Het Rathenau Instituut heeft samen met de TU Delft een workshop-format ontwikkeld voor onderzoekers die werken met nieuwe biotechnologieën. De workshop geeft onderzoekers inzicht in mogelijke risico’s, en hoe deze te verlagen of te omzeilen.
In het kort:
- In de biotechnologie gaan ontwikkelingen vaak sneller dan de regels en wetten kunnen bijhouden. Omdat onderzoekers zich vaak bezig houden met nieuwe technieken, is het van belang dat onderzoekers goed nadenken over mogelijke risico’s.
- Het ontwikkelde format geeft onderzoekers handvatten om zelf een workshop te organiseren met een breed scala aan participanten. Hierdoor kunnen naast technisch-gerelateerde risico’s ook andere soorten risico’s worden ingeschat.
- Door kennisuitwisseling doen alle participanten kennis op uit andermans vakgebied, en wordt er begrip gecreëerd voor elkaars waarden en perspectieven op risico-gerelateerde zaken.
Het workshopformat is ontwikkeld binnen het project Tools for Translation of Risk research into Policies and Practices (T-TRIPP). Uit het T-TRIPP-project is gebleken dat er nog te weinig samenwerking is tussen onderzoek en beleid. Daarnaast blijkt ook dat deze partijen elkaar soms niet goed begrijpen, wat kan leiden tot frustratie. Zo weten bijvoorbeeld onderzoekers en beleidsmedewerkers soms niet van elkaar waar ze mee bezig zijn, of zijn er verschillen in de inschattingen van opkomende, nieuwe risico’s die gepaard gaan met nieuw onderzoek. Om deze spanning te verminderen en daarbij samenwerking te stimuleren hebben we een workshopformat voor onderzoekers ontwikkeld. De workshop maakt de interactie tussen verschillende belanghebbenden mogelijk, en helpt bij het vergroten van het begrip van elkaars waarden en perspectieven op risico-gerelateerde zaken. Daarnaast biedt de workshop onderzoekers inzicht in zowel bestaande als mogelijke nieuwe risico’s in hun onderzoek, en wordt er met alle participanten tot oplossingen gekomen die de geïdentificeerde risico’s verlagen of omzeilen.
Let’s Talk About Risks!
Wetenschappers kunnen tijdens het opzetten van hun onderzoek of tijdens het schrijven van een onderzoeksvoorstel tegen bepaalde risico-vraagstukken aanlopen. Deze risico-inschattingen omvatten vaak meer dan technische vraagstukken. Bijvoorbeeld spelen ook sociale risico’s een rol, of dient er inzicht te worden verkregen in welke onderzoeksopzet of experimenten gewenst zijn om voorafgaand of gedurende het onderzoek onzekerheden te verminderen. Daarom kan er niet van onderzoekers verlangd worden dat zij deze vraagstukken alleen oplossen. De ontwikkelde workshop biedt onderzoekers daarom een handvat om met verschillende actoren uit andere (onderzoeks)gebieden deze vraagstukken te bespreken en samen tot risico-verlagende strategieën te komen. Bijvoorbeeld samen met ecologen, toxicologen, (bio)ethici, sociale wetenschappers en beleidsmakers.
Het vraagstuk waar onderzoekers tijdens het opzetten van hun onderzoek tegenaan zijn gelopen, fungeert in de workshop als casus. Deze wordt aan het begin van de workshop aan alle deelnemers gepresenteerd, waarbij het probleem duidelijk wordt gemaakt. Waar is in de casus een gebrek aan kennis en informatie? Dit vormt de basis voor de discussies die alle participanten zullen voeren gedurende de workshop.
In het kort bestaat de workshop uit drie onderdelen:
- Inzicht krijgen in verschillende inschattingen van onzekere risico’s. Welke risico’s worden geïdentificeerd, op basis waarvan, wat zijn de mate en aard van de onzekerheid?
- Het definiëren van anticiperende strategieën om bestaande en nieuwe risico’s te verlagen of te omzeilen.
- Bepalen wat nodig is om de gedefinieerde strategieën in onderzoekspraktijken te implementeren.
1: Identificeren en prioriteren van risico’s
In de eerste stap bespreken deelnemers in kleine groepjes welke (nieuwe) risico’s zij mogelijk zien opkomen op basis van de casus. Daarnaast wordt ingeschat wat de ernst is van deze mogelijke risico’s, waarbij iedere deelnemer vanuit diens eigen expertise argumenteert en kennis deelt. Deze bevindingen worden daarna gezamenlijk besproken waarbij ieder groepje zijn bevindingen en argumentatie aan de andere groepen presenteert. Zijn alle bevindingen reëel, en kunnen de deelnemers tot overeenstemming komen?
2: Definiëren van risico-verlagende strategieën
De tweede stap bestaat uit het opstellen van strategieën die de eerder gedefinieerde risico’s kunnen verlagen, of zelfs helemaal kunnen omzeilen. Zo zou een strategie kunnen zijn om te kiezen voor een ander (gast)organisme, het gebruiken van een andere techniek, of het genetisch beperken van een organisme, om te voorkomen dat deze buiten het lab kan overleven (bijvoorbeeld door deze afhankelijk te maken van een bepaalde voedingsbodem of ander medium). Ieder groepje bespreekt de mogelijke strategieën eerst met elkaar, en daarna plenair. Hierdoor komt de groep tot een overzicht van welke strategieën het makkelijkste toe te passen zijn, of het meest efficiënt zijn.
3: Ontwerp- en onderzoekaanpassingen
Wanneer de deelnemers in stap twee tot overeenstemming zijn gekomen over welke strategieën toegepast zouden moeten worden, gaan de deelnemers samen kijken hoe deze kunnen worden opgenomen in de opzet van het onderzoek. Welke andere ontwerpkeuzes moeten er worden gemaakt, of hebben we wellicht specifieke experimenten nodig om meer informatie te verzamelen? Deze uitkomsten bieden onderzoekers inzicht in mogelijke aanpassingen van hun onderzoek om zo veiligheid zo goed mogelijk na te streven.
Het format en het draaiboek voor deze workshop zijn gebaseerd op vijf online workshops die zijn georganiseerd tussen maart 2021 en februari 2022 met deelnemers uit verschillende vakgebieden. De workshop is zowel fysiek als online te organiseren. Het draaiboek biedt hierbij praktische tips voor hoe je deze workshop het beste kunt organiseren, en welke voorbereidingen nodig zijn.
Andere hulpmiddelen over bioveiligheid
Binnen het T-TRIPP-project zijn naast de workshop ook drie ‘serious games’ ontwikkeld, die zowel zelfstandig kunnen worden gespeeld, maar ook als aanvulling op de workshop kunnen worden ingezet. Zo kan een van de spellen bijvoorbeeld voorafgaand aan de workshop worden gespeeld om de deelnemers in de juiste sfeer te brengen. Via het spel kunnen participanten al op een informele manier kennis maken met elkaar, wat kan bijdragen aan een cultuur van openheid en vertrouwen tijdens de workshop zelf. Daarnaast publiceert het Rathenau Instituut binnenkort het rapport ‘Samen voor Bioveiligheid’. Dit rapport biedt inzicht in de interactie tussen onderzoekers en beleidsmakers op het gebied van bioveiligheid, en adviseert hoe dit onderlinge leerproces versterkt kan worden.