calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Samen verder met open science

Rapport
23 februari 2021
Op weg naar betekenisvolle publieke betrokkenheid bij onderzoek
open science publieke betrokkenheid

Steeds meer Nederlanders doen mee aan de Nationale Tuinvogeltelling (foto: Sabine Joosten/HH)

Image
Drie jongeren tellen vanuit hun kamer de vogels in de tuin voor de Nationale Tuinvogeltelling.
De Europese Commissie en het Nederlandse kabinet hebben hoge verwachtingen van open science, zowel voor de wetenschap als voor de samenleving. Open wetenschap is volgens hen beter ingebed in de maatschappij en draagt meer bij aan het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen. Bovendien zou openheid de wetenschap sneller en efficiënter maken.

In deze beschouwing onderzoeken we wanneer publieke betrokkenheid bij wetenschap betekenisvol is, en hoe ze kan worden georganiseerd. Daartoe belichten we de (wetenschappelijke) gedachtevorming over de relatie tussen wetenschap en samenleving en de Europese en Nederlandse beleidsontwikkeling daaromtrent. Ook putten we uit drie domeinstudies die we eerder publiceerden. We presenteren praktische stappen voor beleidsmakers, onderzoekers en het publiek om publieke betrokkenheid bij onderzoek meer betekenis te geven.

Downloads

Downloads

Samenvatting

Aanleiding
De Europese Commissie en het Nederlandse kabinet hebben hoge verwachtingen van open science, zowel voor de wetenschap als voor de samenleving. Open wetenschap is volgens hen beter ingebed in de maatschappij en draagt meer bij aan het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen. Bovendien zou openheid de wetenschap sneller en efficiënter maken.

Om wetenschappelijk onderzoek opener te maken, besteden wetenschappers en beleidsmakers momenteel veel aandacht aan het bevorderen van vrije toegang tot wetenschappelijke artikelen en onderzoeksdata. Openheid van wetenschap richting de samenleving raakt hierbij op de achtergrond. Bovendien blijkt het in de praktijk geen eenvoudige opgave om publiek op een betekenisvolle manier te betrekken. Weliswaar sturen onderzoeksfinanciers steeds vaker op publieke betrokkenheid, maar dat kan ertoe leiden dat wetenschappers ‘publieksgroepen’ vooral voor de vorm betrekken (‘tokenisme’)¹. Burgers lijken dan betrokken, maar dragen in feite weinig bij en hebben weinig invloed.

In deze beschouwing onderzoeken we wanneer publieke betrokkenheid betekenisvol is en hoe ze kan worden georganiseerd. Daartoe belichten we de (wetenschappelijke) gedachtevorming over de relatie tussen wetenschap en samenleving en de Europese en Nederlandse beleidsontwikkeling daaromtrent. Ook putten we uit drie domeinstudies die we eerder publiceerden². We presenteren praktische stappen voor beleidsmakers, onderzoekers en het publiek om publieke betrokkenheid bij onderzoek meer betekenis te geven.

De gedachtevorming over publieke betrokkenheid
Wetenschapssociologen signaleren al halverwege de twintigste eeuw dat wetenschap een collectief zoekproces is, waarbij relevant is wie hierin een rol spelen. Geleidelijk komt er meer erkenning voor verschillende typen kennis: burgers kunnen ervaringskennis bezitten, die complementair is aan de formele kennis van wetenschappers. Juist bij onzekere feiten, grote belangen en conflicten over waarden, is het nuttig om belanghebbenden te betrekken bij onderzoek. In de technologieontwikkeling spelen vergelijkbare zaken. Het maakt voor de maatschappelijke inbedding van nieuwe technologie uit, wie daarbij betrokken is³.

Ook in de wetenschapscommunicatie zien we een verschuiving. Waar die voorheen vooral bezig was met het uitleggen van wetenschap aan het brede publiek, is ze inmiddels meer gericht op dialoog. Daarbij is niet alleen oog voor wetenschappelijke kennis, maar ook voor waarden, belangen, macht en vertrouwen.

