calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Pas op met de inzet van Big Tech op kernenergie, dat is kritieke infrastructuur met strategische betekenis

Artikel
29 november 2024

Voordat Big Tech kernenergie als mogelijke oplossing inzet, moeten Nederland en de Europese Unie daarom tijdig, een goed onderbouwde visie op verantwoorde en duurzame digitalisering formuleren. (Foto: Shutterstock)

Image
De kerncentrale van Borselle met het dorp op de voorgrond

Grote techbedrijven vestigen sinds kort hun hoop op kernenergie. Onderzoekers Romy Dekker en Bart Karstens vinden dat er kritischer gekeken moet worden naar de onderliggende energiehonger en de groeiende afhankelijkheid van Big Tech.

Onlangs sloot Microsoft een deal met Constellation Energy voor het afnemen van alle capaciteit van een te heropenen kernreactor op Three Mile Island in Pennsylvania. Ook Google sloot recent een deal met Kairos Power voor de bouw van nieuwe kernreactoren, te plaatsen bij datacenters in de Verenigde Staten. En Amazon werd vorige maand aandeelhouder van X-energy, eveneens een ontwikkelaar van zogeheten small modular reactors (SMR’s). Dit zijn reactoren die tot 300 megawatt produceren. Ter vergelijking: de kernreactor in Borsele heeft een vermogen van 485 megawatt.

Big Tech bedrijven zetten in op kernenergie omdat het opslaan en bewerken van data en het trainen en gebruiken van kunstmatige intelligentie enorm veel stroom kost. Tot op heden zorgden efficiëntieslagen in chips en datacentra ervoor dat de toename in digitale capaciteit niet automatisch leidde tot toename in energiebehoefte. Er is echter een kantelpunt bereikt. Zo voorspelde het International Energy Agency dat het wereldwijde aandeel in energieverbruik van datacentra tegen 2030 is verdubbeld.

Transparant over voetafdruk

Grote techbedrijven zien kernenergie als de groene oplossing voor hun groeiende energiebehoefte en hun streven naar netto nul CO2-emissie. NRC-journalist Marc Hijink vroeg zich onlangs af „of we daar blij mee moeten zijn?” (NRC, 4/10). Twee cruciale, dieperliggende kwesties bleven in deze discussie naar onze overtuiging onderbelicht: de groeiende energiebehoefte zelf en de afhankelijkheid van Big Tech.

Ten eerste: de groeiende energievraag zelf. Het is de hoogste tijd om daar kritischer naar te gaan kijken. Het bewustzijn dat alles wat we online doen beslag legt op energie, ruimte, water en grondstoffen is nog altijd laag. Ook ontbreekt transparantie over de ecologische voetafdruk van digitale diensten. Transparantie kan helpen om te zien waar het grootverbruik zit. Hoe financiële prikkels tot vermindering van datagebruik kunnen leiden is ook nog onvoldoende onderzocht.

Toch zijn er voorzichtige positieve ontwikkelingen. De overheid heeft het voornemen uitgesproken om generatieve kunstmatige intelligentie niet in te zetten als dit grote schade aanricht aan mens en planeet. Verschillende Nederlandse bedrijven werken aan oplossingen voor dataminimalisatie, datahygiëne en databewustzijn. Zo komt er steeds meer aandacht voor zogenoemde dark data, oftewel data die opgeslagen staan in een datacentrum, maar niet meer wordt gebruikt. Deze data beslaan naar schatting tussen de 41 tot zelfs 99.5 procent van alle data van bedrijven. De Nationale Coalitie Duurzame Digitalisering stimuleert initiatieven om hier oplossingen voor te ontwikkelen.

Maar juist de Amerikaanse technologiebedrijven hebben helemaal geen belang bij databesparing. Hun verdienmodel draait om het stimuleren van meer datagebruik, met aanzienlijke maatschappelijke gevolgen. Publieke instanties slagen er maar niet in om hier grip op te krijgen. De herverkiezing van Trump maakt dit mogelijk nog moeilijker omdat die naar verwachting eerder minder dan meer zal gaan reguleren. Dit brengt ons bij de tweede kwestie: de groeiende afhankelijkheid van Big Tech.

Energie als ruggengraat

Digitale grootmachten als Google, Microsoft en Amazon, zijn niet alleen online aanbieders van diensten. Ze spelen ook een belangrijke rol in domeinen als onderwijs, zorg, mobiliteit en steeds vaker ook in de energievoorziening. Eerst door investeringen in slimme thermostaten en windparken, en nu dus ook in kernenergie. Dit is niet verrassend. Energie vormt immers de ruggengraat van de digitale wereld. En grote techbedrijven nemen vaak essentiële onderdelen van hun waardeketen in eigen beheer. Hierdoor neemt hun mondiale machtspositie echter verder toe.

Met betrekking tot kerncentrales is die machtspositie zorgelijk omdat het gaat om een kritieke infrastructuur met strategische belangen. Bovendien kan de kennis en technologie die nodig zijn voor kernenergie als onderhandelingsmiddel worden ingezet op het geopolitieke toneel. Het beslag op energie en ruimte is daarnaast een publieke zaak. Bij schaarste ontstaat een verdelingsvraagstuk: energie die door datacenters wordt verbruikt, kan niet elders worden ingezet. De afhankelijkheid van de samenleving van Big Tech neemt hierdoor dus toe, waardoor ook de sturingskracht van de maatschappij om te beslissen over gebruik en inzet van schaarse middelen afneemt.

Beide kwesties spelen ook in Europa, waar de beperkte duurzame energie en netcapaciteit de datacenterindustrie onder druk zetten. Dit leidt nu al tot groeiende zorgen over de gevolgen voor de Europese digitale economie. Voordat Big Tech kernenergie als mogelijke oplossing inzet, moeten Nederland en de Europese Unie daarom tijdig, een goed onderbouwde visie op verantwoorde en duurzame digitalisering formuleren om zo meer controle te houden over de energiehonger van digitale grootmachten.

Dit opinieartikel verscheen eerder in NRC