calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Meer tijd voor onderzoekers en docenten om deel te nemen aan het drijfverenonderzoek

Foto: Shutterstock

Image
Vier onderzoekers lopen bij de High Tech Campus Eindhoven
'Deze enquête is een van de weinige manieren waarop beleidsmakers goed zicht krijgen op hoe grote groepen onderzoekers hun dagelijks werk ervaren, wat hen motiveert en waar zij in de praktijk tegenaan lopen.’ Dat zegt coördinator Alexandra Vennekens over het drijfverenonderzoek dat het Rathenau Instituut elke vier jaar doet. Om meer onderzoekers en docenten in het hoger onderwijs de kans te geven de enquête in te vullen voor het rapport dat eind 2021 verschijnt, heeft het Rathenau Instituut de deadline over de zomer heen getild. Tot 1 oktober kan iedereen nog meedoen.
Alexandra Vennekens
Coördinator Alexandra Vennekens

Waarom doet het Rathenau Instituut dit onderzoek eigenlijk?
‘Een van de taken die wij hebben, is het verzamelen van feiten en cijfers die inzicht geven in de stand van de Nederlandse wetenschap. Die worden dan weer gebruikt door de mensen die het beleid maken: ambtenaren, politici, medewerkers van de instellingen en koepelorganisaties. Elke twee jaar publiceren we een rapport over de stand van de wetenschap en op onze site onderhouden we zo’n 100 factsheets. Natuurlijk mag daarbij een rapport naar hoe onderzoekers zelf hun werk ervaren niet ontbreken. Zij zijn degenen die het onderzoek uitvoeren. Zonder hen zou er weinig van de grond komen.’

Maar moet dat elke vier jaar opnieuw?
‘Er gebeurt veel in de wereld van onderzoekers. Door deze enquête kunnen we belangrijke trends op het spoor komen en de omvang van nieuwe ontwikkelingen inschatten. Door ons vorige onderzoek uit 2017 hebben meer Nederlanders een beeld gekregen van de werkdruk die onderzoekers ervaren. Wij lieten zien dat ze op universiteiten gemiddeld een kwart van hun aanstelling overwerken, in umc’s zelfs een derde. De afgelopen jaren is het erkennen en waarderen van taken die niet direct verbonden zijn met onderzoek steeds belangrijker geworden: lesgeven, valorisatie, bestuurswerk. Ook is meer aandacht voor diversiteit. Wat we nu naar boven proberen te halen, is in hoeverre dit zichtbaar wordt op de werkvloer. En natuurlijk kijken we ook naar corona. Dat heeft het afgelopen jaar een enorme invloed gehad. ’

Wie kan er aan meedoen?
‘Onderzoekers zitten op veel verschillende plekken: universiteiten, universitair medische centra, hogescholen en kennisinstituten. Allemaal kunnen ze meedoen. En dan zijn de ervaringen van iemand die net is begonnen met zijn of haar proefschrift, voor ons even interessant als van iemand die al twintig jaar hoogleraar is. Omdat in de wereld van het hoger onderwijs en onderzoek het lesgeven als steeds belangrijker wordt gezien, kijken we dit jaar voor het eerst ook naar de ervaringen van mensen met alleen een onderwijsaanstelling. Die vragen we dus ook om onze enquête in te vullen.’

Meer dan 1.000 onderzoekers hebben jullie enquête al ingevuld. Is dat niet voldoende?
‘Dat is zeker een grote groep. Maar om ook uitspraken te kunnen doen over de verschillende subgroepen, wil je natuurlijk een nog veel hogere respons.’

Zijn er niet veel te veel enquêtes die onderzoekers moeten invullen?
‘Ik krijg ook regelmatig het verzoek om een enquête in te vullen. Als ik dan de indruk heb dat het een nuttig onderzoek is, en het wordt uitgevoerd door onderzoekers waarin ik vertrouwen heb, doe ik dat meestal wel. En als onderzoeker ben ik natuurlijk zelf ook vaak wel benieuwd naar de resultaten.’

Wanneer horen deelnemers iets terug over de uitkomsten?
‘Als we begin oktober onze data binnen hebben, beginnen we meteen met analyseren en schrijven. Het rapport zal dan rond de jaarwisseling verschijnen. We publiceren het op onze site en sturen het naar de mensen die het onderwijsbeleid in Nederland bepalen. Natuurlijk zullen we ook proberen om er zoveel mogelijk aandacht voor te krijgen in de media.’

Doe mee aan de enquête

Wish to fill out this survey in English? Click here

 

Gerelateerde content: