calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Een wetenschapper binnen de muren van een ministerie

Artikel
25 april 2024

Charlotte Watts legt uit hoe chief scientific advisors binnen de Britse overheid functioneren (foto: Rathenau Instituut)

Image
Chief science advisor Charlotte Watts van het Britse ministerie van Buitenlandse zaken, Gemenebest en Ontwikkeling

Op Nederlandse ministeries wordt erover nagedacht, in Groot-Brittannië hebben ze er al twintig jaar ervaring mee. Chief scientific advisors zijn topwetenschappers met een tijdelijke aanstelling die ervoor moeten zorgen dat het beleid van ministeries wordt onderbouwd met deugdelijke wetenschappelijke kennis. Charlotte Watts vervult die functie op het ministerie van Buitenlandse Zaken, Gemenebest en Ontwikkeling. Deze maand kwam ze in Nederland uitleggen hoe het Britse systeem werkt.

Watts sprak op de bijeenkomst die het Rathenau Instituut organiseerde bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aanleiding was de groeiende aandacht in Nederland voor de chief scientific advisors (CSA’s) waarmee veel Britse ministeries werken. Zo stelde de Adviesraad voor Wetenschap en Techniek eind 2023 voor om ook op Nederlandse departementen CSA’s aan te stellen. Een rapport van ADB Topconsult adviseerde om ambtenaren met vergelijkbare taken als de CSA’s beter toegang te geven tot de bestuurlijke top van de ministeries.

Het doel van de bijeenkomst was om te verkennen of en hoe een CSA van toegevoegde waarde zou kunnen zijn in de Nederlandse context. Voorafgaand aan haar presentatie vertelde Charlotte Watts hoe zij invulling geeft aan haar functie.

Ziet u zichzelf als wetenschapper of als ambtenaar?

Beide. Ik ben opgeleid tot wetenschapper en heb lang in de wetenschap gewerkt. Acht jaar geleden kwam ik in de ambtelijke dienst, maar ik ben geen carrièreambtenaar. Ik zit hier tijdelijk om op het hoogste ambtelijk niveau het belang van wetenschap te promoten en ervoor te zorgen dat de wetenschapsagenda verbonden is met de beleidsprioriteiten.

Hoe werkt dat in de praktijk?

Dat verschilt. Er gaat natuurlijk altijd informatie naar ministers en in beleidsteams zitten vaak ook inhoudelijke deskundigen. Soms wordt aan mij gevraagd om ergens een verkenning over te schrijven, bijvoorbeeld over klimaatverandering. Als ambtenaren een nota omhoog sturen met beleidskeuzes, moeten ze aangeven of ze daarin wetenschappelijke onderbouwing hebben gebruikt en of de CSA die onderbouwing heeft gezien.

En als die onderbouwing er niet is?

Dan zoek ik contact met de projectleider en zeg ik dat die meer onderbouwing moet geven. En als het echt nodig is, kan ik aan een stuk ook nog een eigen paragraaf toevoegen met mijn mening.

Dus u beoordeelt ook de kwaliteit van de onderbouwing?

Ja, dat is een belangrijk onderdeel. Je loopt natuurlijk altijd het risico dat ambtenaren onderbouwing gaan zoeken die past bij hun aanbeveling, maar dat is niet hun rol. Ze moeten alle relevante beschikbare kennis in ogenschouw nemen. Soms is ergens een sterk bewijs voor, soms is het bewijs zwak. Die nuances moet je ook aangeven zodat een minister bij beslissingen de complexiteit van een onderwerp kan inzien.

Vinden de beleidsambtenaren u niet vooral erg vervelend?

Dat zal soms best. Om dat te voorkomen, proberen we om onze stem al in een zo vroeg mogelijk stadium te laten horen. Als onze mensen meedraaien in de teams die het beleid maken, kun je daar ook echt helpen.

Hebben veel ministeries een chief scientific advisor?

Het model van de chief scientist ontstond als reactie op de uitbraak van mond en klauwzeer, iets meer dan twintig jaar geleden. Toen kregen we eerst een regeringswetenschapper. Die is er nog steeds en adviseert de minister-president. Daarna kwamen de eerste chief scientific advisors op ministeries. Sindsdien zie je na elke crisissituatie het systeem verder uitbreiden. In 2011 heeft de regering gezegd dat elk ministerie er een moet hebben.

