calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Burgers: meer zeggenschap en kennis nodig over dataverzameling

Artikel
17 september 2021
We, the internet data

Foto: Groep jongeren met mobiele telefoons op straat door Carballo/Shutterstock

Image
Groep jongeren op straat met hun mobiele telefoons

Het Rathenau Instituut deed vorig jaar mee aan een wereldwijde burgerdialoog, We The Internet, over de toekomst van het internet. We spraken met Nederlandse burgers onder andere over de verzameling van persoonlijke digitale gegevens. In dit artikel zijn de uitkomsten van dit gesprek te lezen.

In het kort:

  • Het Rathenau Instituut en de Radboud Universiteit organiseerden een burgerdialoog over het verzamelen van persoonlijke gegevens.
  • Deelnemers vinden het logisch dat gegevens worden verzameld door big-tech-bedrijven, maar willen graag meer zeggenschap over hun gegevens.
  • Zeggenschap vereist meer bewustzijn over deze dataverzameling, en toegankelijke manieren om hier invloed op uit te oefenen.

Dataverzameling en zeggenschap over data

Locatiegegevens, likes, het aantal seconden dat je naar een afbeelding kijkt. Allemaal informatie die big tech – een verzamelnaam voor de grootste technologiebedrijven – van de internetgebruiker verzamelt. Die data worden onder andere gebruikt om aangeboden producten en diensten beter te maken en om gerichte advertenties aan te bieden. Dat kan handig zijn voor de gebruikers van internet, maar er kleven wel nadelen aan.

Zo worden er ook veel persoonlijke data verzameld, die personen wellicht liever niet willen delen. Daarbij komt een groot deel van die verzamelde data terecht bij slechts een handvol grote bedrijven, die deze ‘datavoorsprong’ strategisch gebruiken om almaar groter te worden. Bedrijven als Facebook en Google verdienen miljarden met het verzamelen, combineren en verkopen van persoonlijke gegevens.

Wetsbepalingen zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moeten de privacy van individuele personen waarborgen. Maar functioneert de huidige wet- en regelgeving naar behoren, en wat hebben burgers nodig om goede beslissingen te maken over instemming met het  gebruik  van hun persoonsgegevens door (tech)bedrijven? Deze vragen legden we voor aan de deelnemers van de burgerdialoog We, the Internet.

Dialoog met burgers

Eind oktober 2020 spraken we online en offline met burgers over de toekomst van het internet. De deelnemers vormden een afspiegeling van de samenleving qua achtergrond en internetgebruik. Dit onderzoek was onderdeel van een wereldwijde dialoog. In Nederland werd deze dialoog georganiseerd door het Rathenau Instituut en de Radboud Universiteit, in samenwerking met internationale burgerbelangenorganisatie Missions Publiques. In dit kader publiceerden we eerder al over wat burgers vinden van misleidende informatie op het internet.

Gegevensverzameling is een breed en gevarieerd onderwerp. Om het gesprek zo concreet mogelijk te maken, beperkten we ons daarom tijdens de dialoog tot de gegevensverzameling door internetgiganten Google en Facebook. We legden de deelnemers vier stellingen voor: over het verzamelen van persoonsgegevens, een compensatie die Google- en Facebookgebruikers zouden kunnen geven voor het gebruik van persoonsgegevens, zeggenschap door gebruikers over hun persoonsgegevens en het delen van deze gegevens door techbedrijven met concurrenten.  

Een visualisatie van de mening van de deelnemers aan We, the Internet

”Ik heb er heel weinig moeite mee dat Google van alles van me weet. Misschien naïef, maar wat kan me gebeuren?”
Deelnemer aan We, the Internet

Wat mag er wel of niet volgens deelnemers?

  • Het verzamelen van persoonlijke gegevens mag wel, hoewel deelnemers graag zouden zien dat dit minder gebeurt.
  • Ook dit mag wel: het verkopen van persoonsgegevens om diensten die big-tech-bedrijven aanbieden – zoals een zoekmachine, e-mail en WhatsApp –  gratis te houden.
  • Google en Facebook mogen geen medische gegevens verzamelen.
  • Over het verzamelen van locatiegegevens zijn deelnemers verdeeld. Sommigen vinden het handig, anderen kunnen zich hier niet in vinden.

De meeste deelnemers geven aan dat ze geen financiële compensatie van bedrijven verlangen voor het feit dat zij hun data gebruiken. Volgens enkelen zou dit zelfs kunnen leiden tot een prikkel met een negatief effect, omdat deze ertoe zou kunnen leiden dat sommige mensen meer gegevens gaan delen. Sommige deelnemers willen betalen voor het gebruik van diensten, als zo wordt voorkomen dat hun gegevens door techbedrijven gebruikt worden.

Zorg over persoonlijke data

Uit de gesprekken komt naar voren dat de deelnemers de manier waarop er met data wordt omgesprongen belangrijker vinden dan de hoeveelheid of het soort data die wordt verzameld. Zo moeten data goed beveiligd zijn, en er moet zorgvuldig mee worden omgegaan. Een meerderheid van de deelnemers denkt dat data die online staan niet veilig worden bewaard, bleek uit de vragenlijst die ze na discussie invulden.

