calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Burgers en sensoren

Rapport
11 september 2019
Acht spelregels voor de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid
Veiligheid Privacy Leefbaarheid politie

Cameratoezicht in Rotterdam. Foto: HH

Image
Burgers en sensoren
Nederlanders accepteren de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid, maar stellen daar voorwaarden aan. Ze laten het afhangen van de mate van veiligheid en van het type leefomgeving. Dit rapport, geschreven op verzoek van de politie, presenteert daarom acht spelregels voor de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid.

Downloads

Downloads

Samenvatting

In Nederland worden in toenemende mate sensoren, zoals camera’s of trackers die je beweging volgen en vastleggen, ingezet om leefbaarheid en veiligheid te bevorderen:

  • burgers en bedrijven bezitten circa 1,5 miljoen beveiligingscamera’s;
  • gemeenten hebben ruim 3.000 toezichtcamera’s;
  • de politie heeft ongeveer 500 tot 1.000 toezichtcamera’s.

Doordat nieuwe technologie steeds kleiner, mobieler en goedkoper wordt, kunnen ze gemakkelijker worden ingebouwd, zoals bij camera’s in smartphones. Verder worden verzameling en verwerking van data steeds gemakkelijker, zoals met slimme algoritmen in apps. Hierdoor is een uitgebreid netwerk van sensoren ontstaan dat een grote hoeveelheid data produceert. Dit netwerk bestaat niet alleen uit nieuwe sensoren, maar ook uit nieuwe actoren en toezichtsvormen:

  • burgers worden gemonitord door de overheid en bedrijven (surveillance);
  • burgers gebruiken sensoren om elkaar te monitoren (horizontale surveillance);
  • burgers gebruiken sensoren om de overheid en bedrijven in de gaten te houden (sousveillance).

We schetsen in dit rapport verschillende trends, die laten zien hoe toezicht verandert:

  1. We zien bij de politie steeds meer gebruik van sensoren en sensordata.
  2. We zien automatisering van kernactiviteiten van de politie zoals getuigen opsporen en handhaven door middel van slimme sensortechnologie.
  3. We zien burgers, bedrijven en gemeenten steeds meer sensordata verzamelen.
  4. We zien nieuwe vormen van samenwerking tussen de politie en andere actoren uit de samenleving om sensoren te gebruiken voor leefbaarheid en veiligheid.
  5. We zien private partijen die zelf speurwerk en handhaving doen met sensoren en sensordata.

Welke factoren bepalen hoe burgers denken over sensoren?

Om inzicht te krijgen in de mening van burgers over het inzetten van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid, ontwikkelden we een begrippenkader (zie figuur 1). Hierin onderscheiden we drie dimensies van burgers (linkerkolom, vetgedrukt) en drie dimensies van sensortoepassingen (rechterkolom, vetgedrukt) die invloed hebben op hoe burgers denken over de inzet van sensoren voor leefbaarheid en veiligheid.

Citizens and sensors
Figuur 1 Hoe burgers denken over de inzet van sensoren – een begrippenkader

De literatuur laat zien dat persoonskenmerken, algemene houdingen en de directe sociale omgeving een rol spelen bij de meningsvorming van burgers. Zo blijkt dat dat oudere mensen meer geneigd zijn om sensortechnologie te accepteren dan jongere mensen. Verder blijkt dat mannen de partij die de sensor inzet (zoals de politie of een beveiligingsbedrijf) belangrijker vinden dan vrouwen, terwijl vrouwen meer waarde hechten aan het doel van de opsporing. Ook blijkt dat een positieve houding ten opzichte van technologie in het algemeen bijdraagt aan het vertrouwen van burgers in sensoren.

Met betrekking tot sensortoepassingen onderscheiden we ook drie dimensies die de kijk op sensoren beïnvloeden. Bij sensortechnologie gaat het over het type sensor en de mate waarin in het ontwerp van de technologie al rekening is gehouden met privacy (privacy-by-design) zijn genomen. Bij sociale praktijk en actoren gaat het om de context waarin de technologie wordt toegepast en de personen of organisaties die hierbij een rol spelen. Tot slot is de maatschappelijke, institutionele context, zoals de wettelijke regels voor cameratoezicht, of het maatschappelijke vertrouwen in autoriteiten, van belang. Om meer te weten te komen over de perspectieven van Nederlanders op sensortechnologie organiseerden we verschillende focusgroepen.

Hoe denken Nederlandse burgers over de inzet van sensoren?

Uit de focusgroepen komt een genuanceerd beeld naar voren van de inzet van sensortoepassingen. Het is niet mogelijk om los van de context te spreken over de acceptatie van bepaalde sensoren of technologieën. Burgers zijn niet voor of tegen bepaalde technologie, zoals bodycams of wifitrackers. Er is bij de inzet van technologie discussie nodig over:

  • de technologische eigenschappen;
  • het doel van de technologie;
  • de effectiviteit van de technologie;
  • de soort criminaliteit die begaan wordt door middel van de technologie; en
  • de context waarin de technologie wordt toegepast (waar, wanneer, hoe, door wie).

Uit de gesprekken blijkt dat twee factoren in het bijzonder van belang zijn: het type leefomgeving waarbinnen sensortechnologie wordt toegepast en de mate van veiligheid die burgers ervaren (zie figuur 2).

We zien dat de acceptatie van sensorinzet afhankelijk is van de mate van veiligheid: hoe onveiliger burgers een situatie inschatten, des te meer ze het geoorloofd vinden om sensoren toe te passen om de veiligheid en leefbaarheid te vergroten.

De acceptatie is daarnaast afhankelijk van het type leefomgeving: de inzet van sensoren in de privéruimte is minder acceptabel dan de toepassing in de openbare ruimte, met name als de drukte daar groot is.

Aan de ene kant zeggen burgers dus ‘ja’ tegen de inzet van sensoren in zeer onveilige situaties en drukke openbare ruimtes, ‘mits’ voldaan wordt aan belangrijke randvoorwaarden. Aan de andere kant zeggen burgers ‘nee’ tegen de inzet van sensoren in thuissituaties, en in de rustige openbare ruimte als die veilig of licht onveilig is of aanvoelt, ‘tenzij’ het de veiligheid en leefbaarheid duidelijk verhoogt en voldaan wordt aan belangrijke randvoorwaarden, zoals privacy en persoonlijke vrijheid.

 Influence of perceived safety and setting on public acceptance of using sensors to improve quality of life and security
Figuur 2 Invloed van de mate van veiligheid en type leefomgeving op de acceptatie van sensoren voor
leefbaarheid en veiligheid door burgers

Uit de focusgroepen bleek dat ook waarden richting geven aan de mening van burgers. Zo werd de discussie over de toepassing van sensortechnologie veelal geframed als een afweging tussen veiligheid en privacy. Tegelijkertijd blijkt uit de gesprekken duidelijk dat burgers bij de inzet van sensoren een breder palet aan waarden belangrijk vinden. Naast veiligheid en privacy gaat het daarbij om waarden zoals democratische rechten, efficiëntie, effectiviteit, innovatievermogen, transparantie, leefbaarheid en menselijk contact.

Acht spelregels voor de toepassing van sensoren

Bij het inzetten van sensoren en sensordata wordt van de politie verwacht dat ze zich bewust is van het belang van de genoemde publieke waarden en dat deze daadwerkelijk worden toegepast. In de praktijk kunnen bovengenoemde waarden op gespannen voet met elkaar komen te staan. Burgers verwachten dat de politie, in overleg met de samenleving, een goede balans vindt tussen verschillende waarden.

Op basis van de resultaten van het literatuuronderzoek en het focusgroepenonderzoek hebben we daarom spelregels geformuleerd, die handvatten geven voor de vertaling van waarden naar praktijk. Deze spelregels zijn toegespitst op de politie. Ons onderzoek laat echter zien dat burgers deze spelregels ook belangrijk vinden voor andere overheidsdiensten, bedrijven en medeburgers.

  1. Bij de inzet van sensoren dient de politie zo te handelen dat het vertrouwen wekt bij burgers.
  2. Burgers willen graag helder en transparant geïnformeerd worden over de inzet van sensoren.
  3. Burgers vinden dat privacy-by-design moet worden toegepast bij de inzet van sensoren.
  4. Burgers willen niet dat de inzet van sensoren ten koste gaat van de aanwezigheid van en het contact met politieagenten.
  5. Burgers willen dat het innovatievermogen van de politie op orde is en dat de inzet van sensoren effectief gebeurt.
  6. De inzet van sensoren mag niet leiden tot discriminatie.
  7. Om de persoonlijke vrijheid te waarborgen is het belangrijk om de inzet van sensoren voor veiligheidsdoeleinden te beperken tot onveilige situaties en drukke publieke ruimtes.
  8. Bovengenoemde spelregels gelden ook voor de samenwerking van de politie met andere partijen.

 

Bij voorkeur citeren als:
Snijders, D., M. Biesiot, G. Munnichs, R. van Est, met medewerking van S. van Ool en R. Akse (2019). Burgers en sensoren – Acht spelregels voor de inzet van sensoren voor veiligheid en leefbaarheid. Den Haag: Rathenau Instituut

Acht spelregels

Het gaat om meer dan een afweging tussen privacy en veiligheid

De discussie over de toepassing van sensortechnologie wordt veelal geframed als een afweging tussen veiligheid en privacy. Tegelijkertijd blijkt uit de gesprekken duidelijk dat burgers bij de inzet van sensoren een breder palet aan waarden belangrijk vinden. Naast veiligheid en privacy gaat het daarbij om waarden zoals democratische rechten, efficiëntie, effectiviteit, innovatievermogen, transparantie, leefbaarheid en menselijk contact.

Bij het inzetten van sensoren en sensordata wordt van de politie verwacht dat ze zich bewust is van het belang van de genoemde publieke waarden en dat deze daadwerkelijk worden toegepast. In de praktijk kunnen bovengenoemde waarden op gespannen voet met elkaar komen te staan. Burgers verwachten dat de politie, in overleg met de samenleving, een goede balans vindt tussen verschillende waarden.

Acht spelregels voor de toepassing van sensoren

Op basis van de resultaten van het literatuuronderzoek en het focusgroepenonderzoek hebben we daarom spelregels geformuleerd, die handvatten geven voor de vertaling van waarden naar praktijk. Deze spelregels zijn toegespitst op de politie. Ons onderzoek laat echter zien dat burgers deze spelregels ook belangrijk vinden voor andere overheidsdiensten, bedrijven en medeburgers.

  1. Bij de inzet van sensoren dient de politie zo te handelen dat het vertrouwen wekt bij burgers.
  2. Burgers willen graag helder en transparant geïnformeerd worden over de inzet van sensoren.
  3. Burgers vinden dat privacy-by-design moet worden toegepast bij de inzet van sensoren.
  4. Burgers willen niet dat de inzet van sensoren ten koste gaat van de aanwezigheid van en het contact met politieagenten.
  5. Burgers willen dat het innovatievermogen van de politie op orde is en dat de inzet van sensoren effectief gebeurt.
  6. De inzet van sensoren mag niet leiden tot discriminatie.
  7. Om de persoonlijke vrijheid te waarborgen is het belangrijk om de inzet van sensoren voor veiligheidsdoeleinden te beperken tot onveilige situaties en drukke publieke ruimtes.
  8. Bovengenoemde spelregels gelden ook voor de samenwerking van de politie met andere partijen.

Dit zeggen burgers

Burgers zijn niet voor of tegen bepaalde technologie, zoals bodycams of wifitrackers. Uit dit rapport blijkt dat twee factoren in het bijzonder van belang zijn: het type leefomgeving waarbinnen sensortechnologie wordt toegepast en de mate van veiligheid die burgers ervaren.

Citizens are not for or against certain technology, such as bodycams or wifi trackers. This report shows that two factors are of particular importance: the type of living environment in which sensor technology is applied and the degree of safety that citizens experience.