calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Samen strijden tegen nepnieuws

nieuws
28 november 2018
raad openbaar bestuur dialoogavond verslag
Een avond discussiëren over democratie en digitalisering geeft nog geen sluitend antwoord op de vraag wat er moet gebeuren tegen nepnieuws. Een conclusie die je zou kunnen trekken: we moeten het sámen doen en alle betrokken partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.

In Pakhuis de Règâh kwamen op woensdagavond 21 november meer dan honderd mensen bijeen voor een discussie over democratie en digitalisering. Journalisten, politici, studenten en andere geïnteresseerden, zowel mensen met een professionele link met het onderwerp als geëngageerde burgers. Het was de tweede avond in een serie over online democratie. “We voelen dat de digitalisering grote gevolgen heeft voor de manier waarop we democratie beleven en vormgeven. Dat biedt kansen, maar ook bedreigingen”, aldus Han Polman, voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). “Het gaat erom dat we vertrouwen in de democratie hebben. Maar hoe komen we tot de juiste diagnose, tot de juiste belangenafwegingen? En baseren we ons op de juiste informatie?”

Op 7 november was de eerste dialoogavond. Lees het artikel Gerdi Verbeet: Vertrouwen in de democratie is goed, meedoen is beter,

Ook toehoorders hebben vragen. Inge Weel (docent Politieke Communicatie op de Haagse Hogeschool): “De indruk ontstaat dat het de schuld is van digitale media, maar ook traditionele media kunnen er wat van. Is het niet zo dat juist door digitale media, die fouten sneller aan het licht komen?” Gerard Freriks vraagt zich af wat de relatie is tussen digitalisering en representatieve democratie en Hugo Petit dit de la Roche is benieuwd wat techbedrijven kunnen bijdragen aan betrouwbaar nieuws. Want zo blijkt bij een rondvraag: veel mensen zijn er wel eens ingetrapt. “Ik had iets doorgestuurd over Sinterklaas. Het bleek niet te kloppen. Ik schaamde me dood”, aldus een bezoeker.

Journalist Peter Olsthoorn schreef als een van de eersten over de macht van de platformen en zijn zorgen zijn er de afgelopen tijd niet minder op geworden, vertelt hij. “In de Verenigde Staten en Engeland maakt het de helft van de burgers niet meer uit of berichten waar zijn of niet. Zij zijn het vertrouwen verloren in de informatieverschaffing. Men reageert hetzelfde op nepnieuws als op de berichten van Göbbels in de jaren dertig. Waar het op uitkomt kan ik niet voorspellen, maar ik zie parallellen”, aldus Olsthoorn, die ook historicus is. Hij ziet de oplossing in mediawijsheid, maar ook in het vormen van een coalitie tussen journalisten, techbedrijven, burgers en overheid om samen nepnieuws tegen te gaan.  

Techbedrijven en hun algoritmes

Wat doen platformen als Facebook en Google al tegen fake news? Head of Public Policy Netherlands bij Facebook, Edo Haveman, geeft aan dat ze daarin verschillende dingen ondernemen, zoals het wegnemen van financiële incentives die clickbates creëren, het aanpakken van nepaccounts en het versterken van de mediawijsheid. “Ik denk dat we de verantwoordelijkheid hebben om misinformatie tegen te gaan en inzichtelijk te maken wat er gebeurt.”

Arjan el Fassed (Head of Public Policy en Government Relations bij Google Nederland) zegt dat Google een handboek online heeft staan waar ‘in gewone mensentaal’ wordt uitgelegd hoe de algoritmes werken. “Er zijn websites die bewust misleiden en we werken er heel hard aan om het plaatsen van advertenties daartegen te gaan.” Toch blijft het volgens El Fassed lastig. “Als je nepnieuws gaat bestrijden, boek je vaak toch ergens in op het recht op privacy of het recht op vrijheid van meningsuiting.”

Journalist Peter Olsthoorn schreef als een van de eersten over de macht van de platformen en zijn zorgen zijn er de afgelopen tijd niet minder op geworden.

Olsthoorn pleit voor een systeem waarbij Google en Facebook een groep wetenschappers toegang geeft tot hun algoritmes en ze zo vrijgeeft ter studie. Dat is volgens de journalist een goede middenweg, want het volledig vrijgeven van de algoritmes, is wat hem betreft niet haalbaar. Daarbij merkte Haye Hazenberg echter op dat precies zo’n verzoek vanuit TU Delft en Binnenlandse Zaken aan Facebook eerder dit jaar –tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen-  werd geweigerd of er minstens geen gehoor aan is gegeven.

