calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Wethouders en raadsleden, durf te vragen

artikel
28 juni 2018
Opinie Besluitvorming
Image

Beleid en beslissingen horen ondersteund te worden door kennis. Dat schrijft Melanie Peters aan (nieuwe) wethouders en gemeenteraadsleden.

Door Melanie Peters, directeur Rathenau Instituut

Dit artikel staat ook in de publicatie 'Om over na te denken' voor (nieuwe) wethouders en gemeenteraadsleden, waarin de Vereniging Nederlandse Gemeenten een aantal bijdragen van adviesorganen heeft bijeengebracht.

Steeds meer verantwoordelijkheden liggen in Nederland op lokaal niveau. Denk aan wat ‘maatschappelijke ondersteuning’ heet of denk aan initiatieven waar steden hun eigen klimaatbeleid maken. De filosofie is dat op het lokale niveau, dicht bij de burger, betere afwegingen gemaakt kunnen worden. Wie heeft het hardste zorg nodig en hoe kan die het best geleverd worden? Welke energie-opties zijn geschikt voor ónze gemeente? Hoe gaan we om met het plaatsen van windmolens in een wijk? Wie is betrokken bij een dergelijke beslissing? Decentralisering is slim. Benjamin Barber zei het al: “If mayors ruled the world…”.

In de praktijk blijkt deze nieuwe verantwoordelijkheid inderdaad voor nieuw elan te zorgen. Het brengt het debat dichter bij ons burgers. In Utrecht, waar ik woon, is dat al heel duidelijk; ik merk het als ik de energiedebatten volg die de wethouder initieerde. Of als ik lees over de initiatieven op het gebied van data en de zorgvuldigheid waarmee geëxperimenteerd wordt door de gemeente.

Maar ik merk het enthousiasme ook bij bijeenkomsten van de VNG. In de praktijk zijn het natuurlijk niet de burgemeesters alleen, maar ambtenaren en bestuurders samen met burgers en organisaties die de wereld “rulen”. Zoals Barber zei: “... and they are already doing it”.

Kennis voor onze toekomst

Gemeenten zijn serieus op zoek naar kennis voor verantwoord beleid. Kennis voor het gemeentelijk beleidsniveau en de praktijk verschilt van de kennis die aan universiteiten wordt geproduceerd of door de rijkskennisinstellingen. Het Rathenau Instituut onderzocht recent deze wisselwerking.

In het domein van de WMO en gezondheid bleek het nog niet makkelijk voor vraag en aanbod om elkaar te vinden. In living labs, zo zagen we, wordt juist samen nieuwe kennis gemaakt, specifiek voor lokale maatschappelijke opgaven. Maar daar is het weer moeilijk te leren van de casuïstiek voor een volgend project. Publiek-publieke kennissamenwerkingen moeten zich nog verder ontwikkelen.

Ook het gebruik van big (en small) data moet nog veiliger worden uitgewerkt. Het is boeiend om te zien hoe het kennislandschap in beweging is en wat het ook al wél oplevert.

Uitdaging voor gemeenten en lokale bestuurders

We deden vanuit ons instituut de laatste jaren veel onderzoek naar de digitalisering van de samenleving. We constateerden dat, als het gaat om privacy van de burger, het niet alleen van belang is data op een goede manier te verzamelen en te beheren. Het is cruciaal ook te kunnen traceren hoe datastromen worden gecombineerd. Hoe ze via bewerking door vaak onbekende algoritmen leiden tot profielen van burgers of zelfs tot automatische beslissingen over hen.

Bij het zoeken van een boek vinden we dat misschien handig, maar van de overheid verwachten we transparantie, dat beslissingen uitgelegd kunnen worden. We rekenen erop dat het beleid inclusiviteit, gelijke behandeling en onze rechten met betrekking tot veiligheid, gezondheid en zorg waarborgt.

We concludeerden dat deze en andere mensenrechten bij dit soort toepassingen makkelijk in het geding kunnen zijn. Een opgave dus voor gemeenten om deze te waarborgen en ook de lokale politieke beslissers hierin ‘mee te nemen’. Dat geldt zeker als er IT-systemen worden ingekocht.

De vraag achter de vraag

Misschien nog wel belangrijker dan data en kennis, is de moed om vragen te stellen. Te onderzoeken wat de vraag achter de vraag van burgers is. Stellen we als gemeente of als burgers wel de juiste vragen? Wat is werkelijk het probleem? Pas dan kunnen goede antwoorden geformuleerd worden. Het kan een valkuil zijn, meer data en meer kennis verzamelen. Want op welke vraag geven die antwoord?

Het Rathenau Instituut ontwikkelde methoden om deze “vraagarticulatie” te vergemakkelijken. Recent deden we bijvoorbeeld onderzoek naar geothermie - aardwarmte die gewonnen kan worden uit diepe aardlagen. Een veelbelovend alternatief voor gaswinning waar de provincie Brabant graag mee aan de slag wil. Door verwachtingen van partijen als TNO, bedrijven, bewoners en bijvoorbeeld ook het drinkwaterbedrijf in kaart te brengen, ontstond een beeld van een mogelijk te volgen proces en de openstaande vragen die nog beantwoord moeten worden.

Door partijen vroeg te betrekken, ontstaat ruimte maar het is geen quick fix. Er moet nu werkelijk tijd genomen worden om de openstaande vragen te beantwoorden nog voor besluitvorming kan plaatsvinden. “Samen kennis aanboren”. Zo heet het uiteindelijke rapport dat we leverden.

Moed gevraagd

Besturen vergt uiteindelijk moed. Dingen durven benoemen, durven beslissen, populair zijn en toch onpopulaire maatregelen durven nemen. Benjamin Barber had het over interdependency, wederzijdse afhankelijkheid. Het gaat erom dóór te vragen tot de juiste vragen geformuleerd zijn. Tot helder is dat dát de vragen zijn waarvoor we elkaar nodig hebben.

Bij al deze processen moet duidelijk zijn dat geen enkele hoeveelheid kennis of data die verantwoordelijkheid kan overnemen. Het is een proces van mensen onderling. Beleid en beslissingen horen ondersteund te worden door kennis. But don’t let data rule your world!