De gemeente Amsterdam probeert de stad veiliger te maken door voetgangersdrukte met sensortechnologie beter te reguleren. Bij grote evenementen en drukke gebieden zoals de Wallen en de Kalverstraat, worden besluiten genomen op basis van meetdata van camera’s en wifi-trackers. Dit beheren van voetgangersstromen wordt crowd management genoemd, en de gemeente werkt hierbij op nieuwe manieren samen met de politie. Daniël van Motman, werkzaam bij de afdeling verkeersmanagement van Amsterdam, vertelt over de technologie die hierbij komt kijken en de toekomst van sensoren in de stad.
In het kort
- De instroom van voetgangers moet beheerst worden zodat er bij topdrukte ruimte overblijft in het stratennetwerk.
- Een nieuwe stap is de inzet van sensoren om sneller, beter en real-time te kunnen optreden.
Het gebruik van sensoren roept ethische en maatschappelijke vragen op. Op verzoek van de Politie onderzoekt het Rathenau Instituut wat kan, wat mag, en wat burgers wenselijk vinden. Wat vinden burgers belangrijk bij het gebruik van sensoren door de politie, gemeenten, bedrijven en medeburgers? Als onderdeel van deze studie publiceren we online een reeks interviews met personen die, veelal professioneel, te maken hebben met sensoren.
Crowd management en crowd control
Het principe van crowd management is volgens Van Motman vrij simpel. De instroom van voetgangers moet beheerst worden zodat er bij topdrukte ruimte overblijft in het stratennetwerk. Dat geldt voor autoverkeer, maar ook voor voetgangersverkeer. Crowd management gaat over het analyseren van de situatie, het informeren en het bedenken en inzetten van maatregelen. Pas als er een kritieke toestand ontstaat, wordt de politie ingeschakeld voor zogenaamde crowd control, bijvoorbeeld het afsluiten van een straat.
Er wordt naar gestreefd om crowd control te vermijden en mensenstromen zo veel mogelijk ‘slim’ om te leiden. Van Motman geeft aan dat dit niet nieuw is; ook voorafgaand aan de inzet van sensoren werd al een prognose gemaakt van het aantal bezoekers, en die werden in een simulatiemodel (van bijvoorbeeld de Dam) gezet. Zo maakte de gemeente vooraf inzichtelijk waar problemen zouden kunnen ontstaan.
Een nieuwe stap, die ook wel ‘slim crowd management’ wordt genoemd, is de inzet van sensoren om sneller, beter en real-time te kunnen optreden. ‘Sinds Sail Amsterdam 2015 zijn we gaan testen met wifi-tracking en telcamera’s. Daar zit veel denkwerk in: waar moet je meten en hoe kan je het beste meten?’ Wifi-tracking meet een MAC-adres, een uniek identificatienummer van een mobiel apparaat, terwijl telcamera’s het aantal personen en hun postuur meten. Vervolgens wordt op basis van beide databronnen de situatie op straat geanalyseerd, waarbij voetgangers stippen worden op een digitaal gesimuleerde kaart.
Na de succesvolle test van Sail Amsterdam 2015 zijn permanente meetinstallaties geïnstalleerd in de Kalverstraat en op de Wallen, met als doel om langdurig kennis op te bouwen over zowel de technologie als de verkeersdrukte. ‘Het idee was: een evenement is maar voor drie of vijf dagen, we willen nu structureel en langdurig meten. Bij evenementen heb je vaak een piekbelasting, en op de Wallen is dit eigenlijk continu aan de gang.’ Uit een eerste analyse bleek dat er door teveel mensen in verschillende stegen op de Wallen vooral in de avonduren en weekend gevaarlijke drukte ontstond, waarbij mensen geen kant op konden.
Technologie en mensen als oplossing
Door het aantal mensen en hun looprichting te bepalen, konden deze data real-time in het simulatiemodel worden opgenomen. Dit simulatiemodel bevat alle objecten en infrastructuur van de omgeving en geeft indicaties voor de dichtheid van mensen. Omdat de dichtheid te hoog was, is bedacht om hosts in te zetten. Dit zijn mensen die de drukte in stegen in goede banen leiden. ‘We willen niet gelijk straten afsluiten, we zijn op zoek naar “zachte” maatregelen. Hosts helpen om te zorgen dat er een stroom links en een stroom rechts loopt, en zij manen mensen door te lopen.’
