Gezocht: eiceldonoren! Bij de eicelbank van het Universitair Medisch Centrum Utrecht is de vraag naar eicellen vele malen groter dan het aanbod.
door Claartje Doorenbos
De eicelbank, in 2012 opgericht door hoogleraar voortplantingsgeneeskunde Bart Fauser, kan dit jaar de eerste vijftien paren helpen van wie de vrouw niet met eigen eicellen zwanger kan worden. Er staan nog honderden mensen op de wachtlijst. Vrouwen van 41 en ouder kunnen zich om die reden niet meer inschrijven. Tegen de tijd dat zij aan de beurt zijn, zijn zij te oud: de maximum leeftijd om eicellen te ontvangen is in Nederland 45 jaar.
Vergoeding
Dat het zo moeilijk is om eiceldonoren te vinden is niet verwonderlijk. Een donor moet een gedeeltelijk ivf-traject ondergaan, met een hormoonbehandeling en een punctie die behoorlijk pijnlijk kan zijn.
De donoren mogen bovendien niet aan hun eicellen verdienen, en zij blijven niet anoniem. De Embryowet verbiedt commerciële eiceldonatie, en in de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting is bepaald dat kinderen die dankzij donoreicellen geboren worden, vanaf hun zestiende een beroep kunnen doen op de Stichting donorgegevens.
Wie tot de donordoelgroep behoort, (tussen de 25 en 35 jaar oud met tenminste één eigen kind, of tussen de 30 en 35 en kinderloos, daarbij: lichamelijk en geestelijk gezond, en zonder erfelijke aandoeningen in de familie), en een kinderwens heeft maar geen partner, kiest er misschien nog eerder voor om eicellen in te laten vriezen voor eigen gebruik, dan om haar genen af te staan.
Met donoreicellen hebben de ‘eicelontvangers’ (of ‘wensmoeders’) twintig à dertig procent kans op een zwangerschap. Het zijn vrouwen die vanwege een vervroegde overgang of kankerbehandeling geen eicellen meer hebben. Of een verminderde voorraad, waardoor eerdere vruchtbaarheidsbehandelingen mislukt zijn. Ook hun leeftijd kan een barrière vormen om zwanger te worden. De kwaliteit van eicellen neemt na het vijfendertigste levensjaar drastisch af.
De wensmoeders betalen voor het ontdooien en terugplaatsen van vier à zes embryo’s een eigen bijdrage van ongeveer vijfduizend euro. De eiceldonor krijgt duizend euro, volgens het UMC Utrecht een redelijk en gepast bedrag, omdat eiceldonatie belastend is en veel tijd kost. Zo’n onkostenvergoeding is wettelijk toegestaan.
Vruchtbaarheidstoerisme
Honderd tot honderdvijftig Nederlandse vrouwen per jaar zoeken een eiceldonor in hun familie- of vriendenkring. Anderen reizen af naar het buitenland. Naar schatting vierhonderd beproeven hun geluk in Spanje, lezen we in de Rathenau-publicatie 'Nier te koop - baarmoeder te huur’(2011).
Bij Spaanse ivf-klinieken ligt de maximum leeftijd voor de wensmoeder rond de vijftig, hoger dan hier. (Alhoewel Bart Fauser de maximum leeftijd in Nederland zou willen verhogen, ziet de beroepsgroep daar nog geen aanleiding voor.) Ook de slagingskans is hoger in Spanje, vijftig procent. Dat heeft te maken met de leeftijd van de eiceldonoren, die rond de dertig zijn.
Dat zoveel Spaanse vrouwen hun eicellen willen afstaan, komt volgens sommigen omdat zij anoniem blijven. Voor hun inspanningen ontvangen zij ruim negenhonderd euro. De wensmoeders betalen zes- à tienduizend euro. Verzekeraars vergoeden daar een klein deel van.
Eenmaal terug in Nederland weigert ongeveer de helft van de Nederlandse gynaecologen om de vrouwen verder te begeleiden. Commerciële en anonieme eiceldonatie zijn hier verboden. De gynaecologen maken zich bovendien zorgen over de kwaliteit en veiligheid van de behandeling. Een risico is bijvoorbeeld het aantal embryo’s dat wordt teruggeplaatst. In Nederland is het gebruikelijk om bij ivf één embryo terug te plaatsen, bij uitzondering twee. Dit om risicovolle meerlingzwangerschappen te voorkomen. Maar buitenlandse ivf-klinieken nemen het vaak niet zo nauw.
Brede steun
Met een eicelbank op eigen bodem hoopt Bart Fauser het ‘vruchtbaarheidstoerisme’ met zijn ongewenste neveneffecten terug te dringen. Volgens een onderzoek van Een Vandaag kan de eicelbank rekenen op brede steun van de Nederlandse bevolking. De helft van de 20.000 stemmers is voor. Onder de vrouwen tot 45 jaar twee derde. 4% van de ondervraagde vrouwen overweegt gebruik te maken van eiceldonatie, 12% zou haar eicellen willen doneren.
Tegenstanders vinden dat er geen medische noodzaak is voor een eicelbank, net zoals tegenstanders van ivf de behandeling destijds afschilderden als een vorm van luxe geneeskunde. Onterecht, vond Bart Fauser in de Rathenau-publicatie ‘Zwanger van de kinderwens’ (2001). ‘Het ongewenst uitblijven van zwangerschap raakt aan de meest wezenlijke aspecten van het menselijk bestaan’.
NB
Op 20 juni werd bekend dat ook AMC Amsterdam een eicelbank krijgt, en sinds 1 mei 2014 kunnen vrouwen ook terecht bij het Medisch Centrum Kinderwens in Leiderdorp (bron: Trouw, 20 juni 2014).
Meer lezen:
Rathenau-publicaties:
• Nier te koop – baarmoeder te huur: wereldwijde handel in lichaamsmateriaal / I. Geesink & C. Steegers (2011) (Wereldwijd wordt steeds vaker geld verdiend aan lichaamsmateriaal. Ons eigen Nederlandse donatiestelsel is echter gebaseerd op altruïsme. Donoren mogen niet worden betaald. Het Rathenau Instituut vraagt aandacht voor het feit dat wet en praktijk in hoog tempo uit elkaar groeien.)
• Nieuwe voortplanting: afscheid van de ooievaar / M. Kirejczyk, D. van Berkel & T. Swierstra (2001) (Beschrijft de culturele revolutie op voortplantingsgebied, die begon in de jaren zestig en zeventig.)
• Zwanger van de kinderwens / S. de Joode (2001) (Inventariseert voor een breed publiek de stand van zaken rond voortplantingstechnologieën, en de individuele, maatschappelijke en politieke consequenties.)
• De voortplanting verdeeld / B. Pasveer & S. Heesterbeek (2001) (Gaat over onze omgang met vruchtbaarheidsproblemen, en de gevolgen voor het leven en lichaam van vrouwen. De auteurs spreken de hoop uit dat zij betrokkenen aan het denken zetten: over hoe door te gaan, maar ook: over hoe na te laten.)
Overige publicaties:
• Eiceldonatie: een overtreffende trap / D. van der Burg. - Nijkerk: van Brug (2010) (De schrijfster werd moeder van een tweeling dankzij anonieme eiceldonatie in Spanje. Zij baseerde haar boek, met medische en ethische aspecten van eiceldonatie en ervaringsverhalen, op informatie van het Rathenau Instituut.)