“Als je serieus werk wil maken van kernenergie dan, moet je ook serieus met radioactief afval aan de slag,” aldus staatssecretaris Jansen. “Het betekent dat je besluiten over hoe je omgaat met de eindberging van dat afval niet pas over 75 jaar neemt, maar er nu al over na gaat denken.” Jansen vindt het des te belangrijker dat we daar nu mee starten, omdat er nog veel moet gebeuren voordat een eindberging voor radioactief afval is gerealiseerd en het een project is dat meerdere generaties zal beslaan.
Eefje Cuppen, directeur van het Rathenau Instituut vulde aan dat door de besluitvorming op te delen in stappen, het proces sneller kan starten en daardoor wendbaarder is.
Het Rathenau Instituut deed het onderzoek op verzoek van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De afgelopen jaren zette het Rathenau Instituut in verschillende rapporten op een rij hoe Nederland de vorige decennia omging met zijn radioactief afval, hoe andere landen hierover beslissen, welke regels op dit terrein gelden, welke kennis er is en hoe deskundigen en betrokkenen tegen de besluitvorming aankijken. Het nu gepubliceerde advies is het sluitstuk. Het advies is bedoeld als input voor de herziening van het nationale programma voor het beheer van radioactief afval dat de overheid voor 2026 moet publiceren.