calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Onderzoeksbeurzen: opstap voor vrouwen in hun wetenschappelijke carrière?

factsheet
20 augustus 2024
Academische loopbanen Onderzoeksbeurs Vrouwen

Foto: Het Nieuwe Instituut

Image
Onderzoeksbeurzen
Nederland heeft slechts 28,7% (2023) vrouwelijke hoogleraren en loopt hiermee internationaal achter. Eén mogelijke opstap naar hogere posities in de wetenschap is het verwerven van een onderzoeksbeurs. Als er genderverschillen bestaan in de toekenning van onderzoeksbeurzen kan dit bijdragen aan genderongelijkheid in wetenschappelijke carrièrepaden. Onze analyse van het NWO-Talentprogramma (voorheen 'Vernieuwingsimpuls'), een beurzenprogramma voor het financieren van talentvolle jonge onderzoekers in Nederland, laat zien dat er geen genderverschillen zitten in toekenningspercentages. Wel zien we dat gepromoveerde vrouwen minder vaak een beurs aanvragen dan mannen.

In het kort

  • Momenteel is ongeveer een op de vier van de Nederlandse hoogleraren vrouw.
  • Een belangrijke stap in het carrièrepad van wetenschappers is het krijgen van onderzoeksbeurzen.
  • Vrouwen maken net zoveel kans op een toekenning van een Veni-, Vidi- of Vici-beurs. Wel vragen vrouwen minder vaak een onderzoeksbeurs aan dan mannen.

UNESCO Recommendation on Science and Scientific Researchers

In 2017 heeft Nederland samen met bijna 200 andere landen de UNESCO Recommendation on Science and Scientific Researchers onderschreven. Belangrijk onderdeel van deze aanbeveling is dat vrouwen actief gestimuleerd moeten worden een carrière in de wetenschap te overwegen om vroeger ontstane genderongelijkheden en uitsluitingen van vrouwen in de wetenschap recht te zetten.

In de beleidsdiscussie over maatregelen ter bestrijding van genderverschillen in de wetenschap wordt steeds vaker verwezen naar de eerste fasen van de carrière en de beslissende rol die de beursaanvragen hierin kunnen hebben. Specifiek beleid in de vorm van een diversiteitsinstructie aan selectiecommissies beoogt gender bias bij de beoordeling van beursaanvragen te voorkomen. Hier presenteren we de uitkomsten van analyses die laten zien dat de verschillen elders in het systeem zitten dan in de beoordeling van aanvragen.
 

De context: aandeel vrouwelijke hoogleraren in Nederland groeit

In 2023 was 28,7% van de hoogleraren vrouw. Dit is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2003, toen het aandeel vrouwelijke hoogleraren slechts 9% bedroeg. De meest recente internationaal vergelijkende cijfers komen uit 2018. In dat jaar zat Nederland met 22,3% vrouwelijke hoogleraren ruim onder het EU28-gemiddelde van 26,2% vrouwelijke hoogleraren. Het is de vraag of Nederland Europees gezien nu nog steeds achterloopt of inmiddels tot de middenmoot behoort. 
 

Internationale vergelijking aandeel vrouwelijke hoogleraren, 2018

Belang van onderzoeksbeurzen voor loopbaanontwikkeling tot hoogleraar

Een gangbare eerste stap richting het hoogleraarschap is een academische promotie. In Nederland lag het aandeel vrouwelijk gepromoveerden in 2021 voor het eerst gelijk aan het aandeel mannelijk gepromoveerden (50% van de gepromoveerden was vrouw). In 2023 is 52% vrouw. Ondanks het groeiende aandeel vrouwelijk gepromoveerden in Nederland, zien we nog steeds dat het aandeel vrouwelijke hoogleraren achterblijft. Enerzijds heeft dit te maken met de tijdsfactor (zie ons factsheet Vrouwen in de wetenschap), maar deze verklaart mogelijk niet volledig waarom Nederland zo sterk achterloopt in het aandeel vrouwelijke hoogleraren. Want een belangrijke stap in het carrièrepad van wetenschappers is het krijgen van onderzoeksbeurzen. 

Onze analyse van de loopbaanontwikkeling van degenen die een beurs kregen via het NWO-Talentprogramma (voorheen Vernieuwingsimpuls), een programma voor persoonsgebonden financiering voor talentvolle onderzoekers, laat zien dat de beurzen bijdragen aan een opwaartse carrièreontwikkeling. Zoals te zien is in onderstaand figuur zijn ontvangers van een Veni-beurs na afloop van deze beurs vaker universitair docent of universitair hoofddocent en zijn ontvangers van een Vidi- of Vici-beurzen na afloop van deze beurs vaker hoogleraar.
 