Het beleid voor publieke betrokkenheid
De gedachteontwikkeling over publieke betrokkenheid wordt weerspiegeld in het Europese en Nederlandse wetenschapsbeleid. Het Europees beleidskader Responsible Research and Innovation (RRI) stuurt op wetenschap als een transparant, interactief proces, waarin maatschappelijke actoren en onderzoekers ontvankelijk zijn voor elkaars perspectieven en behoeften. De aandacht voor dialoog en participatie, en voor nieuwe vormen van co-creatie van kennis, is door RRI gegroeid. In Nederland poogt de Nationale Wetenschapsagenda wetenschap en samenleving met elkaar te verbinden.  

Zowel Europees als nationaal beleid sturen nu op open science, en dan vooral op meer onderlinge samenwerking en het gemakkelijker delen van data, ten behoeve van een betere, efficiëntere en betrouwbaardere wetenschap. Daarmee staat de relatie tussen wetenschappers onderling meer centraal dan de relatie tussen wetenschap en samenleving. Ten opzichte van RRI zijn de ambities voor publieke betrokkenheid getemperd. Participatie wordt veelal vernauwd tot citizen science, het meehelpen in de onderzoeksuitvoering. 

De praktijk van publieke betrokkenheid
In drie (los gepubliceerde) casestudies hebben we praktijkvoorbeelden van publieke betrokkenheid in verschillende vakgebieden onderzocht: de psychiatrie, het onderwijsonderzoek en het onderzoek naar waterkwaliteit. Hieruit komt naar voren dat de benodigde structuren en prikkels die publieke betrokkenheid mogelijk maken, bevorderen of ondersteunen, binnen de wetenschap onvoldoende ontwikkeld zijn. Wetenschappers worden voor onderzoek met publieksgroepen minder gewaardeerd. Daarnaast staan de gangbare methodologie en kennisleer binnen sommige wetenschappelijke disciplines publieke betrokkenheid in de weg⁴.

De behoefte van burgers aan betrokkenheid bij onderzoek varieert met hun direct belang. Patiënten zijn bijvoorbeeld gemakkelijker te mobiliseren voor psychiatrisch onderzoek, dan natuurliefhebbers voor onderzoek naar waterkwaliteit. Ook de organisatiegraad speelt een rol. Waar belangengroepen zoals patiëntenverenigingen zich sterk maken voor een plek aan de onderzoekstafel, is publieke betrokkenheid minder gefragmenteerd. Een lage organisatiegraad, zoals we bijvoorbeeld onder leraren tegenkwamen, kan ertoe leiden dat de betrokkenheid zich beperkt tot individuele voorlopers, met weinig effect op het hele praktijkveld.

Betekenisvolle publieke betrokkenheid
Onze zoektocht mondt uit in de stelling dat publieke betrokkenheid betekenisvol is als ze bijdraagt aan de democratisering van kennisontwikkeling. Democratisering betekent dat de (machts)verhouding tussen kennisproducenten en de verschillende groepen in samenleving verandert ten gunste van die laatsten. Het gaat daarbij over:

  1. Toegankelijkheid; hoe hoog zijn de drempels om invloed uit te oefenen op het onderzoek en op de onderzoeksagenda’s?
  2. Inclusiviteit; komen alle groepen belanghebbenden en belangstellenden aan bod?
  3. Zeggenschap; in hoeverre bepalen externe betrokkenen de rol die ze spelen en de bijdrage die ze leveren aan publiek onderzoek?

Voor publieke betrokkenheid kunnen verschillende redenen zijn: inhoudelijke (burgers brengen aanvullende kennis in), normatieve (burgers hebben recht op betrokkenheid) en instrumentele (burgerbetrokkenheid zorgt voor meer draagvlak en betere aansluiting bij behoeften). Wil publieke betrokkenheid betekenisvol zijn, dan moeten de redenen ervoor goed passen bij:

  • wie er betrokken wordt (belanghebbenden of belangstellenden);
  • waar ze plaatsvindt (al dan niet in de praktijk);
  • in welke fase ze plaatsvindt (agendering, uitvoering, gebruik van resultaten); en
  • hoe ze wordt vormgegeven (informeren, mee-uitvoeren, adviseren, meebepalen).