“Ik ga zelf na deze bijeenkomst mijn instellingen aanpassen. Ik wist helemaal niet dat dit kon.”
Deelnemer We, the Internet

Zeggenschap over data

Deelnemers vinden het belangrijk om zeggenschap te hebben over hun gegevens. Enkele deelnemers vinden dat internetgebruikers best veel controle hebben over dataverzameling door de mogelijkheid om instellingen aan te passen. Bijvoorbeeld bij de cookiemelding. Sommigen menen dat internetgebruikers zelf een verantwoordelijkheid hebben om zorgvuldig met privégegevens om te gaan. Een meerderheid van de deelnemers geeft echter aan geen zeggenschap te ervaren over de informatie die over hen wordt verzameld, en wel om de volgende redenen:

  • Het tekort aan kennis en bewustzijn bij burgers over dataverzameling door big-tech-bedrijven, op verschillende gebieden. Veel internetgebruikers weten niet dat, hoeveel, of welke data er worden verzameld en welke rechten ze hebben als het gaat om dataverzameling. Ook weten ze  vaak niet dat het mogelijk is om de dataverzameling in te perken, en hoe ze dat dan moeten doen. 
  • Het gebrek aan transparantie bij big-tech-bedrijven over gegevensverzameling.
  • De moeilijkheid van beschikbare informatie zoals privacyverklaringen, en het gebruik hiervan. En de complexiteit van de instellingen die op websites wordt getoond.

Deelnemers vinden daarom dat het makkelijker moet worden instellingen aan te passen. De bedoeling van de mogelijkheid om instellingen aan te passen, is om de gebruiker meer controle te geven bij het delen van persoonlijke data. Maar zonder aandacht te besteden aan gebruiksgemak zal deze mogelijkheid daar niet aan bijdragen.

Bredere maatschappelijke gevolgen

Uit de vragenlijst en de gesprekken blijkt dat deelnemers vooral spreken vanuit hun eigen, persoonlijke ervaringen over mogelijke gevolgen. Bredere maatschappelijke consequenties van dataverzameling op grote schaal, zoals de macht van big tech, worden nauwelijks genoemd.

Tijdens de gesprekken werd er ook ingegaan op het indammen van de macht van tech-giganten door ze te verplichten (een deel van) hun persoonlijke gegevens te delen met concurrenten. Als data een collectief goed worden, kunnen concurrenten ook beter advertenties personaliseren en krijgen ze de kans te groeien op de markt. Dit vinden de meeste deelnemers geen goede oplossing. Meer competitie is goed, maar niet als de concurrentie in leven moet worden gehouden door data te delen. Deelnemers zijn bang dat op die manier data bij nog meer partijen terechtkomen, en dat is onwenselijk. Daarbij is ook niet zeker hoe die andere partijen met data omgaan.

Wat leren we hiervan?

Burgers maken graag gebruik van de diensten van big tech, maar dan moet er wel zorgvuldig met hun data worden omgesprongen. Ze hebben behoefte aan meer zeggenschap over hun persoonlijke gegevens. In een eerder Bericht aan het parlement pleitte het Rathenau Instituut hier onder meer al voor. De dialoog laat zien dat enkel de mogelijkheid bieden om instellingen aan te passen niet genoeg is. Het is van belang dat informatie over dataverzameling makkelijker te vinden én te begrijpen is. Hier ligt niet alleen een verantwoordelijkheid bij de internetgebruiker, ook internetbedrijven (en andere organisaties) moeten  transparanter zijn en dit mogelijk maken.

Volgens het Rathenau Instituut is het van belang dat:

  1. Burgers invloed kunnen uitoefenen op de verzameling van persoonlijke gegevens. Behalve de technische mogelijkheid om privacyinstellingen aan te passen, moeten de instellingen ook goed toegankelijk en begrijpelijk zijn. Dit zal moeten worden vormgegeven in samenspraak met de uiteindelijke gebruikers.
     
  2.  Kennis en bewustzijn onder burgers over dataverzameling door big-tech-bedrijven wordt vergroot. Mensen moeten weten:

    a.      Wat er allemaal aan persoonlijke data verzameld wordt door grote bedrijven;
    b.      Hoe dit gebruikt kan worden op individueel niveau;
    c.       Hoe de grootschalige verzameling van persoonlijke data ook op collectief niveau gevolgen heeft. De nadruk op individuele verantwoordelijkheid bij de omgang met persoonlijke gegevens gaat fundamentele kwesties, zoals de grote macht van big tech en de democratische gevolgen hiervan, uit de weg;
    d.      Dát en hoe gebruikers controle over hun persoonsgegevens hebben door hun instellingen aan te passen.

In de ontwikkeling van regelgeving en beleid ter bescherming van persoonsgegevens moet hier aandacht aan worden besteed. Dit past bij het stimuleren van technologisch burgerschap, waar het Rathenau Instituut eerder over schreef. Alleen dan hebben burgers werkelijk zeggenschap over hun persoonlijke data.

Gerelateerde content: