calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

‘Wie impact wil maken met onderzoek, moet de kunst van het verbinden leren’

Artikel
13 december 2023

Uit ons onderzoek blijkt dat doorwerking van onderzoek een veelzijdig fenomeen is en veel dimensies kent. (Foto: Thisisengineering - Unsplash)

Image
Een team is bezig aan de ontwikkeling van een auto

Onderzoekers die willen dat de resultaten van hun werk impact hebben, moeten zich niet blindstaren op gedetailleerde en weloverwogen planningen. Openstaan voor onverwachte en onvoorziene kansen is evenzeer belangrijk. Dat concluderen onderzoekers van Fontys en het Rathenau Instituut.

Een gevarieerde weg naar doorwerking 

Veel partijen vinden het belangrijk dat onderzoek bijdraagt aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, de energietransitie en armoede. Hiertoe zijn legio programma’s in het leven geroepen en worden flinke subsidiepotten zoals het KIC en het Groeifonds ingezet. Ook het praktijkgericht onderzoek in het hbo vindt z’n bestaansreden in de bijdrage aan deze maatschappelijke veranderingen: het onderzoek wil iets teweegbrengen. Het is dus een wezenlijke vraag hoe deze doorwerking – of impact – van praktijkgericht onderzoek gerealiseerd wordt en hoe we deze kunnen versterken.  

Onlangs hebben we daarom onderzoek gedaan naar de gedaanten en mechanismen van doorwerking van het praktijkgerichte onderzoek. Dit deden we in opdracht van en in samenwerking met Regieorgaan SIA. Het betrof een verkennend onderzoek, toegespitst op zeven uiteenlopende projecten onder de RAAK-mkb subsidieregeling uit 2018. 

Uit ons onderzoek blijkt dat doorwerking van onderzoek een veelzijdig fenomeen is en veel dimensies kent. Doorwerking varieert van nieuwe producten of professionele aanpakken en andere inrichtingen van processen tot nieuwe systemen om robots aan te sturen, bijdragen aan onderwijs(vernieuwing) of maatschappelijke netwerken, enzovoort. De begrippen ‘doorwerking’ en ‘impact’ zien we in dit artikel als gelijkwaardig. We omschrijven impact als ‘de effecten van het onderzoek, zowel in het proces als de resultaten, die voor belanghebbenden van waarde zijn en in interactie met omgevingsfactoren tot verandering leiden’. 

Complexiteit van verbindingen

Doorwerking zien we vooral naar voren komen in de complexiteit van verbindingen die onderzoekers organiseren met hun omgeving, bijvoorbeeld bedrijven, de maatschappelijke context en studenten. 

Een sterke verbinding tussen hogeschool en bedrijf is cruciaal voor de doorwerking van praktijkgericht onderzoek. We zagen bijvoorbeeld een intensieve samenwerking tussen een lectoraat en architectenbureaus die zich richtten op het betrekken van meer burgers bij de wijkontwikkeling. Daarbij gebruikten ze methoden van design thinking. Sommige bureaus stonden er aanvankelijk wat aarzelend in, maar ambieerden toch een meer sturende rol bij een volgende aanvraag omdat het onderzoek hen voedde met nieuwe inzichten, jonge studenten en goed opgeleide onderzoekers. 

Deze bedrijven zien zichzelf dus gaandeweg als mede-trekker van een onderzoekslijn. Soms zagen we echter een meer afstandelijke rol van bedrijven, bijvoorbeeld bij bedrijven die alleen een proeflocatie ter beschikking stelden. De diversiteit in de verbinding tussen hogeschool en bedrijf is dus groot. In grote lijnen zagen we echter: nabijheid in het onderzoeksproces leidt tot betere kennisoverdracht.

Ook een verbinding met een bredere beweging belangrijk. De vraag ’Welke resultaten heeft dit project precies opgeleverd?’ vonden respondenten veelal lastig te beantwoorden omdat zij de gevolgen van een project nauwelijks kunnen isoleren van andere activiteiten. De doorwerking van onderzoek ligt vaak in de bijdrage aan een grotere beweging, een verandering in de beroepspraktijk of nog breder: in de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de verduurzaming van de landbouw en de verkenning van de mogelijkheden van blockchaintechnologie. 

