009 | 30,9 |
2010 | 32,2 |
2011 | 33,3 |
2012 | 34 |
2013 | 34,7 |
2014 | 35,7 |
2015 | 36,3 |
2016 | 37,5 |
2017 | 38,8 |
2018 | 40,3 |
2019 | 41,9 |
2020 | 43,7 |
2021 | 45,3 |
2022 | 46,4 |
2023 | 48,2 |
EER | Europees (Niet EER) | Niet Europees + onbekend | |
2007 | 0,566806799 | 0,078413453 | 0,354779748 |
2008 | 0,557067891 | 0,072974746 | 0,369957363 |
2009 | 0,546211126 | 0,070959264 | 0,38282961 |
2010 | 0,548696845 | 0,069958848 | 0,381344307 |
2011 | 0,544394971 | 0,072682032 | 0,382922996 |
2012 | 0,546736093 | 0,071882144 | 0,381381763 |
2013 | 0,558744175 | 0,06855531 | 0,372700515 |
2014 | 0,559158736 | 0,065444719 | 0,375396546 |
2015 | 0,5647527 | 0,064468448 | 0,370778852 |
2016 | 0,563667597 | 0,062486579 | 0,373845823 |
2017 | 0,565186609 | 0,061596035 | 0,373217356 |
2018 | 0,557413068 | 0,058368361 | 0,384218571 |
2019 | 0,555584919 | 0,074171952 | 0,370243129 |
2020 | 0,550217305 | 0,075306203 | 0,374476492 |
2021 | 0,512909525 | 0,104650322 | 0,382440153 |
2022 | 0,50959257 | 0,106636838 | 0,383770592 |
2023 | 0,533553355 | 0,077985576 | 0,388461068 |
Welke herkomst heeft dit buitenlands wetenschappelijk personeel?
2020 | |
Onbekend | 0,11% |
Japan | 0,36% |
Indonesië | 0,79% |
Oceanië | 0,78% |
Afrika (exclusief Egypte) | 1,75% |
Turkije | 2,85% |
Azië | 3,11% |
België | 4,89% |
Noord Amerika | 5,34% |
Zuid- en Midden-Amerika | 5,50% |
Midden-Oosten | 6,33% |
India | 6,64% |
China | 7,50% |
Oost-Europa | 10,13% |
Europa overig | 10,59% |
Duitsland | 14,55% |
Zuid-Europa | 18,65% |
Inhoudelijke toelichting
Het aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel is in de loop van de jaren gegroeid, van 19,8% in 2003 tot 48,2% 2023. Deze groei is te zien bij alle universitaire functiecategorieën, bij alle universiteiten en binnen alle wetenschapsgebieden, zoals te lezen in datapublicatie Het aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel. Hierbij is het grootste aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel afkomstig uit Europa, namelijk 61,1% (2023). Data naar land van herkomst zijn na 2020 niet meer beschikbaar.
facts and figures
19,8% aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel in 2003
48,2% aandeel buitenlands wetenschappelijk personeel in 2023
61,1% van het buitenlands wetenschappelijk personeel is afkomstig uit Europa
Het Wetenschappelijk Onderwijs Personeel Informatie databestand (WOPI-databestand) wordt jaarlijks door UNL bij veertien universiteiten opgevraagd volgens een vastgesteld format en definitieafspraken. De peildatum van de WOPI-data is 31 december van het betreffende jaar. Het betreft al het personeel dat voor bepaalde of onbepaalde tijd een arbeidsovereenkomst heeft met de betreffende universiteit. Student-assistenten en tijdelijk ingehuurd personeel worden niet meegenomen. In de loop van de jaren is het personeel van de medische faculteiten binnen bijna alle academische ziekenhuizen overgegaan van de universiteit als werkgever naar het academische ziekenhuis ofwel het universitair medisch centrum (umc). Het gebied Gezondheid (volgens de HOOP-classificatie) laat om die reden een inconsistent beeld zien van universitair personeel, met name bij vergelijkingen over de jaren heen, en wordt daarom niet meegenomen in de data en grafieken.
Voor een uitleg van de gebruikte definities en afkortingen verwijzen we graag naar de webpagina Definities en afkortingen.
Downloads
-
NL-Cijfers over universitair personeel(WOPI).xlsx
bestand type xlsx - bestand formaat 301.55 kB