calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Goede loopbaankansen na een PhD

Artikel
14 december 2021

Foto: Shridhar Gupta/Unsplash

Image
Mensen aan het werk aan verschillende tafeltjes, van boven gezien

Gepromoveerden hebben een goede positie op de Nederlandse arbeidsmarkt. En hoewel het publieke debat regelmatig gaat over de vraag of de groei van het aantal promoties wel verantwoord is, heeft Nederland in vergelijking met andere landen nog weinig gepromoveerden. Dat blijkt uit een factsheet waarin het Rathenau Instituut een overzicht biedt van cijfers over de loopbaan van gepromoveerden.

In het kort:

  • Het Rathenau Instituut heeft een overzicht gemaakt van cijfers over diverse aspecten van de loopbaan van gepromoveerden.
  • Het aantal gepromoveerden in Nederland groeit, maar is nog relatief laag vergeleken met andere landen binnen de EU en de OESO.
  • De kansen en positie van gepromoveerden op de arbeidsmarkt zijn vergeleken met andere groepen van de bevolking goed.

Relatief weinig gepromoveerden, maar wel groei

In 2020 vonden er meer dan 4.400 promoties in Nederland plaats. In vergelijking met andere landen binnen de EU en de OESO kent Nederland weinig gepromoveerden. Maar het aandeel van mensen met de hoogste academische graad op de totale beroepsbevolking groeit wel; in ruim 25 jaar is het aantal promoties per jaar verdubbeld.

De groei van het aantal promoties is regelmatig onderwerp van publiek debat. Een afgeronde promotie geeft in theorie toegang tot een academische carrière, maar niet voor elke gepromoveerde is er plaats op de universitaire arbeidsmarkt. Slechts 31% van de gepromoveerden blijft werkzaam in de academie. Het groeiend aantal gepromoveerden gaat ook gepaard met aanvraagdruk voor onderzoekssubsidies en competitie tussen onderzoekers.

Goede uitgangspositie, ondanks gevoel onvoldoende te worden voorbereid

De meerderheid van de gepromoveerden gaat dus op zoek naar een baan buiten de universiteit of een universitair medisch centrum (umc). Het aantal banen in de academie is beperkt, maar gepromoveerden blijken ook daarbuiten een goede uitgangspositie te hebben. Ze hebben relatief vaak een betaalde baan. Van alle gepromoveerden had 96% een betaalde baan in december 2018, tegenover 82% voor de totale groep hoogopgeleiden (hbo en wo-opgeleid en gepromoveerd) en 68% van de totale bevolking.

Daarnaast hebben gepromoveerden vaker een vaste aanstelling. Bijna driekwart van alle gepromoveerden met een betaalde baan geeft aan een vast contract te hebben, tegenover 66% van de totale groep hoogopgeleiden en 61% van de totale bevolking. Vanaf elf jaar werkervaring verdienen gepromoveerden bovendien gemiddeld meer dan andere werknemers met een masterdiploma. Dit compenseert de eerste jaren van hun loopbaan; tijdens hun promotietraject verdienen promovendi gemiddeld minder dan andere werknemers met een masterdiploma.

Ondanks de hoge werkdruk en het lagere salaris tijdens de promotie, zijn gepromoveerden over het algemeen tevreden over hun promotietraject: 82% zou opnieuw kiezen voor en promotietraject en 86% geeft aan dat de doctorstitel van meerwaarde is voor de verdere carrière. Hoewel bijna driekwart van de gepromoveerden niet meer werkzaam is aan een universiteit of umc, kunnen zij de vaardigheden die zij hebben opgedaan tijdens de promotie nog steeds goed benutten. Wel geven gepromoveerden aan dat zij tijdens hun promotietraject onvoldoende worden voorbereid op de arbeidsmarkt buiten de universiteit of een umc. Slechts 13% geeft aan adequaat te zijn voorbereid.

Meerwaarde van een promotie

Het Rathenau Instituut verzamelt cijfers over onderzoek in Nederland en maakt die gegevens toegankelijk, om inzicht in de werking van het wetenschapssysteem te vergroten. Voor het factsheet De loopbaan van gepromoveerden zette het Rathenau Instituut cijfers over aantallen gepromoveerden,  diverse aspecten van het promotietraject en de loopbaan die daarop volgt op een rij. “Al deze cijfers samen laten zien dat een promotie van meerwaarde is voor zowel de maatschappij als de gepromoveerde zelf”, aldus Alexandra Vennekens, themacoördinator van het Rathenau Instituut. “Ook buiten de universiteit of een umc worden onderzoeksvaardigheden gewaardeerd.”

Lees de factsheet: