calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

California blues: gebarsten bubbel en toekomstmuziek

artikel
23 november 2017
e-Health Blog
Image

Californische technologiebedrijven dromen niet langer van snelle successen met health apps. De toekomst ligt bij interoperabiliteit; een verbeterde samenwerking, communicatie en informatieuitwisseling. Samen met de zorgpraktijk ontwikkelt Silicon Valley passende digitale zorgtechnologieën.

Dit blog is een vervolg op California Dreaming: making money with health

Rathenau Instituut onderzoekers Lisa van Bodegom en Maartje Niezen onderzochten het digital health domein aan de Amerikaanse westkust. De verwachting was dat nieuwe commerciële partijen daar disruptief een dominante rol spelen in de digitalisering van de zorg. Maar nieuwe technologie blijkt helemaal niet zo makkelijk voet aan de grond te krijgen binnen de Amerikaanse medische wereld, of bij patiënten. 

Eerste indrukken

De weg naar een gedigitaliseerd zorglandschap is langer dan verwacht. Fitbit, producent van een draagbare tracker die gezondheidsdata meet en opslaat of Castlight health, een producent van een geavanceerde health app hebben bijvoorbeeld al de helft van hun waarde verloren. Natuurlijk zijn er ook succesvolle innovaties die bijdragen aan een betere en efficiëntere zorg. Autonome robots bijvoorbeeld, die medische instrumenten en medicijnen rondbrengen; astma-sensoren die mensen overzicht geven in het gebruik van hun inhalers en tablets die gepersonaliseerde menukeuzes aanbieden aan kinderen in het ziekenhuis. Een snelle ontwikkeling met een snelle adoptie is echter zeker niet vanzelfsprekend. In deze blog gaan we in op de achterliggende oorzaken. Want, van deze lessen kunnen we in Nederland leren en profiteren.

Zorgmarkt-bubble knapt

In 2000 knapte de eerste internetzeepbel. Even snel als veel internetbedrijfjes opgekomen waren, verdwenen ze weer. De wetten van de ‘oude economie’ bleken toch nog te gelden. De afgelopen jaren verloren durfkapitalisten opnieuw miljoenen dollars, ditmaal in de Amerikaanse zorgmarkt. Op kleinere schaal barstte de bubble opnieuw. Enkele in zorg gespecialiseerde durfkapitalisten zoals Rock Health en Launchpad Digital Health bleven over. Zij hebben niet alleen kapitaal, maar ook kennis van de zorg en bijbehorend netwerk. De context waarbinnen de digitale zorgtechnologieën zich ontwikkelen, blijkt complex.

Regelgeving en andere issues

Zo heeft Amerikaanse regelgeving de digitalisering niet alleen gestimuleerd maar ook tegengehouden. De American Recovery and Reinvestment Act (ARRA, 2009) vereiste dat alle zorgaanbieders voor 1 januari 2014 elektronische patiëntendossiers (EPDs) hadden ingevoerd en deze zinvol gebruikten. Mathew Holt van Health 2.0 zegt daarover: “De huidige gezondheidsdossiers zijn gebaseerd op 20 jaar oude technologie, ze zijn in een periode van drie jaar in de zorg ingebouwd”. Deze EPDs hebben geen gebruiksvriendelijke interface, sluiten niet op elkaar aan en ook niet op de behoeften van zorgverleners en patiënten. De interoperabiliteit tussen de nieuwe digitale zorgtechnologieën en deze verouderde systemen is een probleem.

Niet alleen oude technologie, ook de strenge regulering door de Food and Drug Administration (FDA) bleek een probleem.  Digitale, voor de medische zorg bedoelde, technologieën (dus niet de op leefstijl gerichte apps) moeten voldoen aan de eisen van klinische trials. Voor MediSens was dit simpelweg te duur, zegt ontwikkelaar Nitin Raut, net als voor veel andere kleine bedrijven. Een hoge bewijslast in combinatie met een lange verkoopcyclus betekent dat het soms meer dan tien jaar duurt voor bedrijven rendement behalen. Om deze strengere regelgeving te ontwijken, hebben steeds meer startups health apps ontwikkeld die niet worden gereguleerd door de FDA zoals leefstijl-apps.

Praktische problemen

Naast verouderde technologie en regelgeving, blijkt ook de praktijk soms weerbarstig. Lang niet alle zorginstellingen hebben geld voor vernieuwing. De verschillen tussen publieke en private instellingen, zijn groot. Publieke zorginstellingen hebben vaker te maken met onverzekerde of onderverzekerde klanten en zijn financieel beperkt. Private zorginstellingen hebben meer ruimte voor vernieuwing, maar daar is het belangrijk om de juiste ingangen te kennen; the clinical champion,  de arts die helemaal ‘om’ is en in de positie is anderen binnen het ziekenhuis mee te krijgen, de Chief Medical (Information) Officer en/of de innovatiegroep binnen de instelling. Bovendien moet nieuwe technologie aansluiten bij de bestaande werkstromen in ziekenhuizen of medische klinieken en implementatie mag geen extra tijd van de zorgverlener vragen. Elk uniek zorgproces vraagt vaak om aangepaste digitale technologie.  

Verandering vraagt tijd en geld

Van een snelle hervorming van het zorgsysteem door digitale zorg is dus geen sprake. Startups moeten genoeg kapitaalkrachtig zijn om de test & trial fases te doorstaan en een duidelijk businessmodel hebben dat winst voor de zorgpraktijk oplevert. Visionair denken en lean en agile ontwerpen, de pijlers waarop het succes van veel Silicon Valley startups rust, blijkt geen garantie voor succes op de Amerikaanse gezondheidszorgmarkt. Daar komt bij dat value-based healthcare (VBHC), steeds meer de norm is in de Amerikaanse (en ook de Nederlandse) zorgsector. De essentie van VBHC is om te investeren daar waar toegevoegde waarde voor de patiënt te behalen is en te snijden op plekken waar dit niet het geval is.  Zo vullen patiënten bijvoorbeeld een digitale vragenlijst in voorafgaand aan een consult, zodat artsen beter weten welke zorgvragen en behoeftes er zijn. De nieuwe generatie dokters heeft oog voor de mogelijkheden van digitale zorgtechnologie en ook hoe deze ingepast kunnen worden in het zorgproces.

Wat hebben we hieraan in Nederland?

Twee belangrijke lessen nemen we mee terug uit Californië: 1) digitale zorg vereist een lange adem, en 2) Nederland kan dienen als Amerikaanse proeftuin voor digitale zorg.

Californische innovaties hebben duidelijk nog niet geleid tot een hervorming van de zorg. Ontwikkeling vindt plaats in gedoseerde stappen en invoeren in de zorgpraktijk moet zorgvuldig gebeuren. De tweede les is dat Nederland kan dienen als proeftuin voor Amerikaanse digital health ontwikkelaars. Strikte Amerikaanse regulering verhindert de toepassing van lean & agile ontwerpmethodes. Bedrijven als MediSens en Sensely roemen Nederland als proeftuin voor hun innovaties. Het motto build quickly, test quickly, fail fast binnen de muren van een zorginstelling is in Nederland beter mogelijk en dat biedt mogelijk kansen. Zou Nederland als proeflaboratorium kunnen profiteren door in een vroeg stadium Amerikaanse digitale zorgtechnologieën naar Nederland te halen? En in hoeverre zouden we dat moeten willen?

Toekomstmuziek

Gezondheidsdata zijn wel het nieuwe goud, maar nog geen directe winstmakers. Via kunstmatige intelligentie of machine learning helpen ze de service aan de consument en zorgprofessional te verbeteren. Zo kunnen apps patiënten meer autonomie geven en gebruiken ziekenhuizen in Amerika gezondheidsdata om betere informatie te geven en voor educatie. Van sensors in een luier tot een app die mensen helpt om hun astma te managen, er is veel innovatiefs te vinden in Californië. Maar als het om zorg gaat, verloopt die vernieuwing niet disruptief, zoals we van startups in Sillicon Valley gewend zijn. Zorginnovatie is graag FDA-goedgekeurd, voorzien van een goed businessmodel en goed geïntegreerd in de zorgpraktijk. Ook in Californië horen we de eerste roep om meer aandacht voor ethische overwegingen zoals autonomie en empowerment. Deze geluiden zijn alleen nog zo zacht dat het klinkt als mogelijke toekomstmuziek.

Deze blog en de reis naar Californië zijn onderdeel van ons onderzoek naar gezondheidsdata. Dit onderzoek sluit aan op eerdere studies van het Rathenau Instituut waaronder Meetbare MensOpwaarderen en Eerlijk advies: de opkomst van de e-coach.