Beleid rond verduurzamen moet starten vanuit rechtvaardig gebruik
Beleid gericht op verduurzaming zou moeten starten bij rechtvaardig gebruik, bij wat we nodig hebben. Daarna volgt pas of het slimmer en schoner kan. Dat blijkt uit het verslag over vraagsturing in beleid rond duurzaamheid dat Alyssa Gayraud schreef tijdens haar stage bij het Rathenau Instituut.
Overheden denken bij het maken van economisch beleid vaak in termen als aanbod of vraag. Het idee achter vraagsturing is dat als er vraag is, het aanbod vanzelf ontstaat. Een voorbeeld van succesvolle vraagsturing is de invoering van E10-benzine in 2019. De Europese Unie vroeg om benzine met tien procent bio-ethanol. Daardoor pasten oliemaatschappijen het aanbod aan.
Stagiaire Alyssa Gayraud bestudeerde welke rol vraagsturing kan spelen bij verduurzaming. Volgens Gayraud bestaat duurzaam vraaggericht beleid uit drie benaderingen:
- Rechtvaardig gebruik (sufficiency): wat hebben we nodig en wat is rechtvaardig?
- Slimmer (efficiency): hoe halen we hetzelfde of meer uit minder?
- Schoner (consistency): hoe maken we van duurzame alternatieven de norm?
Gayraud constateert dat de combinatie van benaderingen belangrijk is, want iedere benadering op zich schiet tekort. Het enkel inzetten op rechtvaardig gebruik, kan bijvoorbeeld leiden tot maatschappelijke weerstand en onrust. Dit speelde in Frankrijk toen dat land de belasting op benzine verhoogde en mensen protesteerden in gele hesjes. Alleen sturen op efficiëntie leidt vaak tot meer gebruik, het zogeheten reboundeffect. En uitsluitend sturen op duurzame producten en processen is onvoldoende zolang de totale vraag blijft groeien.
Gayraud ziet dat het in het Nederlandse beleid en in de Europese Clean Industrial Deal ontbreekt aan een overzicht over hoeveel energie of materialen genoeg zou zijn (sufficiency). Ook is er geen integraal vraagbeleid dat de drie benaderingen combineert.
Gayraud pleit daarom voor duurzaam vraagbeleid dat start met sufficiency: 'Stel eerst vast wat rechtvaardig gebruik is, en wat we echt nodig hebben. Zet daarna in op efficiëntie en schonere producten en processen om dat doel te halen.' Op die manier, aldus Gayraud, voorkom je reboundeffecten en kun je beleid beter afstemmen op verschillende mensen. Dergelijk integraal beleid versterkt rechtvaardig, slimmer en schoner gebruik, en houdt rekening met de tegenstrijdigheden van de drie benaderingen.
Volgens Gayraud zou het helpen als er meer onderzoek komt naar de fiscale en juridische mogelijkheden en naar de institutionele arrangementen om duurzaam vraagbeleid mogelijk te maken.
Het volledige stageverslag is op te vragen bij een van de stagebegeleiders: Allerd Nanninga, Femke Merkx, Rinie van Est.