Loopbaanontwikkeling personen gehonoreerd met het NWO-Talentprogramma

Verschillende beurzen binnen het NWO-Talentprogramma: Veni, Vidi, Vici

De eerste beurs binnen het NWO-Talentprogramma die pas gepromoveerden kunnen aanvragen is de Veni. Deze beurs kan worden aangevraagd tot drie jaar na de promotie en heeft een maximale waarde van € 250.000. Met deze beurs kunnen pas gepromoveerden een eigen onderzoekslijn opbouwen. Na de Veni is de Vidi de volgende beurs die kan worden aangevraagd binnen het NWO-Talentprogramma. Deze kan worden aangevraagd tot 8 jaar na de promotie en heeft een maximale waarde van € 800.000. Met deze beurs kan de eigen onderzoekslijn verder worden uitgewerkt en een eigen onderzoeksgroep worden opgezet. De laatste beurs binnen het NWO-Talentprogramma is de Vici. Deze is gericht op senior onderzoekers en kan worden aangevraagd tot 15 jaar na de promotie en heeft een maximale waarde van € 1,5 miljoen. Met de Vici kan de eigen onderzoekslijn verder worden uitgewerkt en de onderzoeksgroep verder worden uitgebreid.

Genderverschillen vooral bij aanvragen onderzoeksbeurs

Wanneer er verschillen zitten in toekenningskansen voor onderzoeksbeurzen tussen mannen en vrouwen kan dit dus bijdragen aan genderverschillen in het carrièreverloop van wetenschappers. Daarom onderzoeken we hoeveel kans vrouwelijke onderzoekers gemiddeld maken op het krijgen van een onderzoeksbeurs. Hiervoor hebben we specifiek gekeken naar de toekenningskansen binnen het NWO-Talentprogramma. Om binnen het NWO-Talentprogramma gender bias tegen te gaan, is er de laatste jaren geïnvesteerd in onder andere diversiteitsinstructie en is er veel aandacht voor een gelijke genderverdeling in selectiecommissies. Ook krijgen vrouwen anderhalf jaar extensie per kind en zijn er regelingen die vrouwen faciliteren om ook rondom zwangerschap en verlof deel te nemen aan de aanvraagprocedure. In 2019 zijn extra middelen uit het regeerakkoord ingezet voor de bevordering van diversiteit binnen het NWO-Talentprogramma.

Voor de drie verschillende beurzen binnen het NWO-Talentprogramma hebben we de gegevens over aanvragen en toekenningen voor mannen en vrouwen voor de periode 2004-2022 naast elkaar gelegd. Hieruit blijkt dat voor alle drie de beurzen, vrouwen gemiddeld evenveel kans op toekenning hebben als mannen. In onderstaande figuren is dit te zien als de rode en grijze lijnen, die over de gehele periode rond elkaar schommelen. Voor de gehele periode 2004-2022 lag het honoreringspercentage voor de Veni iets hoger bij de vrouwen (17,5%) dan bij de mannen (17%%). In tegenstelling tot een eerder onderzoek waarin voor de Veni naar de periode 2010-2012 werd gekeken. Uit dat onderzoek bleek dat vrouwen minder kans hadden op het krijgen van een Veni dan mannen (Van der Lee & Ellemers, 2015). Wanneer echter naar de gehele periode 2004-2022 wordt gekeken, zijn er geen significantie verschillen. Voor de Vidi lagen de honoreringspercentages over deze periode op 19,8% voor vrouwen, tegenover 18,5% voor mannen en voor de Vici op 15% voor mannen en 16% voor vrouwen. Echter, voor alle drie de beurzen zien we dat vrouwen minder vaak dan mannen een aanvraag indienen. Zoals te zien in onderstaand figuur is het aandeel vrouwen dat een aanvraag indient (rode lijn) lager dan het aandeel vrouwen dat in aanmerking komt om een aanvraag in te dienen (gele lijn). Dit effect zien we al bij de Veni aanvragen, maar wordt nog duidelijker voor de Vidi en Vici aanvragen. In 2019 en 2020 zien we bij Vidi dat het aandeel vrouwen dat een aanvraag indient net hoger ligt dan het aandeel vrouwen dat in aanmerking komt. 

