calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Gerdi Verbeet: Vertrouwen in de democratie is goed, meedoen is beter

terugblik
08 november 2018
raad openbaar bestuur opinievorming nepnieuws
Image
'Vertrouwen in de democratie is goed, maar meedoen is beter.' Dat zei Gerdi Verbeet 7 november 2018 in een gesprek over online democratie in Pakhuis De Règâh in Den Haag.

Gerdi Verbeet is voormalig voorzitter van de Tweede Kamer, en nu voorzitter van het bestuur van het Rathenau Instituut. Dit is haar bijdrage aan een van de twee dialoogavonden die het Rathenau Instituut organiseert over online democratie. 

Veel mensen hebben tegenwoordig zorgen over de democratie. Staan wij niet te vaak tegenover elkaar? Wij als burgers onderling, maar ook wij als burgers en de politiek, de overheid. Begrijpen we elkaar nog wel? En: willen we elkaar nog wel begrijpen? De Britse politicoloog David Runciman zei laatst: “Een politicus die pragmatisch wil zijn, die zegt ‘we moeten hier samen uit zien te komen’, kan meteen dekking gaan zoeken.”

Ik heb ook mijn zorgen. Ik schreef ooit een boek 'Vertrouwen is goed, begrijpen is beter'. Ik vond toen dat die titel wel de kern aangaf van de moderne democratie. Natuurlijk moeten de kiezers de mensen die zij kiezen vertrouwen. Maar we leven nu in een land waar bijna 80 procent van de bevolking een opleiding heeft van MBO2 of hoger. Waar het aantal hoger opgeleiden acht keer zo groot is als 50 jaar geleden. En dan is ‘vertrouwen’ niet meer genoeg. De kiezers informeren zich, vergaren kennis. En ze hebben er recht op om te weten hoe het zit. Hoe besluitvorming tot stand komt, hoe compromissen worden gesloten. En dus vond ik: vertrouwen is goed, maar begrijpen is beter. Maar ja, tegenwoordig denk ik vaak, het wordt kiezers wel heel lastig gemaakt om het te begrijpen.

Soms verheft de overheid 'framing' tot hogere kunst. Of houdt ze informatie bewust achter. De politiek is er ook niet vies van.
Gerdi Verbeet

Er is door de digitalisering zoveel meer informatie beschikbaar gekomen. De kwaliteit ervan is op zijn minst een stuk diverser geworden. De bron is vaak een stuk lastiger te achterhalen: op Twitter, Facebook en Snapchat lijken berichten steeds meer op elkaar. Af en toe een politieke advertentie tussendoor, gesponsord door de Russen? Wie weet.

Bij de verkiezingen in Brazilië laatst werden Whatsapp-gebruikers overspoeld met anti-linkse propaganda. Aan de andere kant klaagde een Tweede Kamerlid laatst juist dat Google, Facebook en Twitter linkse bolwerken zijn die ons stemgedrag beïnvloeden.

Een ding staat vast: burgers en vooral jongeren krijgen hun informatie steeds vaker via sociale media. Tegelijkertijd zien we ook dat de overheid bij tijd en wijle framing tot hogere kunst verheft. Of informatie soms bewust achterhoudt. De politiek is er ook niet vies van. Deze week nog zagen we dat de Italiaanse vijfsterrenbeweging nepnieuws over Jeroen Dijsselbloem verspreidde. Hij zou financiële markten en de Europese Centrale Bank hebben opgeroepen om Italiaanse banken failliet te laten gaan door de rente op Italiaanse staatsleningen op te drijven. Framing: de financiële elite is tegen de Italiaanse begroting van de burgers.

Over beide zaken – de sociale media en de framingsdrang vanuit overheid en politiek – maak ik me zorgen. Kunnen gewone mensen nog wel hun weg vinden in die brij aan informatie? In hoeverre worden ze gemanipuleerd? Worden ze nog wel genoeg in staat gesteld om te begrijpen? Daar gaan we het vanavond over hebben. Ik hoor graag hoe jullie hierover denken. Hoe gebruiken jullie online informatie om je een beeld te vormen over politieke vragen?

