Nederlanders sterk verdeeld over embryo-onderzoek na 14 dagen
Beeld: Shutterstock

Er zijn bijna evenveel voor- als tegenstanders van het verleggen van de 14-dagengrens bij embryo-onderzoek. Dat blijkt uit een enquête van het Rathenau Instituut onder ruim 750 Nederlanders. De resultaten vragen om zorgvuldige politieke besluitvorming over eventuele verlegging van die grens naar 28 dagen. Daarbij moet aandacht zijn voor de bredere context van andere voorgestelde wijzigingen in de Embryowet.
In het kort:
- Op dit moment verbiedt de Embryowet onderzoek met embryo’s ouder dan 14 dagen.
- Het Rathenau Instituut onderzocht wat Nederlanders vinden van mogelijke verlegging van die grens naar 28 dagen.
- 46% is tegen het verleggen van de 14-dagengrens, en 40% is voor. Daarnaast is er een groep die aangeeft het niet te weten (14%).
Op dit moment verbiedt de Embryowet om onderzoek te doen met embryo’s die ouder zijn dan 14 dagen. De Gezondheidsraad heeft geadviseerd om deze grens te verleggen naar 28 dagen. Het ministerie van VWS werkt op dit moment aan een reactie op dit advies.
Het Rathenau Instituut vindt het belangrijk dat het maatschappelijk perspectief op een goede manier wordt meegewogen bij de besluitvorming over mogelijke aanpassing van de 14-dagengrens. We hebben burgers daarom meerdere vragen voorgelegd over mogelijke verlegging van die grens. De vragen waren onderdeel van een bredere enquête over wat Nederlanders vinden van onderzoek met menselijke embryo’s. De vragenlijst werd ingevuld door 758 mensen. De notitie die we vandaag publiceren, gaat in op de vragen rond het verleggen van de 14-dagengrens. De analyses van de overige vragen publiceren we later dit jaar.
Verdeeldheid en verschillende argumenten
Over het verleggen van de 14-dagengrens zijn mensen zeer verdeeld. Op de vraag of men vindt dat de 14-dagengrens moet worden verlegd naar 28 dagen, antwoordt ruim 46% ‘nee’, bijna 40% antwoordt ‘ja,’ en 14% geeft aan het niet te weten. Eerder onderzoek van het Rathenau Instituut in 2019 leverde vergelijkbare percentages op.
Uit dialogen die het Rathenau Instituut organiseert weten we dat deelnemers geregeld aangeven dat er ‘een grens’ moet zitten aan hoe ver onderzoek met beginnend menselijk leven gaat. Dat zien we terug in deze enquête: bij de tegenstanders kiest bijna de helft als reden: ‘als deze regels versoepeld worden, wordt het gemakkelijker om daarna nog meer regels te versoepelen, en daar ben ik op tegen’.
Bij de voorstanders geeft bijna driekwart aan dat het opdoen van medische inzichten over ziektes en miskramen zwaarder weegt dan het beschermen van het embryo tot 28 dagen oud.
Meerdere wijzigingen in Embryowet voorgesteld
Uit dialogen over embryo-onderzoek en daaraan gerelateerde technologieën blijkt dat mensen verschillende facetten en mogelijkheden van embryo-onderzoek meestal niet los van elkaar beoordelen. Mensen geven vaak aan dat de huidige wetgeving en grenzen hen vertrouwen geven dat er in Nederland op de juiste manier met embryo’s voor onderzoek wordt omgegaan. Wanneer besproken werd dat verschillende aspecten hiervan momenteel ter discussie staan (de definitie van een embryo, het verbod op het speciaal voor onderzoek maken van embryo’s, verlegging van de 14-dagengrens), waren mensen meer dan eens huiverig dat we ‘steeds verder’ gaan en ons op een hellend vlak begeven.
Een beslissing over het al dan niet verleggen van de 14-dagengrens moet daarom worden genomen in de context van andere veranderingen aan de Embryowet.