3D-bioprinten (additive bio-manufacturing) is het printen van producten voor medische doeleinden of mensverbetering. Deze producten kunnen biologisch materiaal zijn, bijvoorbeeld cellen. Maar ook van andere materiaal zoals kunststof prothesen.
3D-bioprinten verandert de manier waarop medisch onderzoek wordt gedaan, heeft invloed op welke ziekten effectief behandeld kunnen worden en behandelwijzen. De ontwikkelingen zijn nog onzeker. Wat vraagt dit van beleidsmakers? Waar kunnen zij nu al rekening mee houden bij het ontwikkelen van beleid?
Drie uitdagingen voor beleid
Het onderzoek bestond uit een literatuurstudie, interviews en een workshop met toekomstscenario's. Op basis daarvan onderscheiden we drie uitdagingen, deze lichten we toe op de rapportpagina.
1. Wet- en regelgeving. De grootste uitdaging voor beleidsmakers is het voorkomen van inconsistente, versnipperde aanpassingen van de regelgevende kaders.
2. Eerlijke verdeling van de opbrengsten. Een verantwoorde ontwikkeling van 3D-bioprinten houdt in dat het verbeteren van de volksgezondheid centraal staat. En de technologie toegankelijk en betaalbaar is, voor zowel bedrijven die willen innoveren als patiënten.
3. Publieksparticipatie. Om ervoor te zorgen dat de technologie voldoet aan waarden en wensen van burgers, is het belangrijk om hen te betrekken bij de ontwikkeling van de technologie.
Responsible research innovation
De Europese aanpak voor Responsible Research and Innovation (RRI) zou een manier kunnen zijn om de 3D-bioprinttechnologie verder te ontwikkelen met daarbij de nadruk op inclusiviteit en co-creatie samen met alle stakeholders.
Ga naar de rapportpagina voor:
- de Nederlandse samenvatting
- veelgestelde vragen
- de toekomstscenario's die het Rathenau Instituut ontwikkelde voor deze studie.
Of lees de Engelstalige analyse op de website van het Europees Parlement.
Over de onderzoekers
We werkten voor dit onderzoek samen met een consortium bestaande uit onderzoekers van het Karlsruhe Institute of Technology, Institute of Technology Assessment, Danish Board of Technology (DBT Foundation) and Responsible Technology (RT).
De onderzoeksafdeling van het Europees Parlement op het gebied van wetenschap en technologie, genaamd STOA (Science and Technology Options Assessment), begeleidde het onderzoek.