calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Hoe maken we ons hoger onderwijs toekomstbestendig?

terugblik
27 november 2019
Wetenschap maatschappelijke impact Debat
Image
Sprekers eerste debatronde - 28 oktober
Als er ooit een tijd was waarin wetenschap en onderwijs nodig zijn voor maatschappelijke uitdagingen, dan is het wel nu. Om van waarde te zijn, heeft het hoger onderwijssysteem een omslag nodig: onderwijs en onderzoek moeten evenveel gewaardeerd en meer verweven worden om bij te dragen aan kennis en talent voor een toekomstbestendige samenleving. Met die les sloten we op 28 oktober de reeks 'Keuzes voor de toekomst van de wetenschap' af, een serie van drie debatten georganiseerd door het Rathenau Instituut in samenwerking met de AWTI en Onderwijsraad.

Terugblik op het debat

  • We hebben ons hoger onderwijs hard nodig bij maatschappelijke vraagstukken.
  • Daarvoor is verwevenheid nodig van onderzoek en onderwijs in HBO en WO.
  • Ook voor de instellingen zelf betekent dat werk aan de winkel, vanuit een integrale visie op de maatschappelijke taak van onderwijs en wetenschap.

Al lange tijd behoren de Nederlandse wetenschap en hoger onderwijs tot de mondiale top, wat veel kansen biedt, maar ook verantwoordelijkheid meebrengt. In samenwerking met de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie en de Onderwijsraad organiseerde het Rathenau Instituut een serie van drie debatten over hoe we de wetenschap toekomstbestendig kunnen maken, met oog voor actuele maatschappelijke vraagstukken.

In dit artikel blikken we terug op de derde avond in de reeks. Ook de inleiding op dit debat is online terug te lezen

Welkom door Gerdi Verbeet

In onze samenleving is kennis, en inzicht in hoe die kennis tot stand komt, onmisbaar. De Balans van de Wetenschap die het Rathenau Instituut opstelde met partners uit de wetenschap gaf drie aandachtspunten voor de toekomst. Doel van deze debatreeks was om over die punten met elkaar in gesprek te gaan. Vanuit verschillende vertrekpunten gingen deskundigen, betrokken partijen en geïnteresseerden in drie bijeenkomsten op zoek naar oplossingen voor actuele maatschappelijke uitdagingen en de rol van wetenschap en onderwijs daarbij. Het Rathenau Instituut neemt de input uit deze discussies mee in vervolgonderzoek naar wetenschapsbeleid en kennisontwikkeling.

In de laatste bijeenkomst stond de synergie tussen onderwijs en onderzoek centraal. Hoe kunnen hoger onderwijsinstellingen hun kerntaken - onderwijs, onderzoek en kennisbenutting – zo inrichten dat ze samen bijdragen aan publieke belangen? En hoe zorgen we ervoor dat we talenten van de toekomst opleiden, met vaardigheden voor het aanpakken van de complexe vraagstukken waar we als samenleving voor staan? In de woorden waarmee de voorzitter van het bestuur van het Rathenau Instituut, Gerdi Verbeet de avond opende: wat is er nodig om onderwijsinstellingen hun maatschappelijke functie te laten vervullen, nu en voor later? Daarover ging dit laatste debat, op maandag 28 oktober in de aula van de Universiteit Utrecht. 

Opening Jos de Jonge
Jos de Jonge (Rathenau Instituut) verzorgde een inhoudelijke inleiding op het thema van de avond.

Integrale visie nodig op maatschappelijke waarde van HBO en WO

In de inleiding lichtte (voormalig) Hoofd Onderzoek bij het Rathenau Instituut Jos de Jonge toe hoe de taak van universiteiten in de loop van de tijd is veranderd. De eerste universiteiten waren primair onderwijsinstellingen. Pas eind vorige eeuw kwam er aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe kennis en de maatschappelijke impact die zulke kennis zou moeten hebben. Inmiddels lijkt de focus en waardering verlegd naar onderzoek. Bij hogescholen lijkt juist onderwijs het zwaartepunt. Welke consequenties heeft die disbalans en hoe kunnen instellingen dit zelf veranderen? De Jonge pleitte voor een integrale visie: ‘Er moet oog zijn voor de verschillende taken van de instellingen en hoe die elkaar kunnen versterken. Die integrale visie moet om te beginnen vooral uit de sector zelf, en niet van de minister komen. Meestal volgt beleid en wetgeving tenslotte de ontwikkelingen op universiteiten en hogescholen. Het is goed als instellingen zich afvragen wie en wat ze willen zijn en daarop sturen.’

De sprekers in de eerste ronde keken vanuit verschillende perspectieven naar de relatie tussen onderzoek en onderwijs in HBO en WO. Daan Andriessen (lector Hogeschool Utrecht) pleitte voor een ‘schoenmaker blijf bij je leest’-benadering: hij ziet voor hogescholen vooral een rol in het opleiden van studenten tot problem solvers. Daar kan praktijkgericht onderzoek zeker deel van zijn, maar het is iets anders dan kennisontwikkeling binnen wetenschappelijke kaders. De samenleving heeft beide nodig, maar hogescholen moeten een eigen weg kiezen in het doen van onderzoek, passend bij het doel en karakter van hun opleidingen. 

