Terugblik op het debat
- Voor maatschappelijke transities biedt missiegedreven wetenschap een kans.
- Dat vraagt om samenwerking, het combineren van kennis uit verschillende hoeken en bijsturen op basis van nieuwe inzichten.
- Ook zijn centrale coördinatie en voldoende ruimte voor experiment nodig.
Het programma was de aftrap van de debatreeks ‘Keuzes voor de toekomst van de wetenschap’, waarin de waarde van wetenschap voor onze (toekomstige) samenleving centraal staat. Wetenschap speelt een essentiële rol bij maatschappelijke transities, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en veiligheid. Gelukkig presteert de Nederlandse wetenschap relatief goed, zo liet het rapport Balans van de Wetenschap 2018 al zien, maar juist de bijdrage van wetenschap aan oplossingen voor actuele vraagstukken is een punt dat zeker nog aandacht verdient.
Kennisvelden samenbrengen
Het realiseren van ‘droge voeten’ met onder meer dijken en delta’s is een voorbeeld van een missie waarbij succesvol wordt samengewerkt, over grenzen en disciplines heen. Daarom stond deze sector centraal. Volgens de deelnemers hielp het dat de watersector is aangemerkt als topsector. Het samenspel tussen overheid, bedrijfsleven, wetenschap en kennisinstituten verbeterde daardoor. Maar missies zijn breder dan de huidige topsectoren, zoals AWTI-voorzitter Uri Rosenthal benadrukte bij de inleiding op het debat, en bovendien zijn bij veel maatschappelijke uitdagingen de doelen niet altijd even helder en breed gedragen als op het gebied van waterveiligheid in Nederland.
In de eerste ronde werden de belangrijkste voorwaarden besproken om partijen samen te krijgen. Het besef dat kennis vanuit verschillende hoeken nodig is om je doel te bereiken, is een belangrijke drijfveer, lichtte Bas Jonkman (TU Delft) toe. ‘Het begint met samen je uitdaging formuleren. Ook vanuit verschillende belangen kun je dan werken aan een gezamenlijke missie. Maar je moet vooraf samen vaststellen wanneer een missie succesvol is.’ Jos van Alphen (staf van de Deltacommissaris) vulde aan: ‘Het geld om alle benodigde kennis in de watersector te ontwikkelen, werd op een gegeven moment gekort. Door inhoudelijk én financieel de krachten te bundelen konden we toch meer resultaat bereiken.’
De sprekers erkenden tegelijkertijd dat samenhang niet vanzelf komt; juist door centrale sturing werd het Deltaprogramma succesvol. Voor adequate oplossingen moeten alle betrokken partijen werken aan een gemeenschappelijk doel, ook op regionaal niveau. ‘Met alleen losse projectjes bereik je geen innovatie.’ Marjolijn Haasnoot (Deltares): ’Om naar de stip op de horizon toe te werken, betekent sturing ook bijsturen. Je moet zowel voor de korte als lange termijn routes uitzetten en waar nodig van koers wisselen om je doel te bereiken.’
Ontwikkelen van nieuwe kennis
Hoewel centrale coördinatie als waardevol wordt gezien, vragen maatschappelijke missies dus ook om flexibiliteit en ruimte voor experiment. In de tweede gespreksronde kwam het belang van wetenschappelijk onderzoek voor het opdoen van nieuwe kennis naar voren. ‘Als we een strategie bepalen voor de komende periode, is het maar de vraag of die aanpak over een paar jaar inderdaad heeft gewerkt. Onderzoek is nodig om steeds weer nieuwe inzichten te kunnen gebruiken in je strategie en bij te sturen waar nodig. Er moet voldoende ruimte zijn om te zoeken naar ‘out of the box’ oplossingen,’ vertelde Tom van der Horst (TNO). Ook Martin Schepers (Waterschap Rivierenland) onderstreepte dit punt eerder: ‘Wetenschap moet helpen bij situaties die zich in de praktijk nog niet hebben kunnen bewijzen.’