Vijf stappen naar betekenisvolle publieke betrokkenheid
Met de huidige invulling van open science wordt de voortgang op het gebied van democratisering van de wetenschap overschaduwd door een eenzijdige nadruk op open access en open data. En dat terwijl het organiseren van betekenisvolle publieke betrokkenheid een uitdaging is voor iedereen: onderzoekers en beleidsmakers bij kennisinstellingen en onderzoeksfinanciers, burgers, belangenorganisaties, patiënten en professionals. Daarom hebben wij vijf stappen naar betekenisvolle publieke betrokkenheid opgesteld.

1. Maak onderzoek toegankelijk en inclusief voor diverse publieksgroepen
Om de maatschappelijke betekenis van onderzoek te vergroten, is het belangrijk om onderzoek zo toegankelijk mogelijk te maken. Dit kan door onderzoeksjargon en academisch taalgebruik te minimaliseren, en inzichten uit onderzoek zoveel mogelijk te vertalen naar bruikbare handvatten voor in de praktijk. Hoe toegankelijker het onderzoek, hoe groter de diversiteit van de deelnemers. Meer diversiteit kan zowel de kwaliteit als de legitimiteit van het onderzoek verhogen. Daarnaast bevordert een bredere betrokkenheid bij onderzoek de wetenschappelijke geletterdheid van burgers. Ook versterkt het de maatschappelijke positie van de wetenschap.

2. Coördineer diversiteit van inspraak en geef inzicht in toegevoegde waarde
Diverse perspectieven betrekken bij het formuleren van de onderzoeksvragen, kan de agenda inhoudelijk beter en maatschappelijk relevanter maken. Hier ligt niet alleen een taak voor onderzoekers. Maatschappelijke organisaties kunnen hier een rol in spelen, bijvoorbeeld door de rol en inbreng van verschillende groepen burgers voor het voetlicht te brengen. 

3. Maak het aantrekkelijk voor onderzoekers publieksgroepen te betrekken
Kennisinstellingen moeten onderzoekers stimuleren om de stap naar buiten te zetten. Het huidige systeem van erkennen en waarderen (en belonen) van onderzoekers, staat meer interactie met maatschappelijke actoren vaak in de weg. Maar veranderingen zijn op til: de ambities die de VSNU, NFU, KNAW, NWO en ZonMw in 2019 hebben uitgesproken, moeten nu door de kennisinstellingen uitgewerkt worden in concrete (beleids)maatregelen. Een goede stap zou bijvoorbeeld zijn om financieringsaanvragen voor de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) sterker te beoordelen op het betrekken van publieksgroepen. 

4. Expliciteer, evalueer en reflecteer op publieke betrokkenheid
Onderzoek met publieksgroepen vereist aandacht voor specifieke aspecten van aanpak en kwaliteitsborging. Zo is het belangrijk om te letten op de kwaliteit van de data die burgers verzamelen, de invloed van de relatie tussen burgers en onderzoekers op de onderzoekskwaliteit, en de leerervaringen die burgers opdoen tijdens het proces. Gezamenlijke reflectie hierop kan aanleiding zijn om het onderzoek tussentijds bij te sturen. Evaluatie van publieke betrokkenheid vraagt niet alleen om aandacht voor de directe onderzoeksoutput, maar ook voor de bredere impact ervan: waar komen de resultaten terecht en hoe worden ze gebruikt?  

5. Geef burgers zeggenschap
Het is motiverend mensen medezeggenschap te geven over het doel van het onderzoek, de uitvoering en hun eigen rol daarin. Wanneer betrokkenen een zekere invloed hebben op het onderzoek en hun rol daarin, komt dat het draagvlak voor onderzoek ten goede.

Publieke betrokkenheid bij wetenschap is een mensenrecht. Artikel 27 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens luidt: “Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan”. De wetenschap bloeit en gaat vooruit als wetenschappers vrij en autonoom zijn, maar niet buiten de samenleving staan. Alleen wanneer wetenschap in verbondenheid met de samenleving functioneert, brengt ze de vruchten voort waaraan we behoefte hebben: antwoorden op de uitdagingen waar we samen voor staan. Daarom is een praktische zoektocht naar betekenisvolle publieke betrokkenheid bij wetenschap van fundamenteel belang.

¹      In deze beschouwing gebruiken we het woord publieksgroepen om aan te geven dat ‘het publiek’ bestaat uit groepen mensen met verschillende wensen, belangen en bijdragen.

²      Respectievelijk Rathenau Instituut (2019), Rathenau Instituut (2020a), Rathenau Instituut (2020b).

