Roos Groothuizen is kunstenares en ontwerper. Zij richt zich vooral op onze digitale rechten binnen een samenleving die steeds verder digitaliseert. Sinds augustus 2018 is zij artist in residence bij het Rathenau Instituut. Zij is bezig met een nieuw project over AR (Augmented Reality), waarbij ze mensen in een ongemakkelijke positie probeert te forceren om bewustzijn over AR te creëren.
In het kort
- AR (Augmented Reality) is een laag die extra informatie toevoegt tussen de realiteit en jou.
- Het kunstproject gaat één van de thema’s rond AR ‘voelbaar’ maken en mensen forceren een positie in de discussie in te nemen.
- Roos wil mensen confronteren met de thema’s die aangekaart worden in het rapport, met name het invasieve karakter van AR.
Waar werk je aan?
‘Ik ben nu onderdeel van het onderzoeksproject naar AR van het Rathenau Instituut. Er wordt onderzocht wat er nu is op AR gebied, en wat we kunnen we verwachten. Ik zit erbij als artist in residence. Medialab SET-UP is mede-organisator. De bedoeling is dat ik een kunstproject ga maken dat aansluit op, maar ook onderdeel is van het onderzoekstraject.’
Wat is Augmented Reality eigenlijk?
‘AR is een laag die extra informatie toevoegt tussen de realiteit en jou. Een laag die ook informatie van de realiteit kan veranderen, of er een laag bovenop kan leggen. Het wordt al in bedrijven toegepast, zo wordt de HoloLens van Microsoft door bouwvakkers gebruikt om te kunnen zien waar alle onderdelen moeten in bijvoorbeeld een brug. Veel toepassingen zijn nog pilots, maar sommige instanties in Nederland gebruiken het al.’
‘Voor het onderzoek worden er drie urgente thema’s besproken m.b.t. AR: privacy, dataverzameling en de virtuele openbare ruimte. Mijn project richt zich vooral op het derde thema. AR heeft gevolgen voor de openbare ruimte. We scheppen virtuele ‘spiegelwerelden’, bijvoorbeeld met het spel Pokémon Go, en zo ontstaan vragen als: van wie zijn de avatars en virtuele objecten? Wie mag ze maken, aanpassen, verwijderen? Hoe mogen ze worden gekoppeld aan de echte wereld?’
”Het AMC in Amsterdam moest mensen weghouden omdat er een zeldzame Pokémon in de kelder zat.
Hoe kan een spel als Pokémon de wereld ontregelen?
‘Door Pokémon Go werd het verkeer bijvoorbeeld stilgelegd en strandgangers in de weg gelopen. Het AMC in Amsterdam moest mensen weghouden omdat er een zeldzame Pokémon in de kelder zat. Mensen liepen het ziekenhuis in waar ze niet mochten komen. Je ziet eigenlijk dat objecten in de werkelijkheid een andere definitie krijgen; een strand wordt een plek om Pokémon te vangen, in een ziekenhuis kom je niet alleen als je ziek bent, maar ook om Pokémon te vinden. Wat is dan nog van wie?’
Wat bedoel je precies met die vraag?
‘Toen Google Streetview net online werd gezet, was er een grote discussie over de eigendomsrechten van de beelden; van mensen zelf of van hun huis. Google had het systeem gewoon aangegooid, en totdat je officieel bezwaar had, bleef je erop staan. Hetzelfde gold voor Pokémon: de gemeente Den Haag moest een rechtszaak aanspannen tegen Niantic, het bedrijf achter Pokémon, om te zorgen dat mensen niet de natuurgebieden in gingen. Dat is best gek, dat het een ‘opt-out’ systeem is. Je zit ergens aan vast, of je staat ergens op, tenzij je bezwaar hebt. Het zou andersom moeten zijn.’
”Je zit ergens aan vast, of je staat ergens op, tenzij je bezwaar hebt. Het zou andersom moeten zijn.
Wat is jouw rol binnen het team?
‘Mijn rol is om de vragen en obstakels binnen AR meer invoelbaar te maken. Hoe kun je verder denken dan alleen woorden in het rapport? Mijn kunstproject gaat één van de drie thema’s, ‘voelbaar’ maken en mensen forceren een positie in de discussie in te nemen.’
Kun je daar wat meer over vertellen?