Duidelijke doelen zijn dus belangrijk, maar werken aan een missie betekent ook een proces van voortschrijdend inzicht. Zoals Stefan Kuhlmann (Universiteit Twente) toelichtte: ‘Doelen worden steeds weer bediscussieerd, omdat we met nieuwe kennis dingen anders gaan zien. Dat is ook goed, want het voorkomt het gevaar van een te nauw geformuleerde missie.’ Ondanks het voortschrijdende inzicht is het echter wel noodzakelijk om nu al beslissingen te nemen, ook al verandert de stip aan de horizon, vulde Lilian van den Aarsen (ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) aan.
Juist omdat wetenschap en innovatie gericht zijn op vernieuwing, is het resultaat vaak onzeker. ‘We hebben dat soort wetenschap nodig, waarbij mensen worden gedreven door nieuwsgierigheid en ambitie. Om gezamenlijk iets te kunnen bereiken op het gebied van duurzame ontwikkeling wereldwijd. Daarvoor moet wel voor alle partijen duidelijk zijn hoe we daar kunnen komen,’ voegde Michiel Sweers (ministerie van Economische Zaken en Klimaat) toe. En soms is daar heel veel polderen voor nodig, bijvoorbeeld om samen tot een heldere doelstelling te komen. Sweers ziet in dat laatste zeker een rol weggelegd voor de overheid: ‘Soms kan het bij wijze van spreken al genoeg zijn dat wij de koffie schenken, om daarmee de juiste partijen bij elkaar te brengen. Soms is het veel meer.’
Bereid zijn om keuzes te maken
Toch klinken er kritische geluiden als het gaat om het vertalen van de ervaringen uit de watersector naar andere missies. Duidelijk is dat voor andere vraagstukken de zaken complexer liggen. ‘Missies waar “we minder mee hebben”, zullen zich ook minder snel ontwikkelen. Het is prachtig dat we voor verschillende uitdagingen willen toewerken naar een stip aan de horizon, maar we hebben geen geld om op al die terreinen onze doelen te realiseren,’ werd vanuit de zaal ingebracht. ‘Prioriteren is noodzakelijk.’
Precies daarin ligt volgens Sweers een taak voor het innovatiebeleid. ‘Waarom Nederland het relatief goed doet, onder meer in internationale rankings, is niet omdat we er meer geld in stoppen dan anderen, maar omdat we het heel doelmatig doen.’
Een andere les die we kunnen leren uit dit debat is het verbeteren van de relatie met de samenleving. Martin Schepers: ‘In de watersector wordt die link nog weinig ontsloten. We moeten beter een brug slaan tussen het ontwikkelen van kennis en de toepassing daarvan in de praktijk. Dat is niet alleen nodig bij waterveiligheid, maar bij alle andere missies.’
Bovendien moeten we de rol van onderwijs niet vergeten, sloot Yori Kamphuis af. ‘Innovatie komt er niet wanneer we onze kennis niet blijven aanvullen. Wetenschap gaat om meer dan alleen onderzoek.’
Lessen voor de toekomst van de wetenschap
De afgelopen weken gingen we op zoek naar hoe wetenschap het beste kan bijdragen aan toekomstige uitdagingen. Op 30 september lag de focus daarbij op wetenschap met impact, en de manier waarop de kringlooplandbouw ons daar meer over kan leren. In het laatste debat, op 28 oktober, werd de kruisbestuiving tussen onderwijs en onderzoek onder de loep genomen. Deze programma’s werden georganiseerd i.s.m. de Onderwijsraad en de AWTI.
Maatschappelijke transitie is alleen mogelijk met circulaire kennis en samenwerking
Werking van het wetenschapssysteem
10 oktober 2019
terugblik
Hoe maken we ons hoger onderwijs toekomstbestendig?
Werking van het wetenschapssysteem
27 november 2019
terugblik