Dossier Advies Besluitvormingsproces toekomst radioactief afval
Het COVRA-gebouw in Nieuwdorp (foto: Evelyne Jacq/ANP)

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Rathenau Instituut gevraagd om in 2024 te adviseren hoe het besluitvormingsproces over het langdurig beheer van radioactief afval in Nederland eruit zou kunnen zien. Op deze pagina laten we zien wat we doen rond dit onderwerp. Ook verwijzen we naar andere informatie die hierover op onze site te vinden is.
Nederland produceert dagelijks radioactief afval dat voor een periode van ten minste honderd jaar bovengronds wordt opgeslagen. Die opslag gebeurt in Zeeland bij de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval (COVRA). Ook in de periode daarna dient dit radioactief afval zodanig beheerd te worden dat het geen gevaar oplevert voor mens en milieu. Een deel van dit afval kan namelijk honderdduizenden jaren radioactief blijven.
De regering wil rond het jaar 2130 gebruik kunnen maken van een definitieve ondergrondse opbergplaats voor Nederlands radioactief afval. Ze heeft nog niet besloten hoe het besluitvormingsproces hiervoor eruit zal zien. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Rathenau Instituut gevraagd om in 2024 te adviseren hoe dit besluitvormingsproces eruit zou kunnen zien. Om dit advies te kunnen maken, organiseert het Rathenau Instituut verschillende onderzoeks- en dialoogactiviteiten. De resultaten hiervan zullen we in de loop van het programma op deze pagina delen.
Geschiedenis van de besluitvorming
Begin 2023 publiceerden we het rapport Een kwestie van tijd, dat we maakten in samenwerking met de Stichting Historie der Techniek. Hierin beschrijven we de Nederlandse omgang met radioactief afval tussen 1945 en 2016. Op basis van deze historische studie formuleren we tien inzichten die belangrijk zijn voor het huidige en toekomstige beleid voor radioactief afval.
Dialogen over het verleden
Gelijktijdig met deze historische studie publiceerden we het verslag Geschiedenis als gespreksstarter. Dit is de weerslag van vier dialoogsessies met mensen uit de wetenschap, het bedrijfsleven, de overheid en de samenleving. Naar aanleiding van een conceptversie van Een kwestie van tijd spraken we over lessen die uit de geschiedenis te trekken zijn en wat die mogelijk betekenen voor de besluitvorming over de eindberging van het Nederlandse radioactief afval. Tijdens de sessies konden de deelnemers ook andere thema’s die hierbij belangrijk zijn aan de orde stellen.
Lessen uit andere landen
Europese landen hebben met vallen en opstaan geleerd dat het noodzakelijk is om hun bevolking te betrekken bij de eindberging van radioactief afval. Dat blijkt uit The future of radioactive waste governance: lessons from Europe. Deze studie brengt in kaart hoe tien landen in Europa omgaan met het langdurig beheer van radioactief afval. De auteurs presenteren 17 lessen die landen van elkaar kunnen leren.
Visie op participatie
Onze activiteiten bouwen voort op de studie Bouwstenen voor participatie die we in 2015 uitbrachten. Daarin formuleerden we een visie op het betrekken van burgers bij besluitvorming over het langdurig beheer van radioactief afval. Deze studie werd uitgevoerd ter voorbereiding op het Nationale Programma voor het Beheer van Radioactief Afval en Verbruikte Splijtstoffen, dat in 2016 door de minister van Infrastructuur en Milieu is vastgesteld.
Vragen over het project Advies Besluitvorming toekomst radioactief afval
Nederland produceert dagelijks radioactief afval, in onder andere de kerncentrale van Borssele, ziekenhuizen en onderzoeksinstituten. Volgens Europees en Nederlands beleid moet radioactief afval opgeslagen worden totdat het niet meer schadelijk is voor mens en milieu. Volgens de plannen van het kabinet uit 2016 dient de tijdelijke opslagfaciliteit in Zeeland rond 2130 te worden vervangen door berging in de diepe ondergrond. Het besluitvormingsproces om te komen tot deze berging, moet nog worden ingevuld. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Rathenau Instituut gevraagd om in 2024 een advies uit te brengen over hoe dit besluitvormingsproces eruit zou kunnen zien.
