calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Ondergrondse CO2-opslag

case
24 maart 2014
Voor de studie 'Wetenschap als strijdtoneel' hebben we zes voorbeelden van evidence based policy geselecteerd waarover maatschappelijke ophef is ontstaan. In deze case: ondergrondse CO2-opslag.

Lees de analyse van de cases in het rapport Wetenschap als strijdtoneel. In onderstaande case ligt het accent op een feitelijke beschrijving van het verloop van de gebeurtenissen tot 2012. 

Een nieuwe technologie

CO2-opslag is een technologie waarmee CO2-uitstoot van bijvoorbeeld kolen- en gascentrales wordt afgevangen en onder de grond in lege gasvelden wordt opgeslagen. Het is een omstreden technologie omdat de effecten van CO2-gas op verschillende ondergronden niet volledig bekend zijn. Er bestaat angst voor bijvoorbeeld lekkage van het gas. Het is mogelijk wel een manier om de doelstellingen over vermindering van uitstoot van CO2 te realiseren.

Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) schrijft in 2007 in samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) en SenterNovem een tender uit voor demonstratieprojecten van CO2-opslag op land. Shell is een van de indieners en krijgt uiteindelijk in november 2008 voor zijn project 30 miljoen euro subsidie toegekend.

In juli 2007 verschijnt de Algemene Milieu Effecten Studie CO2-opslag, een gezamenlijke studie van diverse overheden, energiebedrijven en adviesbureaus. Doel is om achtergrondinformatie te bieden over mogelijkheden voor CO2-opslag op land in Nederland. Aanleiding is de constatering dat er nog weinig kennis en ervaring beschikbaar is over CO2-opslag, zowel in technologische, beleidsmatige als juridische zin. Shell gebruikt het rapport in de voorbereidingen voor de Startnotitie MER (Milieueffectrapport) van het project in Barendrecht.

Maatschappelijke onrust

Shell organiseert bij de start van de MER-procedure een informatiebijeenkomst voor de burgers van Barendrecht in februari 2008. Hierbij is een vertegenwoordiger van de Ministeries van EZ en VROM aanwezig om het overheidsbeleid voor CO2-reductie uit te leggen en de plaats van CO2-opslag daarbinnen. Na deze bijeenkomst verschijnen de eerste mediaberichten met verontruste geluiden van gemeenteraadsleden en omwonenden. Ze vragen zich af of Barendrecht wel de juiste locatie is, gezien de dichtbevolktheid van het gebied en de vele industrie die er is gehuisvest. Ook spelen zorgen over gezondheidsrisico’s en een mogelijke waardedaling van woningen.

Vanwege deze tekenen van onrust organiseert Shell een paar maanden later een tweede informatiebijeenkomst. Hierbij is een vertegenwoordiger van TNO aanwezig om de technische aspecten van het project uit te leggen. TNO is door Shell als expert ingehuurd om onderzoek voor de milieueffectrapportage te verrichten. De uitgenodigde vertegenwoordiger van de nationale overheid meldt zich op het laatste moment af voor de informatiebijeenkomst. De tenderprocedure loopt op dat moment nog.

Bestuurlijk overleg CO2

Halverwege 2008 besluiten de ministers van EZ en VROM samen met de gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland om een bestuurlijk overleg op te zetten (BCO2), met daarin vertegenwoordigers van zowel de gemeentelijke, provinciale als nationale overheid. Het doel is om elkaar te informeren over het besluitvormingsproces en over de communicatieactiviteiten over het project. Ook Shell neemt aan dit laatste deel.

De deelnemers aan het BCO2 spreken af elk hun eigen communicatiekanalen te blijven gebruiken. Shell besluit wel om tijdelijk te stoppen met communiceren richting het publiek en niet meer te reageren op berichten in de lokale media om verdere toename in onrust te voorkomen.

Kennistafels

In het BCO2 spreken de betrokken partijen af om Kennistafels in te richten, waarvoor externe deskundigen worden uitgenodigd. In vier bijeenkomsten worden vragen over de ondergrond, locatiekeuze, externe veiligheid en monitoring van risico’s besproken.

Tegelijkertijd beginnen deskundigen zich in de media te roeren. Hydroloog Cees den Akker, tevens deelnemer aan de Kennistafels, laat zich kritisch uit over de veiligheid van ondergrondse CO2-opslag. Hij is van mening dat demonstratieprojecten beter niet in een dichtbevolkt gebied kunnen worden gehouden. En Krijn de Jong, hoogleraar chemie, noemt CO2-opslag onder Barendrecht een ‘onverantwoord experiment’.

In maart 2009 wordt het informatiepunt CO2-opslag geopend in een winkelcentrum in Barendrecht. Het is gefinancierd door het Ministerie van VROM en gevuld met informatiepanelen en publicaties van onder meer de nationale overheid, de projectontwikkelaars en TNO, maar ook van Greenpeace. Doel is het informeren van de bewoners. De gemeente weigert via het informatiepunt te communiceren en heeft een eigen informatiepunt in het gemeentehuis.

Maatschappelijke weerstand neemt toe

De ministers van EZ en VROM brengen in de loop van 2009 diverse bezoeken aan Barendrecht en Albrandswaard om met lokale bestuurders en burgers te praten. Doel van de ministers is om uit te leggen waarom zij CO2-opslag noodzakelijk vinden in aanvulling op energiebesparing en duurzame energie en om te benadrukken dat de veiligheid van het project voorop staat.

Lokale bestuurders keren zich echter tegen het project. De tegenstand van lokale politici verhevigt als er in september 2009 in Barendrecht een treinongeluk plaatsvindt, waarbij een machinist om het leven komt. De gemeente grijpt het ongeluk aan om te benadrukken dat Barendrecht al genoeg risicovolle activiteiten huisvest. Dat roept de vraag op of de gemeente niet al meer dan genoeg doet voor het nationale belang.

Hoewel de Rijksoverheid inmiddels de Rijkscoördinatieregeling kan aanwenden om het nationale belang te laten prevaleren boven lokale belangen, laat ze toch de gezondheidsrisico’s rond CO2-opslag onderzoeken door het RIVM. Het RIVM concludeert dat over eventuele gezondheidsrisico’s open moet worden gecommuniceerd door de Rijksoverheid.

Provinciale Staten keren zich in november 2009 ook tegen de opslag. Tijdens een derde informatiebijeenkomst in december 2009 lopen de emoties in aanwezigheid van minister Cramer hoog op. De minister doet bij deze gelegenheid de uitspraak dat ondergrondse opslag van CO2 ‘absoluut veilig’ is. Een besluit over de opslag wordt uitgesteld als in februari 2010 het kabinet valt. Onder het nieuwe kabinet besluit de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Maxime Verhagen in november 2010 om geen gas onder land op te slaan en in plaats daarvan de mogelijkheden te onderzoeken om CO2 op te slaan in de zeebodem.