Kiezers gedragen zich online als fans en niet als kritische burgers
Sociale media maken het verleidelijk om een politieke ‘fan’ te zijn, zien Marit de Jong en Timo Nieuwenhuis. Maar een gezonde democratie heeft betrokken burgers nodig; en die zijn kritisch.

Onlangs stroomden onze tijdlijnen vol met reacties en variaties op de afbeelding die Geert Wilders plaatste op sociale media. Het was niet de eerste keer dat een socialemedia-uiting van een politicus online veel kruisbestuiving veroorzaakte. Politieke uitingen op sociale media lijken steeds meer gekleurd door fandom. Kenmerkend aan ‘fans’ is dat zij de boodschappen van hun idool reproduceren en verder verspreiden. Politieke uitingen in het tijdperk van sociale media zijn met slechts enkele drukken op het toetsenbord of touchscreen verder verspreid. Veranderen kiezers online langzamerhand in fans? Dat is namelijk niet zonder risico.
Wat is een fan? Mediawetenschapper Henry Jenkins deed onderzoek naar fandom, en volgens hem begint dat bij het emotioneel betrokken consumeren van een populair verhaal. Het kan zich ontwikkelen tot participatie, waarbij de consumptie verandert in de productie van meer soortgelijke verhalen. Wanneer fans hun eigen verhalen maken, worden ze daarmee actieve deelnemers in de constructie en circulatie van content rond hun fanobject.
Ook voor politici is zo’n fanbase aantrekkelijk: het zorgt voor zichtbaarheid en momentum.
Fandom en haar mechanismen zijn al langer bekend binnen de populaire cultuur. Neem de zogeheten Swifties, de fanbase van zangeres Taylor Swift. De emotionele verbondenheid van de fans resulteert in een subcultuur met eigen gebruiken, sociale dynamiek en bovenal een stroom aan content over Taylor Swift. Het maken, aanpassen en verspreiden van content is namelijk een fundamenteel kenmerk van fancultuur. En dat draagt, in het geval van Taylor Swift, bij aan haar populariteit. Ook voor politici is zo’n fanbase aantrekkelijk: het zorgt voor zichtbaarheid en momentum.
Gifjes en remixes
Deze mechanismen van fandom lijken ook op te duiken binnen de politieke arena. Politicoloog Jonathan Dean onderzocht de verhouding van fandom tot politiek. Volgens hem gebruiken politici op sociale media specifieke spreekstijlen en publiciteitsvormen om een ‘idoolstatus’ en fanbase op te bouwen. Ter illustratie: de Democratische presidentskandidaat Kamala Harris noemde in 2024 de Republikeinen in een publieke toespraak weird, waarop aanhangers massaal hashtags zoals #Weirdrepublicans en #JustWeird maar ook gifjes en remixes van de toespraak verspreidden op sociale media.
Fans van Nederlandse politici verspreiden en produceren ook politieke uitingen. Niet alleen de supporters van Wilders gingen massaal aan de haal met de spotprent, GroenLinks-PvdA-volgers creëerden en deelden hun eigen kritische varianten. Ook tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 werden de tijdlijnen van sociale media gevuld met bijvoorbeeld memes met daarop een gespierde Jesse Klaver onder de hashtag #premiersdebat.
Wanneer iemand fan is van een muziekartiest, is het niet van belang dat die kritisch naar al diens nummers kijkt en deze bespreekt met andersdenkenden.
Het lijkt erop dat sociale media een transformatie van kiezer naar fan in de hand werken. Likes, shares en snelle reacties worden beloond, in plaats van de kwaliteit van een bericht of een goed gesprek. Bovendien kan met generatieve AI nieuwe content binnen enkele seconden worden geproduceerd. Daardoor is het op sociale media gemakkelijker jezelf als fan te gedragen in plaats van als kritische kiezer. Zo dragen sociale media bij aan het ontstaan en versterken van politieke fanbases.
Sommige gedragingen die lijken op fandom passen binnen een gezonde democratie: actief deelnemen, verhalen verspreiden en een gemeenschapsgevoel opbouwen. Fanpraktijken kunnen zo bijdragen aan politieke participatie. Maar de functie van fans en van burgers binnen een democratische samenleving zijn niet hetzelfde. Fandom draait om betrokkenheid en loyaliteit, terwijl democratisch burgerschap idealiter vraagt om betrokkenheid mét een kritische blik. Wanneer iemand fan is van een muziekartiest, is het niet van belang dat die kritisch naar al diens nummers kijkt en deze bespreekt met andersdenkenden. Dat is wel het ideaalbeeld van een burger in onze democratische samenleving.
Groepsidentiteit
Nu sociale media het verleidelijker maken om een politieke ‘fan’ te zijn in plaats van ‘democratische kiezer’, moeten we daar waakzaam op zijn. Wie met die blik naar de online berichten van Wilders kijkt, ziet al hoe makkelijk politieke communicatie op sociale media kenmerken van fandom kan krijgen: één post wordt de grondstof voor honderden variaties, binnen no-time rondgestuurd in een stroom van likes en shares, gevoed door emotie en groepsidentiteit. Dat is engagement in de puurste zin, maar niet de kritische betrokkenheid die een democratie nodig heeft.
Een gezond publiek debat is niet gebaat bij fans maar bij kritische burgers. Oftewel, politici en burgers: laat je niet meeslepen door de logica van sociale media. Ook al noem je jezelf een ‘Wildie’, vergeet niet dat een democratie om meer vraagt dan applaus.