calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Nadenken over het doel van wetenschapscommunicatie

artikel
30 maart 2017
Valorisatie Blog

Het Rathenau Instituut heeft een instrument ontwikkeld om de kwaliteit van wetenschapscommunicatie te kunnen beoordelen. De publicatie van dit beoordelingsinstrument was het startschot voor een open dialoog. Blogpost 2 in een serie.

Door Alex Verkade

In ons beoordelingsinstrument hebben we vijftien kwaliteitsindicatoren voor wetenschapscommunicatie opgenomen. De eerste tien indicatoren zijn ‘technisch’ van aard: hiermee kijken we naar consistentie, haalbaarheid, doordachtheid en effectiviteit van het project. Wie bekend is met het herkennen van kwaliteit in projecten, zal deze indicatoren herkennen. Toch zijn ze niet triviaal: juist op deze gebieden valt in wetenschapscommunicatieprojecten veel winst te behalen. In dit blog lichten we de eerste en misschien wel belangrijkste toe: 1.1: Doelen.

Typen communicatie

Wij zien wetenschapscommunicatie als een vorm van valorisatie, publieke betrokkenheid als een vorm van maatschappelijke impact. We willen met wetenschappelijk onderzoek dat verschil maakt in de samenleving. In die zin is wetenschapscommunicatie dus iets wezenlijk anders dan corporate communicatie of studentenwerving. Toch zijn wetenschapscommunicatietaken vaak ondergebracht bij een communicatie-afdeling die gericht is op positionering of studentenwerving. Dat is problematisch: goede wetenschapscommunicatie kan natuurlijk positieve gevolgen hebben voor branding of studentenaantallen. Maar iemand die studenten wil werven, besteedt geen kostbare tijd aan vmbo-scholieren. Om ook hen te bereiken met wetenschapscommunicatie moeten we impact als leidraad nemen, niet werving of marketing.

Verschil maken

Wetenschapscommunicatie kan verschillende doelen hebben. Een mogelijk onderscheid is bijvoorbeeld:

  • kennisoverdracht: na afloop van het project weet de doelgroep iets wat ze nog niet wist
  • attitudeverandering: na afloop van het project heeft de doelgroep haar houding of mening aangepast
  • actie: na afloop van het project verandert de doelgroep haar gedrag

Alle drie de doelen zijn op zichzelf valide. Het is echter belangrijk om ze niet zonder onderscheid door elkaar te gebruiken. Zo wordt kennisoverdracht vaak verward met het beïnvloeden van een mening, vanuit de achterhaalde gedachte dat je mensen kunt overtuigen door informatie te leveren. Een goed project doet dat niet. Wie meningen wil beïnvloeden kiest beter niet voor een informatiefolder.

Het is goed om vast te stellen dat, naast de doelgroep, ook wetenschappers zelf kennis opdoen, hun mening of gedrag kunnen bijstellen. Als je een gelijkwaardige dialoog organiseert, stel je je daar uitdrukkelijk voor open. Dit is volgens het Rathenau Instituut de werkelijke reden om met wetenschapscommunicatie bezig te zijn.

Doel vs middel

Kwaliteit begint bij het duidelijk definiëren van doelen. Middelen moeten vervolgens in dienst staan van die doelen. Nog te vaak wordt die volgorde omgedraaid: projecten starten dan met een middel, zonder dat goed is nagedacht over wat daarmee moet worden bereikt. Een onderzoeker is bijvoorbeeld enthousiast over games en wil ook graag een game maken. Een game is op zichzelf niet verkeerd; het kan een goed communicatiemiddel zijn. Maar of het in een specifiek geval de juiste keus is, hangt af van het doel dat je wil bereiken.

SMART

Je moet doelen zo formuleren dat je kunt evalueren of je ze haalt (zie ook criterium 1.4, Evaluatie en reflectie). Een manier om dat heel precies te doen is door ze SMART te maken: specifiek, meetbaar, ambitieus, realistisch en tijdgebonden. Een SMART geformuleerd doel luidt bijvoorbeeld: ‘Dit project moet binnen 2 jaar 250 vmbo-leerlingen tussen 12 en 14 jaar helpen te begrijpen wat fracking is.’ Of: ‘Dit project moet voor het einde van de looptijd zorgen dat 100 ouderen (75+) in Alphen aan den Rijn een positiever beeld van wetenschappers hebben.’ Voorbeeld van een niet SMART geformuleerd doel is: ‘Dit project moet jongeren helpen de wereld te begrijpen.’

Kortom, wil je aan goede wetenschapscommunicatie doen, dan is de eerste vraag die je jezelf moet stellen: wat hoop ik te bereiken? De vraag stellen klinkt als een open deur – maar het beantwoorden blijkt een van de moeilijkste dingen van een project. Voordeel: als deze vraag beantwoord is, ben je een heel eind.

We nodigen je van harte uit hierop te reageren, met vragen, kritiek en andere input. Reageren kan besloten, via e-mail, of via Twitter.

Alex Verkade is tijdelijk verbonden aan het Rathenau Instituut.