calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Innovatiebeleid is aan innovatie toe

missiegedreven innovatiebeleid
Op 11 juni spreekt de Tweede Kamer over missiegedreven innovatiebeleid. Wat is het en hoe kan Nederland dat realiseren? Daar heeft het Rathenau Instituut meerdere studies naar gedaan.

In het kort

  • Het kabinet richt zich in zijn innovatiebeleid op grote maatschappelijke uitdagingen en de zogenoemde ‘missies’.
  • Uit onderzoek van het Rathenau Instituut blijkt dat daarbij nog te veel aandacht gaat naar het bevorderen van ondernemerschap en bestaande vormen van publiek-private samenwerking.
  • Het innovatiebeleid is daarom zelf aan innovatie toe.

Wat is missiegedreven innovatiebeleid?

Wanneer de overheid innovatie wil inzetten om de economie te versterken of de samenleving te verbeteren, maakt ze van die doelen de kern van het innovatiebeleid. Dit heet doelgericht of missiegedreven innovatiebeleid.

In het afgelopen jaar heeft het kabinet een belangrijke verandering in gang gezet door het innovatiebeleid te richten op grote maatschappelijke uitdagingen op vier gebieden:

  1. energietransitie en duurzaamheid;
  2. landbouw, water en voedsel;
  3. gezondheid en zorg; en
  4. veiligheid.

Vernieuwing van beleid vraagt om nieuwe financieringsinstrumenten en ruimte voor experimenten. Het beleid is nu nog te veel gericht op het bevorderen van ondernemerschap en bestaande typen publiek-private samenwerking, en te weinig op de maatschappelijke inbedding van innovaties.

Innovatie in de zorg

Gezondheid en zorg is een van de vier maatschappelijke uitdagingen waarvoor het kabinet in 2019 missies opstelt. Sleuteltechnologieën zoals fotonica en kunstmatige intelligentie zullen een belangrijke rol spelen in het vinden van oplossingen die bijdragen aan het realiseren van deze missies. Kleine en betaalbare medische scanners en slimme medische apps lijken de zorg en gezondheid van mensen te kunnen verbeteren.

Ons rapport ‘Gezondheid centraal’ toont dat een focus op technologische innovatie en de aanname dat dit als vanzelf zal leiden tot betere gezondheidszorg, leidt tot onbedoelde en ongewenste maatschappelijke, economische en ethische effecten. Gezondheid is te belangrijk om zulke risico’s te nemen. Niet technologie, maar zorg moet centraal staan bij het realiseren van deze missie.

Focus en kleinschaligheid, waarbij verantwoordelijke partijen samenwerken in testomgevingen, blijken de succesfactoren. Zo worden in de ggz online portalen gebruikt bij gezamenlijke besluitvorming tussen zorgprofessionals, patiënten en soms naasten. Digitale en face-to-face zorg worden afgewisseld, ontwikkelaars helpen de diensten verbeteren. Specifieke medische apps, zoals de voor en door MS-patiënten ontworpen app MS Sherpa, helpen gebruikers om beter om te gaan met hun ziekte. De samenspraak tussen zorgprofessionals en patiënten over het gebruik van de app vergroot de eigen regie.

Ruimte nodig voor maatwerk

Missiegedreven innovatiebeleid biedt volgens het Rathenau Instituut een uitgelezen kans om (sleutel)technologie­ontwikkeling en innovatie te stimuleren op basis van maatschappelijke inbedding. De ingeslagen weg is een veelbelovende eerste stap, maar het is duidelijk dat er nog veel open vragen zijn, die gaan bepalen in hoeverre het missiegedreven innovatiebeleid een succes wordt.

Eerdere en buitenlandse ervaringen met missiegedreven innovatiebeleid laten zien dat generieke instrumenten onvoldoende zijn en dat er ruimte moet komen voor maatwerk. Belangrijke elementen van zo’n aanpak zijn:

  • Open, flexibele en adaptieve manieren van beleid en financiering van onderzoek en innovatie om op korte termijn te kunnen werken aan de ontwikkeling van maatschappelijk verantwoorde transitiepaden.
     
  • Ruimte voor experimenten in ontwikkeling en uitvoering van missiegedreven innovatiebeleid, met aandacht voor een effectieve rolverdeling tussen verschillende overheden (ministeries, provincies, gemeenten).
     
  • Ruimte voor nieuwe kennispraktijken waarin kennisinstellingen, bedrijven, gebruikers (professionals, consumenten), beleidsmakers, regelgevers, burgers en/of andere relevante maatschappelijke partijen gezamenlijk kunnen experimenteren met innovatieve oplossingen, zoals living labs en soortgelijke lokale experimenten.
     
  • Aandacht voor samenhang en continuïteit in de onderzoeks- en innovatieportfolio, zodat projecten op elkaar kunnen voortbouwen en lokale initiatieven kunnen opschalen.

In het kort vraagt dit om innovatie van het innovatiebeleid. Dat is een uitdaging in zichzelf die vraagt om een overheid die durft te experimenteren, risico te nemen en wendbaar is. 

Lees de toelichting op deze punten