calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Veelgestelde vragen

Van aap naar beter
Image

We onderzochten het huidige gebruik en de stand van zaken op het gebied van alternatieven voor apen, nu en in de nabije toekomst.

Bijna alle 1.500 Nederlandse proefapen leven in het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) in Rijswijk. Ieder jaar worden daarvan zo’n 200 tot 250 apen als proefdier gebruikt.

Wij onderzochten ook hoe Nederland een plan kan maken voor afbouw naar nul bij het BPRC en andere Nederlandse onderzoekscentra, zonder dat dit gevolgen heeft voor de volksgezondheid.

 

Van de apen die in 2015 voor onderzoek werden gebruikt, werd 59% ingezet voor translationeel onderzoek: dan worden resultaten uit fundamenteel onderzoek vertaald naar praktijktoepassingen zoals geneesmiddelen. Deze onderzoeken richten zich onder meer op de ontwikkeling van vaccins en infectieziekte- bestrijding, en daarnaast op transplantatiegeneeskunde, MS, tuberculose, reuma en andere ziektes.

41% van de apen werd ingezet voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, met name voor onderzoek naar de  hersenen, het immuunsysteem en infecties. In Nederland worden nauwelijks experimenten  gedaan met apen voor wettelijk verplicht veiligheidsonderzoek naar nieuwe producten. Het gebruik van apen voor het ontwikkelen en testen van cosmetica of voor defensie- doeleinden is in Nederland verboden, evenals het gebruik van mensapen voor biomedisch onderzoek.

De apen die gebruikt worden, zijn makaken (resusapen en Java-apen) en marmoset-apen

Het onderzoek dat we deden liet zien dat het   onmogelijk is apenproeven één op één te vervangen door een alternatieve proef. Voor afschaffing van proeven met apen is een nieuwe manier van denken en werken nodig. Er zijn meerdere alternatieve onderzoeks- methoden en technologische ontwikkelingen die bijdragen aan vermindering, verfijning en  vervanging van onderzoek met apen.

Dit heeft echter niet geleid tot afbouw van het onderzoek met apen. Uit de interviews met belanghebbenden en de stakeholderdialoog die

 

 

 

 

 

 

 

 

 

het Rathenau Instituut organiseerde, is gebleken dat er brede consensus is dat de huidige focus op alternatieven niet zal leiden tot het verdwijnen van onderzoek met apen.

In plaats van zoeken naar één-op- één-alternatieven, zouden we moeten zoeken naar hele andere manieren om veiligheid en gezondheid te onderzoeken. Niet door een serie dierproeven die we vertalen naar de mens, maar bijvoorbeeld door gebruik van data van mensen in hun dagelijkse omgeving te analyseren. Dit wordt proefdiervrije innovatie genoemd.

Op basis van de verkenning ziet het Rathenau Instituut twee mogelijkheden voor verdere vermindering van onderzoek met apen:

  1. Sta alleen onderzoek met apen toe voor infectie­ ziektebestrijding met acute gezondheidsdreiging. Dit zal naar verwachting leiden tot een reductie van een derde tot de helft van al het onderzoek met apen in Nederland. Dit betekent waarschijnlijk dat de huidige fokkolonie van het BPRC wordt afgebouwd. Verdere afbouw kan als Nederland internationale afspraken maakt over welk onderzoek in Nederland wordt gedaan en wat in andere landen.
     
  2. Versterk de maatschappelijke toetsing en verantwoording van het wetenschappelijk onderzoek met apen. Sommige betrokkenen benadrukken het belang van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek met apen, zonder acute gezondheidsdreiging. Dit vraagt om verdere discussie en om definiëring van wat als maatschappelijk noodzakelijk en als ethisch verantwoord wordt gezien.