Van Motman benadrukt dat technologische en menselijke interventie hier samenkomen, de metingen vullen de activiteiten van ambtenaren aan en helpen bepalen welke inzet van hosts het meeste nut hebben om tot nog effectievere oplossingen te komen.
De verzamelde data kunnen ook op andere niveaus tot maatregelen leiden. Zo kan de personeelsplanning bij de politie aangepast worden als blijkt dat het drukker of rustiger is. Of er kan inzicht ontstaan in de belasting van de infrastructuur van de stad: ‘Toen een kade en een brug vervangen moesten worden op de Wallen, wilde de gemeente deze weghalen en later weer terugplaatsen. Op basis van de data hebben we geconcludeerd dat er echt een noodbrug geplaatst moest worden, anders zouden er problemen ontstaan’.
Verwerking van data en privacy
In het project ontstaan flinke datastromen van sensormetingen. Alle data komen nu terecht op een platform, dat wordt beheerd door een commercieel privaat bedrijf. ‘Waar we nu mee bezig zijn, is om dat platform te hosten binnen de gemeente Amsterdam. Wij willen de controle hebben over de data, zo kunnen we die data ook delen met gemeentelijke partners om bruikbare toepassingen te ontwikkelen.’
Het moet duidelijk zijn dat er totaal geen commerciële intenties zijn, het meten van drukte is niet bedoeld om bezoekers te verleiden langs bepaalde winkels of producten te lopen zoals bij commerciële partijen zoals winkelcentra gebeurt. ‘Bij bedrijven heb je altijd commerciële aspecten die meespelen bij looproutes en drukte. Wij focussen ons alleen op comfort en veiligheid.’ Van Motman wil ook benadrukken dat onderzoekers bij de gemeente nooit individuele mensen volgen: ‘Wij zijn niet geïnteresseerd in het individu, dat is geen crowd management’.
Het project is getoetst op privacycriteria bij de Commissie Persoonsgegevens Amsterdam. Om duidelijk te communiceren met het publiek is er een website aangemaakt en zijn er bordjes geplaatsen op de plekken waar gemeten wordt. Tot nu toe reageren het gemeentebestuur en de ondernemers op de Wallen goed op het project. Een interessant neveneffect is dat cafébazen aangeven dat er minder straatdealers zijn op de Wallen, omdat er permanent hosts lopen.
”Bij bedrijven heb je altijd commerciële aspecten die meespelen bij looproutes en drukte. Wij focussen ons alleen op comfort en veiligheid
Toekomst en samenwerking
Voor de toekomst ziet Van Motman heel veel mogelijkheden om data toe te passen in de stad. ‘Infrastructuur is vaak star, maar een slimme stad is flexibel. In de ochtend zien we een fietspiek, dan openen we extra fietsstroken. Daarna gooien we twee banen open voor vrachtwagens. En ’s middags wordt het één groot voetpad.’
Op de lange termijn zou de hele mobiliteitsketen van Schiphol naar Amsterdam in kaart kunnen worden gebracht. Er kan dan bijvoorbeeld in de stad geanticipeerd worden op de aankomst van chartervluchten op Schiphol. Oplossingen als deze zijn echter nog ver weg. Voor de nabije toekomst wordt gewerkt aan het openbaar maken van een dashboard met data over verkeersdrukte, zodat bezoekers kunnen afwegen om wel of juist niet naar een bepaald gebied te gaan. ‘Als je duidelijk maakt waarvoor je het doet, en wat het de burger oplevert, dan geloof ik echt dat de burger bereid is om mee te werken.’
Verder lezen
- Burgers en sensoren
- Deze boevenspotter zet zakkenrollers op YouTube: ‘Ik wil mensen bewust maken’
- Deze agent heeft een extra paar ogen: de bodycam
- Dankzij deze sensoren kunnen rondreizende bandieten minder hun gang gaan
- In Eindhoven herkent een algoritme vechtpartijen
- De rij voorbij
- Check in / Check out