³      Dit leidt onder andere in 1986 tot de oprichting van de NOTA, de voorloper van het Rathenau Instituut. Deze organisatie krijgt de taak om de maatschappelijke betekenis van technologie systematisch te bestuderen, en de oordeelsvorming over nieuwe technologie van zowel politiek als publiek te ondersteunen.

     Een voorbeeld is het gebruik in de medische wetenschappen van randomized controlled trials, die een strikte scheiding tussen onderzoeker en onderzoekssubjecten vereisen.

Conclusie

In dit rapport belichtten we de conceptuele, beleidsmatige en praktische zoektocht naar betekenisvolle publieke betrokkenheid bij wetenschap. We schetsten de historische ontwikkelingen, de kansen en de uitdagingen waarmee beleidsmakers, wetenschappers en het betrokken publiek te maken kregen. Uit onze analyse trokken we de conclusie dat wetenschap democratischer wordt als ze toegankelijk en inclusief is voor maatschappelijke actoren, en burgers zeggenschap krijgen over hun eigen rol. Daarnaast concludeerden we dat publieke betrokkenheid betekenisvol is wanneer het doel van deze betrokkenheid (het waarom) goed past bij wie betrokken is, waar, wanneer en hoe.

In dit laatste hoofdstuk relateren we deze conclusies aan de (beleids)discussie over open science. Op basis van onze inzichten formuleren we praktische stappen die beleidsmakers en onderzoekers kunnen helpen bij het betekenisvoller maken van initiatieven waarbij ze publieksgroepen betrekken. Deze beschouwing eindigt met een oproep aan de wetenschappelijke wereld om deze aanbevelingen ter harte te nemen.

Publieke betrokkenheid binnen open science

Wie publieksgroepen wil betrekken bij onderzoek, of wie betrokken wil raken bij onderzoek, komt terecht in een wereld waar (het praten over) open science de boventoon voert. Onderzoeksvoorstellen moeten voldoen aan richtlijnen voor open access en FAIR data, kennisinstellingen hebben open science officers aangesteld om het gedachtegoed te verspreiden, onderzoekers kunnen workshops volgen om hun onderzoek volgens de principes van open science in te richten. 

De ambities van open science zijn groot. Open science belooft een transformatie van de wetenschap ten behoeve van de maatschappij te realiseren. Hierdoor wordt wetenschap beter ingebed in onze samenleving, draagt het bij aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, en wordt het onderzoeksproces efficiënter en effectiever. Het onderzoek beantwoordt dus, met minder middelen, de juiste maatschappelijke vragen. 

In de vorige hoofdstukken hebben we gezien dat dit gedachtegoed van open science en het bijbehorende beleidskader niet uit de lucht kwamen vallen. Beide bouwen voort op een ontwikkeling in de interactie tussen wetenschap en maatschappij die al lange tijd gaande is. Deze beweging verliep tot nu toe steeds meer richting het vroeg betrekken van publieksgroepen, op een steeds gelijkwaardiger manier. Responsible research and innovation komt hieruit voort. Deze democratiserende ambities zijn ook terug te vinden in het werk van UNESCO en de Verenigde Naties waarin het recht op wetenschap wordt uitgewerkt (United Nations Committee on Economic, Social and Cultural Rights, 2020). 

Met de huidige invulling van open science bestaat het risico dat de vooruitgang die bij de democratisering van de wetenschap is gemaakt, overschaduwd raakt door een eenzijdige nadruk op open access en open data. Het begrip publieke betrokkenheid dreigt bovendien vernauwd te worden tot citizen science, waarbij men al snel denkt aan het verzamelen van data door burgers. Hierdoor kan de dialoog tussen wetenschap en publiek weer terugvallen in een ongelijkwaardig rolpatroon.

Vijf stappen naar betekenisvolle publieke betrokkenheid

Publieke betrokkenheid verdient de volle aandacht als integraal onderdeel van het streven naar open science. Deze beschouwing roept hiertoe op. Om deze aandacht een concrete invulling te geven, hebben wij onze inzichten hieronder vertaald naar vijf praktische stappen om betekenisvolle publieke betrokkenheid bij onderzoek vorm te geven. Het gaat daarbij niet zozeer om meer, als wel om betere publieke betrokkenheid: betrokkenheid die zowel de wetenschap als de samenleving ten goede komt. 