Hebben alle ministeries er nu een?

Bijna elk ministerie. Sommige ministeries hebben iemand aangesteld uit de eigen organisatie, maar meestal zijn het mensen die net als ik zijn gedetacheerd, vanuit bijvoorbeeld een universiteit. Zo krijg je frisse ideeën uit de wetenschappelijk wereld binnen op het hoogste ambtelijk niveau. Je vergroot daar de diversiteit van het denken. Daarnaast zal iemand die ergens anders een aanstelling heeft zich vrijer voelen om ongemakkelijke boodschappen te brengen. Die hoeft niet bang te zijn om ontslagen te worden, al zal dat niet snel gebeuren.

Sommige ministers zijn echt geïnteresseerd. Maar dan gaat het niet zozeer om de wetenschap zelf natuurlijk, maar om hoe die kan bijdragen aan het realiseren van de punten die zij belangrijk vinden.

Bent u bang dat u uw baan verliest als na de volgende verkiezingen Labour de macht overneemt van de Conservatieven.

Nee, nee, dit is absoluut geen politieke benoeming. We hebben een ander systeem dan  de VS waar een flink deel van de ambtelijke top verdwijnt als er na de verkiezingen een andere partij aan de macht komt. Dat geldt hier alleen voor een klein groepje beleidsadviseurs.

Hoe wordt iemand chief scientific advisor?

Er is een normaal selectieproces waarbij headhunters met duidelijke criteria op pad worden gestuurd. Daarna zijn er gesprekken met een sollicitatiecommissie. Je moet een gerespecteerd wetenschapper zijn op een terrein dat relevant is voor een ministerie, maar ook over de grenzen van je eigen terrein kunnen kijken. Daarnaast gaat het om leiderschap, communicatieve vaardigheden, gevoel voor beleid en resultaatgerichtheid.

U bent epidemioloog. Hoe komt u aan de kennis voor de andere onderwerpen waarmee uw ministerie zich bezighoudt.

Op mijn afdeling werken zo’n tachtig mensen die vooral bezig zijn met het uitzetten van onderzoek dat kennis moet opleveren voor de terreinen waarmee het ministerie zich bezighoudt. Die werken in inhoudelijke teams als klimaat, landbouw en gezondheid, en gaan over honderden miljoenen ponden. Dat zijn ook inhoudelijke deskundigen die we in kleine teams samenbrengen als er een crisissituatie is. Via hen kan ik ook weer een beroep doen op de wetenschappers aan universiteiten van wie we het onderzoek financieren.  Daarnaast zijn er nog zo’n zestig geopolitieke analisten die veel weten over bijvoorbeeld landen of regio’s of de Veiligheidsraad. Daarnaast ben ik mededirecteur van het buitenlandse wetenschap- en innovatienetwerk, waaronder ook de wetenschappelijke partnerships vallen die we hebben met verschillende landen.

Hebben de chief scientific advisors overal zo’n groot team?

Dat verschilt enorm. Ik beheer een vrij groot onderzoeksbudget en dat betekent ook veel mensen. Maar er zijn ook ministeries waar het team maar uit twee of drie personen bestaat. Als CSA’s onderling hebben we veel contact, met eens per week een gezamenlijk ontbijt. Aanvankelijk was dat fysiek, tegenwoordig virtueel. Daar hoor je wat er speelt op andere ministeries en kun je snel contact leggen bij een departementsoverstijgend probleem. Het is ook handig wanneer ministers van portefeuille wisselen, wat bij ons vrij vaak gebeurt. Dan kun je op het oude departement van jouw nieuwe minister vragen hoe die het beste gebriefd kan worden of hoe die over wetenschap denkt.

Zijn politici echt geïnteresseerd in wetenschap?

Sommige ministers zijn echt geïnteresseerd. Maar dan gaat het niet zozeer om de wetenschap zelf natuurlijk, maar om hoe die kan bijdragen aan het realiseren van de punten die zij belangrijk vinden. Het is een middel voor een doel. Ze willen weten wat daarvoor werkt en wat niet.