‘Ik heb een idee bedacht om het rapport invoelbaar te maken: een spel. Het interessante van een spel is dat deelnemers geforceerd worden een positie in te nemen. Je kan deelnemen, maar dan moet je wel een bepaalde rol innemen, je kunt niet aan de zijlijn blijven staan. Zo komen mensen de obstakels van AR-technologie tegen in het spel.’
‘Ik wil een soort app maken, met ongeveer tien spelers. Een soort ik zie ik zie wat jij niet ziet. Eén persoon maakt een foto van een persoon of object, iets wat de rest niet ziet. De anderen hebben dan vijf minuten om een foto van datzelfde te maken. Hiermee wil ik laten zien hoe mensen die niet meedoen aan AR, toch ongewild slachtoffer van deze technologie kunnen worden. Stel je voor, je bent een bezoeker in een openbare ruimte en ineens komen er tien mensen achter je aan om een foto van je te maken, zonder dat je weet waarom. Dat is heel bedreigend.’
‘Mijn spel is in dat opzicht nog invasiever dan Pokémon Go. Bij Pokémon Go waren niet-bestaande digitale objecten, de Pokémon, het doel van het spel, maar bij mijn spel zijn dingen die in de realiteit bestaan, zoals mensen of bijvoorbeeld rugzakken, het doel.’
Hoe ben je op het idee voor je spel gekomen?
‘Voor het spel werd ik geïnspireerd door de aflevering ‘White Bear’ van de serie Black Mirror. Een vrouw wordt wakker met geheugenverlies; ze weet niet wie of waar ze is, maar zodra ze de straat op gaat wordt ze door mensen met camera’s gevolgd en gefilmd. Niemand reageert op haar vragen of praat met haar. Ze voelt zich heel erg bedreigd. Dat invasieve gevoel dat deze aflevering oproept, is interessant. Je wordt onderdeel van de digitale openbare ruimte zonder een keuze daarin te hebben.’
‘De werkelijke publieke ruimte wordt dus onderdeel van die digitale laag. Het is ook interessant om niet alleen mensen, maar bijvoorbeeld een rugzak van iemand in de trein te fotograferen. Ineens gaan negen mensen je rugzak fotograferen en denk je wat is er nou weer aan de hand? De publieke ruimte wordt zo op een hele andere manier gebruikt en toegeëigend.’
Wat is het doel van het spel?
‘Mensen in een ongemakkelijke positie forceren. Ik wil mensen confronteren met de thema’s die aangekaart worden in het rapport, met name het invasieve karakter van AR. Maar ook de problemen omtrent het mengen van de digitale en de publieke ruimte en apps, zoals Pokémon Go, die allerlei digitale lagen bovenop de werkelijkheid plakken. Eigenlijk is het project meer een starter voor een verder gesprek hierover; een dialogue piece.’
”Ik wil mensen confronteren met de thema’s die aangekaart worden in het rapport, met name het invasieve karakter van AR.
Wie gaan het spel spelen? Wordt het een app?
‘Het is nog de vraag of het een app wordt; je hebt te maken met uitgevers Apple en Google, die erg moeilijk kunnen doen. Mij is geadviseerd dat het niet de moeite waard is. Vooralsnog zal het een soort lokale game worden met de mogelijkheid dat het in de browser gespeeld kan worden; op je telefoon opzoeken dus.’
Waar kun je dat spel dan uiteindelijk spelen?
‘In een gekaderde openbare ruimte, zoals een station of festival. Op straat wordt het lastiger om mensen en voorwerpen terug te vinden voor foto’s.’
Ga je dan ook de mensen die je fotografeert uitleggen waarom je dit spel doet?
‘Dat zou kunnen, ik denk dat dat wel interessant zou zijn. Dat kan wel weer toevoegen hoe mensen tegenover deze onderwerpen staan. Het zou mooi zijn als dit kunstproject iets zou kunnen toevoegen aan de inhoud van het project, door bijvoorbeeld mensen met zo’n spel te motiveren hun mening met ons te delen.’
‘Ik kan me voorstellen dat het heel confronterend kan zijn, en dat de mensen die het spelen niet in de gaten hebben wat het voor iemand die zo gefotografeerd wordt zou kunnen betekenen.’
Wat voegt jouw kunstvisie toe aan het AR rapport?
‘Door het rapport invoelbaar te maken, dus door mensen iets te laten ervaren of de problemen die je aankaart in je rapport echt reëel te maken, kun je daarmee meer indruk maken. Je kan het probleem minder abstract maken en zo meer politieke en maatschappelijke animo creëren voor het onderwerp.’