We hebben gezien dat het organiseren van betekenisvolle publieke betrokkenheid een uitdaging is voor alle partijen. Dit geldt voor onderzoekers, beleidsmakers bij kennisinstellingen en onderzoeksfinanciers, burgers, belangenorganisaties, gebruikers, patiënten en professionals. De sleutel voor betekenisvolle publieke betrokkenheid bij onderzoek ligt dus zowel in het wetenschappelijke, als in het maatschappelijke domein.

1. Maak onderzoek toegankelijk en inclusief voor publieksgroepen
Om de maatschappelijke betekenis van onderzoek te vergroten, is het belangrijk om onderzoek zo toegankelijk mogelijk in te richten. Drempels wegnemen, is een eerste stap. Onderzoeksjargon en academisch taalgebruik zijn zulke drempels. Het vertalen van onderzoeksinzichten naar bruikbare handvatten en tools voor in de praktijk, kan de toegankelijkheid van het onderzoeksproces bevorderen.

Hoe toegankelijker het onderzoek voor het publiek is, hoe groter de diversiteit van de deelnemers kan zijn. Meer diversiteit kan zowel de kwaliteit als de legitimiteit van het onderzoek verhogen. Als mensen met sterk uiteenlopende perspectieven en inzichten inspraak hebben in beslissingen, profiteert het onderzoek daarvan. In medisch onderzoek maakt het bijvoorbeeld verschil voor iemands inbreng of hij een chronische aandoening heeft of al genezen is, of hij medisch onderlegd is of juist niet. Wanneer een breder spectrum aan groepen bij onderzoek betrokken is, bevordert dit de wetenschappelijke geletterdheid en versterkt het de maatschappelijke positie van de wetenschap.

2. Coördineer diversiteit van inspraak en geef inzicht in toegevoegde waarde
Het vergroten van de diversiteit van deelnemers aan wetenschappelijk onderzoek heeft ook te maken met de organisatie van een maatschappelijk domein. Idealiter zijn veel verschillende partijen vertegenwoordigd bij het formuleren van onderzoeksvragen – en niet alleen de usual suspects. In het onderwijsonderzoek zou het bijvoorbeeld goed zijn als niet alleen enthousiaste leraren en schoolleiders een stem krijgen, maar ook onderwijsprofessionals die minder tot de voorhoede behoren. Ook worden ouders en leerlingen nog weinig betrokken bij onderwijsonderzoek. Zowel wetenschappers als maatschappelijke actoren hebben een verantwoordelijkheid om de diversiteit van de betrokken publieksgroepen te maximaliseren.

In onze casusonderzoeken hebben we gezien dat publieke betrokkenheid onderzoek inhoudelijk beter en/of maatschappelijk relevanter kan maken. Publieksgroepen brengen aanvullende vormen van expertise in, zoals praktijk- en ervaringskennis. Dit kan leiden tot andere onderzoeksvragen, nieuwe mogelijkheden voor dataverzameling, empirisch onderzoek in praktijksituaties, en een betere vertaling van onderzoeksresultaten in praktische toepassingen. Publieksgroepen kunnen dan ook verschillende rollen vervullen bij onderzoek. Zo worden natuurliefhebbers voornamelijk betrokken bij dataverzameling. In de psychiatrie brengen patiënten ervaringskennis in.

Maatschappelijke organisaties, zoals natuurorganisaties, vakverenigingen en patiëntenverenigingen, kunnen deze rollen in onderzoek verder ontwikkelen en over het voetlicht brengen. Zo kunnen zij de meerwaarde van publieke betrokkenheid vergroten en het draagvlak ervoor versterken. Wanneer publieksgroepen hun inbreng duidelijk zichtbaar terugzien in het eindresultaat, zal hen dat stimuleren om te (blijven) bijdragen. 