Maar zijn ze dan niet vooral geïnteresseerd in kennis waarmee ze hun eigen beleid kunnen verkopen?

Dat wil ik zo niet zeggen. Zij zijn geïnteresseerd in kennis die hen helpt bij het bereiken van hun doelen. Laat ik een voorbeeld geven. Een van de doelen van ons ontwikkelingsbeleid is het bevorderen van de opleiding van meisjes in ontwikkelingslanden. Het is een feit dat daar steeds meer meisjes naar school gaan, maar tegelijkertijd verlaten ze die school vaak zonder dat ze goed kunnen lezen en schrijven. De minister wil dan weten wat we daaraan kunnen doen, want die onderwijsprogramma’s worden medegefinancieerd met ons belastinggeld. Wij investeren dan in het vergaren van kennis die de minister helpt om effectiever beleid te kunnen voeren. Dat heeft geresulteerd in onderzoek dat duidelijk maakt dat meisjes meer leren als je ze niet indeelt in klassen naar leeftijd, maar naar kennisniveau.

Als je bij een minister twintig minuten of hooguit een half uur tijd hebt, moet je snel tot de kern komen. Wat zijn de dingen die hij echt moet weten, welke nuances moet hij inzien?

Denkt u dat Nederland ook voordeel zou kunnen hebben bij zo’n CSA-systeem?

Daarvoor weet ik niet genoeg over het Nederlandse systeem. Ik ben hier ook niet gekomen met een bepaalde agenda of zo. Ik wil graag uitleggen hoe ons systeem werkt, waar we staan in de ontwikkeling en wat we tot nu toe geleerd hebben.

Sommige mensen zeggen dat politici onvoldoende luisteren naar wetenschappers. Is dat ook een issue in uw land?

Ik denk dat politici zich juist meer bewust worden van het belang van wetenschap. De oplossingen voor covid kwamen natuurlijk ook uit de wetenschap: de vaccins, effectieve behandeling, zicht op wat er gebeurde. Wetenschap is geen abstract iets. Het is de drijvende kracht achter welvaart en vooruitgang, het is een hoeksteen van onze veiligheid. De rol van de CSA is dan ook om de connectie te maken tussen de wetenschap en de prioriteiten van de dag. Politici hebben een erg moeilijke baan. Waar ze vooral in geïnteresseerd zijn, is hoe wetenschap hen helpt om zaken tot stand te brengen.

Had u dat inzicht ook al toen u met dit werk begon?

Ik heb veel geleerd van mijn collega-ambtenaren. Ook over hoe je effectief met politici communiceert in een omgeving die niet academisch is. Als je bij een minister twintig minuten of hooguit een half uur tijd hebt, moet je snel tot de kern komen. Wat zijn de dingen die hij echt moet weten, welke nuances moet hij inzien? Vaak stellen ze dan ook hele directe vragen over wat de consequenties zijn en of ze het allemaal hebben begrepen.  Dat gebeurt lang niet altijd in wetenschappelijk bijeenkomsten. Daar zeggen we al heel snel dat er meer onderzoek moet komen, wanneer we iets niet helemaal kunnen begrijpen. In een beleidsomgeving kan dat vaak niet. Een minister moet vaak beslissingen nemen op basis van onvolledige informatie, en vervolgens die beslissing ook nog in het parlement kunnen verdedigen.

Ik las dat u na de zomer weer vertrekt

Ja, dat zitten mijn termijnen erop. Meestal wordt een CSA benoemd voor drie jaar, met de mogelijkheid om die termijn met nog eens drie jaar te verlengen. In ben een uitzondering op de regel. In mijn laatste jaar kwam Covid en als epidemioloog was ik nauw betrokken bij het beleid om dat tegen te gaan. Daarna fuseerde mijn ministerie en vroegen ze mij om op het nieuwe ministerie de wetenschappelijk infrastructuur op te bouwen. In september ga ik weer terug naar de universiteit. Ik heb het een enorm voorrecht gevonden om een tijdlang in de ambtenarij mee te mogen lopen en daar op het hoogste niveau mijn vragen te kunnen stellen.