Ook burgers moeten waakzaam zijn. DROG – platform voor kritische nieuwsconsumenten geeft onder andere workshops op scholen, waarbij scholieren zelf nepnieuws maken, vertelt oprichter Ruurd Oosterwoud. “We vaccineren mensen als het ware tegen nepnieuws. Door ze een verzwakte dosis toe te dienen, gaan ze mentale antilichamen opbouwen. Mensen worden door het zelf te maken, beter in het herkennen.” Programmadirecteur van Mediawijzer.net, Mary Berkhout, denkt eveneens dat daar een slag te maken is. “Mediawijsheid zit tussen de emotie en de actie. Daartussen zou je willen dat er een stukje kritisch nadenken plaatsvindt.”

De rol van de overheid

Peter Burger, docent en wetenschapper aan Universiteit Leiden, is gespecialiseerd in broodje aap verhalen en factchecken. Hij hoopt dat de overheid helpt bij het voorkomen van nepnieuws. “Ten eerste moet de overheid niet ‘overreageren’. Respecteer de vrijheid van meningsuiting, zoek eerst uit wat er aan de hand is en reageer daar proportioneel op.” Verder moet de overheid volgens Burger positieve krachten versterken. “Ik zie veel in steun voor de onafhankelijke journalistiek, bijvoorbeeld in de vorm van tools die het makkelijker maken om te factchecken. Een voorbeeld daarvan is InVid, om de authenticiteit van video’s te achterhalen” Een publiekscampagne zoals nu bij de overheid op de agenda staat? Daar ziet hij weinig in. Waarom niet, vraagt het publiek zich af. “Mensen zullen redeneren dat de overheid ze advies geeft, maar daar verwachten veel mensen weinig meer van. Ik zou toch graag eerst van een deskundige horen, waarom het wél een goed idee is.”

Journalist Lucas Benschop was als politiek redacteur bij NU.nl dusdanig gefrustreerd over de informatieverstrekking van de overheid, dat hij besloot het platform 1848.nl op te richten. Daar worden alle stukken van tweedekamer.nl gebundeld en makkelijk toegankelijk gemaakt. “Maar dat doen we nog steeds op de ouderwetse manier via die officiële site. We hebben nu een brief geschreven naar de Tweede Kamer met het verzoek om echt werk te maken van open data, zodat alle ontwikkelaars die ideeën hebben om de overheid transparanter te maken, daar programma’s voor kunnen maken.” Het is een van de dingen waardoor het makkelijker wordt om berichten te verifiëren en nepnieuws te voorkomen. Verder wijst Benschop erop dat het voor journalisten ‘gewoon is’ om aan de lopende band ‘bespind’ te worden door politieke partijen. Het grote verschil met deze tijd is dat politici nu direct contact hebben met burgers en zo dus het volk ook rechtstreeks proberen te beïnvloeden.

Onderzoeker Ira van Keulen (Rathenau Instituut) vertelt dat deze week een Britse commissie van wetenschappers het idee heeft geopperd om een onafhankelijke waakhond in te stellen die in de gaten houdt hoe effectief de maatregelen van de online platformen tegen nepnieuwsverspreiding eigenlijk zijn, maar ook traditionele nieuwsorganisaties helpt om de ‘informatiecrisis’ te lijf te gaan. Zowel Facebook als Google zouden de waakhond moeten financieren door een heffing op hun advertentie-inkomsten vanuit de Britse overheid. Haveman: “Dat moet je niet bij de staat neerleggen.” Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut,  vindt dat er te simplistisch wordt gedacht over de staat. “De staat, of wij als collectief, hebben verschillende rollen. Waarom kan er niet nagedacht worden over een onafhankelijke gecontroleerde waakhond, gefinancierd vanuit publieke middelen?” Wetenschapper Burger heeft een andere suggestie: “Ik denk dat het beter is om bestaande waakhonden te versterken. Er bestaat namelijk al iets: dat heet journalistiek.” 

Over de governance nodig voor een goede nieuwsvoorziening in de digitale tijd valt dus nog heel wat te discussiëren. 

Pakhuis De Règâh organiseerde beide avonden in samenwerking met het Rathenau Instituut en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Wij onderzoeken het effect van nieuwe technologie op ons leven. De ROB neemt de inbreng in deze debatten mee in een advies voor de regering en de Eerste en Tweede Kamer over digitalisering en democratie.