3. Maak het aantrekkelijk voor onderzoekers om publieksgroepen te betrekken
Een mogelijkheid om publieke betrokkenheid bij onderzoek te bevorderen, is het aantrekkelijk maken voor onderzoekers om de stap naar buiten te zetten. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de manier waarop onderzoekers nu gewaardeerd en beloond worden, een intensievere interactie met maatschappelijke actoren in de weg staat (Felt, 2017). Daarom moet betekenisvolle publieke betrokkenheid een plaats krijgen in het academische systeem van waarderen en erkennen. Om dit te bewerkstelligen, hebben de VSNU, NFU, KNAW, NWO en ZonMw in 2019 een eerste stap gezet¹. Het is nu aan de kennisinstellingen om de uitgesproken ambities uit te werken in concrete (beleids)maatregelen. 

Daarnaast is het belangrijk passende kwaliteitsstandaarden te ontwikkelen voor onderzoek waar publieksgroepen bij betrokken zijn (zie kader 8 in de pdf). Dit bevordert de maatschappelijke impact van dit type onderzoek, wat onderzoekers kan motiveren publieksgroepen te betrekken bij hun werk. 

4. Expliciteer, reflecteer op en evalueer publieke betrokkenheid
Bij activiteiten om publieksgroepen bij onderzoek te betrekken, worden aannames gedaan over hoe die activiteit tot resultaten of opbrengsten leidt. Soms blijven die impliciet. Het is belangrijk deze aannames te expliciteren, ze waar mogelijk te baseren op bestaande kennis, erop te reflecteren en het resultaat te evalueren. 

Waar gesproken wordt over het waarom, wie, waar, hoe en wanneer van publieke betrokkenheid (zie hoofdstuk 5) duiken vaak aannames op. Zo wordt bij het onderzoek naar waterkwaliteit vaak aangenomen dat er een hoger waterbewustzijn ontstaat wanneer burgers hieraan deelnemen (zie kader 7). Dit wordt lang niet altijd getoetst. Welke leerprocessen burgers doormaken door hun deelname aan onderzoeksprojecten, is nog veelal onbekend (Bonney et al., 2015; Ballard et al., 2017). 

Naast het expliciteren en onderbouwen van aannames, is het ook nuttig om te reflecteren op de betrokkenheid. Het evalueren van het proces kan door middel van enquêtes onder deelnemers, via focusgroepen en interviews, of door zelfreflectie onderdeel van het onderzoeksproces te maken. Er zijn verschillende opties om met meerdere belanghebbenden gezamenlijk te reflecteren op een onderzoeksproces (Metze et al., 2017). Hierdoor is het mogelijk tijdig bij te sturen. De inzichten uit de reflectie kunnen ook bijdragen aan effectieve vormen van publieke betrokkenheid in de toekomst.

Bij de evaluatie van een project is de directe output van belang, evenals de maatschappelijke impact ervan. Vooralsnog zijn initiatieven omtrent publieke betrokkenheid vooral gericht op de inspanningen en activiteiten, terwijl een beeld van de bredere impact veelal ontbreekt (Mejlgaard et al., 2019)². Deze bredere impact wordt onvoldoende geëvalueerd. In het onderwijsonderzoek bijvoorbeeld kunnen kwaliteitsverschillen tussen scholen toenemen doordat sommige wel en andere niet deelnemen aan academische werkplaatsen. Dit onbedoelde neveneffect moet onderdeel zijn van de evaluatie van de bredere impact van publieke betrokkenheid.

5. Geef burgers zeggenschap
Om te komen tot een wetenschap die er voor iedereen is, is het van belang mensen te laten meepraten over wat die wetenschap onderzoekt en hoe ze dat doet. Over het algemeen geldt dat hoe eerder partijen betrokken zijn bij een onderzoeksproces, hoe beter ze het gesprek hierover kunnen voeren. Zo kunnen publieksgroepen in samenspraak met onderzoekers, medezeggenschap krijgen over het doel van het onderzoek, de uitvoering en hun eigen rol daarin. Zij kunnen kiezen voor een rol bij het opstellen van de onderzoeksvraag of enkel bijdragen als vrijwillige dataverzamelaar. Wanneer betrokkenen invloed hebben op het onderzoek en hun rol daarin, komt dat het draagvlak voor het onderzoek ten goede. 

¹      Deze partijen ondertekenden het position paper Ruimte voor ieders talent – Naar een nieuwe balans in het erkennen en waarderen van wetenschappers, waarin impact ook als kernvariabele is opgenomen.