In 2019 is bij Veni, Vidi en Vici een stijging te zien in het aandeel vrouwelijke toekenningen. Dit komt deels door de extra middelen uit het regeerakkoord ingezet ter bevordering van diversiteit binnen het NWO-Talentprogramma.

Ontwikkeling aandeel vrouwen in promoties, beursaanvragen en – toekenningen

Per domein: wel genderverschillen in toekenningskansen

Bovenstaande analyses zijn voor alle domeinen tezamen. Het is echter de vraag of voor alle domeinen hetzelfde geldt. Hebben vrouwen betere honoreringskansen in het ene of andere domein? Om dit te analyseren hebben we gekeken naar de Veni-aanvragen en toekenningen voor de periode 2012-2020, waarvoor de domein-specifieke cijfers beschikbaar zijn. Deze analyses laten een verschil tussen domeinen zien. Binnen het domein Exacte en Natuurwetenschappen en Toegepaste en Technische Wetenschappen hebben vrouwen meer kans op toekenning dan mannen. Voor de overige domeinen (Sociale en Geesteswetenschappen, medische domein ZonMw en domein overschrijdend) zijn er geen verschillen in toekenningskansen tussen mannen en vrouwen. De domein-specifieke analyses hebben we niet kunnen uitvoeren voor de Vidi- en Vici-beurzen, aangezien daar de aantallen per domein te klein zijn.

Kwantitatief versus kwalitatief

De analyses over mogelijke genderverschillen in beurstoekenningen in deze factsheet volgen een kwantitatieve benadering waarbij is aangenomen dat er geen significante kwaliteitsverschillen bestaan tussen beursaanvragen van mannen en vrouwen. De conclusie dat er geen genderverschil bestaat in de toekenning van onderzoeksbeurzen geldt dus voor de situatie waarin er geen kwaliteitsverschillen bestaan tussen beursaanvragen van mannen en vrouwen. Onderzoek naar genderverschillen in Europese (ERC) beurstoekenningen laat zien dat zelfs wanneer vrouwen een hoger toekenningspercentage hebben, er nog altijd sprake kan zijn van gender bias wanneer er wordt gecorrigeerd voor kwalitatieve verschillen (Van den Besselaar et al., 2018). Vrouwen zouden veel meer betere voorstellen geschreven kunnen hebben, en toch niet meer beurzen toegekend hebben gekregen. Het risico op gender bias is met name groot wanneer de kwaliteit van de onderzoeker wordt beoordeeld en kleiner wanneer de kwaliteit van het onderzoeksvoorstel wordt beoordeeld (Witteman et al., 2019).

Conclusie

Onze analyses laten zien dat er geen genderverschillen zijn in beurstoekenningen binnen het NWO-Talentprogramma van NWO. Wel zien we dat vrouwen er minder vaak voor kiezen om een onderzoeksbeurs aan te vragen dan mannen. Vanwege het belang van dergelijke beurzen voor de doorstroming van vrouwen in de wetenschap, kunnen vrouwen daarom extra gemotiveerd worden om wel deze onderzoeksbeurzen aan te vragen, al moet hierbij rekening worden gehouden met de vele aanvragen die binnen het NWO-Talentprogramma al gedaan worden, wat zorgt voor lage honoreringskansen. Natuurlijk zijn er naast onderzoeksbeurzen meerdere zaken belangrijk om meer vrouwen te bevorderen op hogere posities binnen de wetenschap, zoals waardering en beloning voor andere verdiensten dan het binnenhalen van deze beurzen. Het blijft daarom belangrijk om ook voor andere prestaties oog te hebben. Het huidige beleid van instructie over diversiteit lijkt gewerkt te hebben, maar er is in elk geval meer beleid nodig om vrouwen te stimuleren en te behouden op hoogleraarsposities.
 

Bronnen

CBS Statline

NWO jaarverslagen en website

European Commission, She Figures, 2018

UNESCO, Recommendation on Science and Scientific Researchers 2017

Van den Besselaar, P. et al. (2018). Explaining gender bias in ERC grant selection – Life Sciences case. STI 2018 Conference Proceedings.

Van der Lee, R., & Ellemers, N. (2015). Honoreringskansen voor mannen en vrouwen in de NWO-competitie. Onderzoeksrapport.

UNL/ WOPI-data

Witteman, H.O. et al. (2019). Are gender gaps due to evaluations of the applicant or the science? A natural experiment at a national funding agency. Lancet, 393, 531-540.