Hoe meer relaties en knooppunten, hoe sterker het netwerk en de mogelijkheden om invloed te hebben op die bredere beweging. Vaak betreft het langjarige samenwerking in netwerken rond verschillende projecten binnen een onderzoeksthema. Er is, zo zeggen projectleiders, veel indirecte doorwerking. In de projecten die wij onderzochten was onderzoek nooit de enige factor van invloedEen bekwaam onderzoeker werkt daarmee en ziet en creëert mogelijkheden. 

Verbinding met andere onderzoekers

In vrijwel alle projecten zien we dat er aandacht wordt besteed aan een goede verbinding tussen het onderzoeksproject en het onderwijs aan het hbo. Dat gebeurt door studenten en docenten te betrekken en onderwijsmateriaal te ontwikkelen. Gezien de ontstaansgeschiedenis van het praktijkgericht onderzoek – versterken en innoveren van het hbo-onderwijs – is dat niet verwonderlijk. 

Wat betreft de relatie met de kennispraktijk, in het bijzonder het academische onderzoek, zien we meer verschillende visies op doorwerking. Voor sommige lectoren en projectleiders heeft de verwevenheid van kennis met de beroepspraktijk prioriteit. Het in gezamenlijkheid ontwikkelen en gebruiken van nieuwe kennis is voor hen in zichzelf betekenisvol; de verbinding met collega-onderzoekers is voor hen minder belangrijk dan de verbinding met het mkb. 

Andere onderzoekers vinden dat ze hun doel pas hebben behaald als ze een wetenschappelijk paper hebben gepubliceerd waarmee de ontwikkelde kennis toegankelijk wordt voor een breed veld van onderzoekers, bedrijven en instellingen. Bij deze projecten vindt men een nauwe relatie met het wetenschappelijke veld belangrijk. Voor weer anderen is het zelfs de kers op de taart: na jaren van kennisontwikkeling en -circulatie is het ‘eindelijk’ schrijven van een wetenschappelijke verhandeling van toegevoegde waarde.  

Kairos versterkt doorwerking

In die veelheid aan verbindingen ligt dus de basis van doorwerking. We zagen in de projecten echter ook iets anders naar voren komen: onverwachte interventies die niet gepland waren maar in de loop van het onderzoek ontstonden en leidden tot een versterking van de doorwerking. 

Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in een project over het vergroten van de eiwitinname van ouderen. Daar zagen we dat een mkb’er het initiatief nam om de vormgeving van een receptenbundel op te pakken, terwijl dat niet expliciet in de projectaanvraag was voorzien. Juist die handeling bleek echter essentieel voor de kenniscirculatie; door de goede vormgeving werden de receptenbundels veelvuldig opgevraagd en konden ze bijdragen aan een verhoogde eiwitinname bij ouderen. 

Dit voorbeeld is illustratief voor iets wat we in alle projecten tegenkwamen: veel doorwerking bleek niet alleen tot stand te komen als het gevolg van de juiste verbindingen, maar ook door het benutten van de juiste gelegenheid op het juiste moment. Doorwerking vloeit in deze gevallen voort uit een zekere alertheid en ondernemerschap: mensen die op het juiste moment, met de juiste inzet en de juiste kennis handelen. Het zijn vaak de samenlopen van omstandigheden die al dan niet bedoeld resulteren in veranderingen. 

Alertheid en goede timing

We herkennen hierin het concept kairos, de kunst van het zoeken naar de juiste gelegenheid. Er wordt niet zomaar wat aangerommeld, maar bewust gebruikgemaakt van een kans of gelegenheid die zich voordoet dankzij concentratie, alertheid en de bestudering van de specifieke context. Hierbij gaat het om onverwachte en ongeplande interventies die ontstaan door een goede timing en een zekere alertheid.

Een onderzoeker of andere betrokkene heeft hiervoor niet alleen de juiste kennis en netwerken nodig, maar ook een bepaalde houding met aspecten van ondernemendheid en bevlogenheid. Denken in kansen maakt ruimte voor nieuwe ‘toevallige’ ontmoetingen, inzichten en ideeën die cruciaal zijn in de dynamiek van doorwerking. In de door ons bestudeerde projecten zagen we dat kairos onder andere leidde tot schaalvergroting van projecten, nieuwe inzichten en een groter bereik van de doelgroep of eindgebruikers. We zagen dat zowel onderzoekers als mkb’ers op de momenten dat deze gelegenheden zich voordeden een bepalende rol konden spelen. Zowel voorafgaand aan, tijdens als na de projecten was dit van belang voor de doorwerking. 

Kairos en de doorwerking die eruit kan volgen, vinden waarschijnlijk makkelijker plaats wanneer de verbindingen met de omgeving op orde zijn. Daardoor is de onderzoeker beter gepositioneerd en beter in staat om deze momenten te herkennen en er gebruik van te maken. Hoe sterker de verbindingen zijn, hoe meer van zulke momenten zich zullen voordoen. Daarbij geldt uiteraard ook dat de doorwerking die met behulp van kairos wordt gerealiseerd weer bijdraagt aan nieuwe verbindingen.

Goed onderzoek

Dit inzicht is zowel verrassend als ietwat ongemakkelijk. Het ongemak zit in dominante opvattingen over goed onderzoek die sterk zijn verbonden met noties zoals ‘onafhankelijk’, ‘systematisch’, ‘methodisch’ en ‘gedegen’. De empirische cyclus die in z’n eenvoud en eenduidigheid zoveel navolging heeft, komt aardig onder spanning te staan als we kairos serieus nemen. Het benadrukt namelijk de rol van ondernemendheid, wendbaarheid en creativiteit. 

Tegelijk past het onderkennen van kairos bij studies uit de transitiewetenschap die het belang van ‘responsiviteit’ benadrukken, ofwel het vermogen van onderzoeks- en innovatieprojecten om zich aan te passen aan relevante ontwikkelingen in hun maatschappelijke omgeving. Naast het systematisch volgen van een vooraf gekozen methodologie of stappenplan, moeten onderzoekers oog houden voor ontwikkelingen in de buitenwereld die uitnodigen tot aanpassing van de gekozen richting. 

Onze systemen op het gebied van voedsel, energie en gezondheidszorg moeten de komende jaren radicaal veranderen. Onderzoekers die zich concentreren op een specifiek onderdeel van zo’n systeem zonder oog te houden voor de ontwikkelingen daaromheen, zullen weinig impact realiseren. Dit geldt niet alleen voor hogeschoolonderzoekers; ook universiteiten of onderzoeksinstituten die met hun onderzoek aan transities willen bijdragen, zullen voldoende ruimte moeten organiseren voor kairos. 

Kennis voor verandering vraagt wellicht ook om reflectie op onderzoeksmethoden en -ethiek. Het vraagt om reflectie op het kennisproces zelf. Bekeken vanuit het perspectief van impact en doorwerking komen nieuwe vragen en nieuwe normen ten aanzien van goed onderzoek aan de oppervlakte. Die verdienen serieuze aandacht. 

Wat kunnen we met deze inzichten?

Natuurlijk volstaat een verkennend onderzoek zoals het onze nog niet, maar er tekenen zich wel enkele adviezen af voor zowel onderzoekers als subsidieverstrekkers. Ons eerste advies voor de onderzoekers is: ontwikkel een expliciete impactstrategie. Welke verbindingen zijn cruciaal in de gewenste verandering? Investeer in deze verbindingen, bijvoorbeeld door middel van samenwerking, coördinatie of netwerkvorming. Reken daarin niet alleen binnen het tijdsbestek van een specifiek project, maar realiseer ook langjarige, niet-vrijblijvende samenwerking. Dat kan alleen door aansluiting te zoeken bij de kennisagenda van belangrijke stakeholders, zodat die zich daadwerkelijk kunnen committeren. 

Ten tweede: neem kairos serieus. Blijf alert op onverwachte en ongeplande interventies. Planmatige ontwikkeling en toevallige kansen zijn geen tegengestelden; ze versterken elkaar. Toeval vraagt om tijd en ruimte. Doorwerking vraagt om wendbaarheid in aanpak en inrichting. Een goede dialoog over onze bevindingen is een eerste stap op weg naar een meer realistisch beeld van de impact van onderzoek. Willen we vanuit het onderzoek een sterke bijdrage leveren aan de oplossing van belangrijke maatschappelijke vraagstukken, dan is het noodzakelijk om te erkennen dat we ons de kunst van het verbinden eigen moeten maken. 

Margo Brouns was ten tijde van het onderzoek verbonden aan Fontys Hogeschool, Laurens Hessels en Mees van Tooren zijn verbonden aan het Rathenau Instituut, Michèle Sons is verbonden aan het Regieorgaan SIA, Marieke Wenneker aan Fontys Hogeschool.

Dit artikel verscheen eerder op ScienceGuide