²      Het project MICS, measuring impact of citizen science, is een door de EC gefinancierd project om impactindicatoren te ontwikkelen. Zie https://mics.tools/

Wetenschap, betrek de samenleving

In deze beschouwing is naar voren gekomen dat publieke betrokkenheid bij wetenschap aan betekenis wint, naarmate ze de wetenschap democratischer maakt. Betekenisvolle betrokkenheid geeft burgers of maatschappelijke actoren medezeggenschap over de richting waarin de wetenschap zich ontwikkelt. Dit levert nieuwe onderzoeksvragen op en meer maatschappelijk draagvlak voor de wetenschap. De wetenschap levert uiteindelijk ook meer kennis op die maatschappelijk van nut is, of anderszins waardevol.

In ons onderzoek zagen we dat het denken over, en het beleid voor, publieke betrokkenheid bij wetenschap al decennia teruggaat. In de praktijk vonden we veelbelovende initiatieven waar geëxperimenteerd wordt met verschillende vormen van betrokkenheid. Ook werd duidelijk dat het betrekken van publieksgroepen bij wetenschap nog geen staande praktijk is. Publieksgroepen worden niet vanzelfsprekend, en ook niet overal, als gelijkwaardige gesprekspartners bij wetenschappers aan tafel uitgenodigd.

Om de samenleving op gelijkwaardige voet te betrekken en democratische kennisontwikkeling te organiseren, is het belangrijk om wetenschappers aan te moedigen om publieksgroepen bij hun werk te betrekken. Het is noodzakelijk om deze samenwerking aantrekkelijk te maken voor zowel wetenschappers, burgers als maatschappelijke actoren. Wetenschappers moeten hiervoor erkend en gewaardeerd worden. Voor burgers moet de betrokkenheid toegankelijk, inclusief en vruchtbaar zijn. 

Daarnaast is in deze beschouwing duidelijk geworden dat er geen handboek bestaat voor het organiseren van betekenisvolle publieke betrokkenheid. In elk vakgebied en bij elk type onderzoek kunnen publieksgroepen op een andere manier een bijdrage leveren. De praktische stappen uit onze conclusies vormen geen recept waarmee iedereen met de juiste ingrediënten en bereidingswijzen een gerecht van betekenisvolle betrokkenheid op tafel kan toveren. De stappen geven wel de juiste richting aan.

Onze inzichten maken duidelijk dat er een doorontwikkeling nodig is van de (financierings)structuren die publieke betrokkenheid bij wetenschap organiseren. In Nederland is de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) het meest recente, concrete voorbeeld waarbij wetenschappers gestimuleerd worden publieksgroepen te betrekken, en publieksgroepen worden uitgenodigd bij de wetenschap betrokken te raken. Bij de selectie van onderzoeksvoorstellen en de uitvoering van het NWA-onderzoek spelen burgers en maatschappelijke partijen echter een beperkte rol¹. Bij voortzetting of uitbreiding van dit programma zijn er volop kansen om de betrokkenheid van burgers en maatschappelijke actoren betekenisvoller te maken. Zo kan er een grotere en meer gevarieerde groep mensen betrokken worden bij de programmering, selectie en uitvoering van het door de NWA bekostigde onderzoek. Wetenschappers die NWA-financiering aanvragen, kunnen gestimuleerd worden om publieksgroepen te betrekken door hun voorstellen mede op dit criterium te beoordelen, en door hen te ondersteunen bij het op een betekenisvolle manier vormgeven hiervan. Het expliciteren van aannames en het reflecteren op het proces van publieke betrokkenheid, zouden onderdeel kunnen worden van de evaluatie van de NWA.

Deze beschouwing begonnen we met een verwijzing naar het recht op wetenschap, zoals verwoord in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Daarin staat dat ieder mens het recht heeft om ‘deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan’. Voor wetenschappelijke bloei en vooruitgang zijn wetenschappers nodig die vrij en autonoom zijn, maar niet buiten de samenleving staan. Alleen wanneer de wetenschap daadwerkelijk in verbondenheid met de samenleving functioneert, brengt ze vruchten voort waar we behoefte aan hebben: oplossingen voor de kleine en grote uitdagingen waar we samen voor staan. Daarom is een praktische zoektocht naar betekenisvolle publieke betrokkenheid bij wetenschap van fundamenteel belang.

¹    Zoals toegelicht in kader 3 (zie pagina 31 van de pdf).