Op 21 november was er een vervolg op deze avond. Lees het verslag: Samen strijden tegen nepnieuws

Wij hebben als Rathenau Instituut ook onderzoek gedaan naar manieren om digitalisering positief in te zetten voor de democratie. Ik heb het dan over het betrekken van burgers bij het werk van de overheid en de politiek: door ze beter te informeren, mee te laten denken of mee te laten beslissen. Ik ben er van overtuigd dat dat broodnodig is. Daar gaan we het vanavond in de tweede sessie over hebben.

Het grootste deel van onze bevolking is uiteindelijk slim, gemotiveerd en betrokken genoeg om zelf actief aan de slag te gaan met de inrichting van hun buurt, hun stad, hun land. Als we hen daar nu eens toe stimuleren? Zo vreemd is het toch niet om van de mensen te vragen om zich in te zetten, om gedurende een bepaalde periode van hun leven bereid te zijn mee te denken en te beslissen. Sommigen van jullie hier vanavond aanwezig doen dat ook al. En juist digitale methoden kunnen daar heel goed bij helpen. Als ik mijn boek nu zou schrijven zou ik het ook een andere titel geven. Dan zou de titel eindigen met  ”… maar meedoen is beter”.

Ik vind democratie geen afhaalchinees waarbij je mag kiezen wat je lust en mag negeren waar je geen zin in hebt. Het is één pakket en je moet actief meedoen.
Gerdi Verbeet

Het gevaar hiervan is natuurlijk: de botsing tussen burgerparticipatie en de politiek. Dat de uitkomsten van al die mooi georganiseerde bijeenkomsten in het land, in Den Haag of bij het gemeentebestuur, onderaan de stapel 'nog te lezen post' worden geschoven. En laten we niet vergeten dat het ook een cultuurverandering vergt van burgers. In plaats van klagen en hun boosheid spuien moeten zij zelf uit de luie stoel komen. En daar ben ik ook echt voor! Ik vind democratie geen afhaalchinees waarbij je mag kiezen wat je lust en mag negeren waar je geen zin in hebt. Het is één pakket en je moet actief meedoen. Onze vraag voor vanavond is: helpen al die nieuwe digitale media ons om actief mee te doen? Zijn we ook beter in staat om onze zorgen te agenderen bij de politiek?

Uiteindelijk is democratie toch de enige weg. Laat ik eindigen met diezelfde Britse politicus David Runciman. Hij schuwde er nooit voor om ook de schaduwkanten van democratie te benoemen. “Democratie en onvrede horen bij elkaar. Democratie stelt nu eenmaal vaak teleur. Je krijgt het zelden zoals je het wil hebben. Er wordt kostbaar geblunderd en zelden van fouten geleerd. Maar uiteindelijk is democratie wel in staat om van koers te veranderen, nieuwe oplossingen te zoeken, te improviseren, in tegenstelling tot autoritaire regimes.”

En daarom moeten we democratie koesteren. Dus wil ik het met jullie allemaal vanavond hebben over de vraag hoe digitalisering ons kan helpen bij het voeren van een beter democratisch debat. Of juist niet. Als dat laatste zo is, kom dan in elk geval ook naar de dialoogavond op 21 november, want dan gaan we het over oplossingen hebben.

Laten we vanavond echt samen in gesprek gaan, en luisteren naar elkaar, elkaar proberen te begrijpen met een open positieve insteek. Want dat werkt uiteindelijk toch het beste. Voor ons onderling als burgers, hier vanavond aanwezig, maar ook voor een overheid richting haar burgers, en de politiek richting haar kiezers. 

Ik blijf vanavond graag luisteren en meedoen.