Het Rathenau Instituut is onafhankelijk en stimuleert al 35 jaar de politieke en publieke meningsvorming over de impact van wetenschap, innovatie en technologie op de samenleving. Het heeft in die jaren veel aandacht besteed aan maatschappelijke en ethische kwesties op het terrein van energie, inclusief kernenergie en radioactief afval. Met regelmaat onderzocht het Rathenau Instituut hoe publiek kan worden betrokken bij de besluitvorming over controversiële onderwerpen als: schaliegas, CO2-opslag, ultradiepe geothermie en radioactief afval. Dit resulteerde in de volgende publicaties:
- Samen kennis aanboren: Verkennen van kennis en opvattingen over ultradiepe geothermie (2017)
- Elf lessen voor een goede Energiedialoog (2016)
- Bouwstenen voor participatie: Visie op publieksparticipatie bij de besluitvorming over langdurig beheer van radioactief afval (2015)
- Samen winnen: Verbreding van schaliegasdiscussie en handvatten voor besluitvorming (2013)
- Energie in 2030: Maatschappelijke keuzes van nu (2011)
- Naar de kern van de bio-economie: De duurzame beloftes van biomassa in perspectief (2011)
- Ruimte voor klimaatdebat: Zicht op interactie tussen klimaatpolitiek, wetenschap en media (2010)
- Energietransitie begint in de regio (2009)
- Schoon fossiel of vuilstort: Resultaten focusgroepen met burgers over CO2-opslag in lege aardgasvelden (2008)
- Nieuwe kernenergie in Nederland? Argumenten, feiten, standpunten en politieke aandachtspunten (2005)
- Het nucleaire landschap: Verkenning van feiten en meningen over kernenergie (2004).
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Rathenau Instituut gevraagd om in 2024 een advies uit te brengen over hoe het besluitvormingsproces rond het langdurig beheer van radioactief afval eruit zou kunnen komen te zien. Voortbouwend op inzichten uit ons eerdere onderzoek, beschouwen we het besluitvormingsproces als het brede democratische proces waarbinnen politieke besluitvorming tot stand komt. Daarbij zijn naast centrale en decentrale overheden tal van experts, maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers betrokken.
Een besluit over bijvoorbeeld de locatie voor radioactief afval wordt niet alleen bepaald door nationale politici, maar ook door: wetenschappelijk onderzoek, (inter)nationale juridische kaders, maatschappelijke organisaties en belangen van omwonenden, lokale bestuurders, en afvalproducenten. We onderzoeken in hoeverre politiek en bestuur, maatschappij, wetenschap en technologie, en recht gezamenlijk betrokken zijn bij de besluitvorming over radioactief afval. We analyseren welke kwesties er spelen, en welke oplossingen kunnen worden aangedragen.
Besluitvorming over het langdurig beheer van radioactief afval is complex. Dat bleek al uit de studie Bouwstenen voor Participatie waarin we een visie formuleerden op publieksparticipatie bij beslissingen over het langdurig beheer van radioactief afval. Er zijn technische onzekerheden, maatschappelijke zorgen, uiteenlopende politieke voorkeuren en een internationale context. Vanwege dit complexe karakter is het besluitvormingsproces gebaat bij publieksparticipatie. Het is daarbij van belang om verschillende soorten publiek te betrekken zoals: burgers, wetenschappers, belanghebbenden en bestuurders.
De lidstaten van de Europese Unie erkennen het belang van maatschappelijke betrokkenheid bij besluitvorming over het langdurig beheer van radioactief afval. Ze stelden daarom de richtlijn 2011/70/Euratom op waarmee ze zich verplichten om de maatschappij hierbij te betrekken. Ook het ministerie van Infrastructuur en Milieu (sinds 2017: Infrastructuur en Waterstaat) benadrukte dit. In het in 2016 opgestelde Nationale Programma voor het Beheer van Radioactief Afval en Verbruikte Splijtstoffen, stelt het ministerie dat een besluit over de eindberging van radioactief afval alleen genomen kan worden: ‘als de samenleving hier gezamenlijk naar kijkt, ieder zijn of haar rol vervult en men vertrouwen in elkaar heeft om zo uiteindelijk een beslissing over het lange termijn beheer van radioactief afval te nemen.’
Het Nederlandse beleid voor het langdurig beheer van radioactief afval staat in het Nationale programma voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen uit 2016. Het beleid gaat uit van een periode van bovengrondse opslag gedurende ten minste honderd jaar. Daarna is geologische berging voorzien. Hoewel nog niet is besloten hoe en waar die kan plaatsvinden, is wel afgesproken dat het radioactief afval terugneembaar moet zijn en dat het besluitvormingsproces naar een eindberging in principe omkeerbaar moet zijn. Dit betekent dat het opgeslagen afval moet kunnen worden teruggehaald wanneer het hergebruikt kan worden, of wanneer dat nodig is voor beter beheer. Over de criteria voor de periode van terugneembaarheid moet nog worden besloten. Door nu geen onomkeerbare besluiten te nemen, wil de overheid de mogelijkheid openhouden om later af te kunnen wijken van het huidige beleid. Nederland kent daarnaast een zogenoemde duale strategie. Dit betekent dat het mogelijkheden verkent voor een langdurige beheersoptie op zowel nationaal als internationaal niveau.