Loes Damhof (Hanzehogeschool Groningen en Docent van het jaar 2016) benadrukte dat instellingen hun rol moeten afstemmen op toekomstige behoeften: ‘Maatschappelijke problemen worden steeds complexer; wat vraagt om gerichte skills, competentie en verbeeldingskracht. Het is cruciaal dat we onderzoeken hoe we kunnen anticiperen op de toekomst en welke soorten kennis en vaardigheden daarvoor precies nodig zijn. We moeten ook elkaars specifieke kennis gebruiken om samen tot oplossingen te komen. Waar we heen willen als wereld moet de leidraad voor hoger onderwijs zijn.’

Publieksdiscussie debat 28 oktober 2019
Moderator Malou van Hintum betrekt publiek in discussie.

Maatschappelijke functie vereist verwevenheid van onderzoek en onderwijs

Roeland van der Rijst (lerarenopleiding Universiteit Leiden) benadrukte dat het vooral belangrijk is om de kloof tussen de drie werelden, onderwijs, onderzoek en praktijk, te dichten. Dat kan juist door de rol van onderzoeker en docent te combineren. ‘Die combinatie van taken in één persoon is zeker werkbaar en is heel vruchtbaar bij het opleiden van studenten. Je kunt hen dan vanuit onderzoek inspireren. Maar we moeten ook, over disciplines heen, met elkaar in gesprek over waar de kracht van het onderwijs ligt, in relatie tot de praktijk. Daar is ook het onderzoek bij nodig.’

Volgens Edith Hooge (voorzitter Onderwijsraad) onderstreept de discussie ook die avond weer dat er meer aandacht moet zijn voor verwevenheid. ‘De balans moet het uitgangspunt zijn. Pogingen om onderzoek en onderwijs te splijten leiden nergens toe. Je moet studenten in het onderwijs een kijkje in de keuken kunnen geven van de manier waarop kennis tot stand komt, met behulp van onderzoek.’ Een bevestiging van het belang daarvan ziet ze in de huidige stikstof-discussie: ‘Kijk maar naar de boeren die wantrouwig zijn richting RIVM. Begrip van de totstandkoming van kennis en de waarde ervan is voor onze samenleving essentieel.’ Met het oog op de toekomst is volgens haar de kernvraag wat nou goed onderwijs is. ‘We moeten ons steeds weer afvragen welk soort onderwijs nodig is en waartoe we mensen opleiden. Wat geef je mensen mee om een goede professional of wetenschapper te worden, met vaardigheden die aansluiten bij maatschappelijke behoeften?’

LSVB-voorzitter Alex Tess Rutten ervaart in de praktijk hoe universiteiten worstelen met het waarderen van onderwijs. Met het oog op de maatschappelijke waarde van hoger onderwijs moet dit snel veranderen. ‘Voor synergie moet je ook studenten hebben die straks beide kunnen. Nu staan onderwijs en onderzoek voor studenten vaak nog ver uit elkaar.’ Ze onderstreept de kernvraag die Hooge inbracht: ‘De belangrijkste vraag moet zijn waarom we dit hoger onderwijs hebben en hoe dat onderwijs kan bijdragen aan onze toekomstige samenleving. Als we een diverse groep willen opleiden, zowel studenten als docenten, met eigenschappen die in de toekomst nodig zijn, moeten we tevens zorgen dat al die mensen zich thuis voelen aan onze universiteiten en hogescholen.’ 

Manon Kluijtmans (hoogleraar UMC Utrecht) riep eveneens op om de maatschappij meer betrekken in het hoger onderwijs. ‘Naast onderwijs en onderzoek hebben instellingen ook een professionele rol. Ik mis die maatschappelijke betrokkenheid.’ Er zou bijvoorbeeld meer aandacht moeten zijn voor het bijdragen aan sustainable development goals. ‘Bij ieder onderzoek moeten we de vraag stellen hoe het bijdraagt aan een betere wereld. Want ook valorisatie en impact horen bij onze identiteit. Zowel op universiteiten als hogescholen.’ Die drie taken hoeven niet verweven te zijn binnen één functie, maar moeten bijvoorbeeld wel binnen een team verdeeld zijn. ‘Je mag best een accent leggen op een van de drie, maar die keuze moet kunnen variëren, ook over tijd.’ Ze ziet wat dat betreft zeker heil in de integrale visie die Jos de Jonge in zijn inleiding al noemde als noodzakelijke stap. 

Bijdrage door Frank Miedema

Maatschappelijke agenda moet leidend zijn

Initiatiefnemer van Science in Transition Frank Miedema (Universiteit Utrecht) neemt eveneens de toekomstige samenleving als ijkpunt. Hij maakte duidelijk dat er een systeemverandering nodig is: ‘Het is tijd om samen actie te ondernemen en de positie van onderwijs te verbeteren, door het net zo te erkennen en waarderen als onderzoek. Als je onderwijs geeft is het belangrijk dat het gezien wordt. Gepassioneerde mensen die onderwijs willen geven moeten niet worden afgerekend op mindere onderzoekprestaties. Voor goed onderwijs en onderzoek moet je investeren in kwaliteit, wat betekent dat beide taken evenveel gewaardeerd moeten worden. Die balans moeten we samen realiseren.’

Ook Miedema pleitte vooral voor een focus op de vraag wat het belang en de taak van universiteiten en hogescholen is. ‘Daarvoor moeten we de agenda van ‘buiten’ naar binnen brengen. We moeten anticiperen op de plekken waar onze studenten na hun opleiding terechtkomen. Want als er ooit een tijd was waarin we nodig zijn voor maatschappelijke uitdagingen, is het wel nu.’ Universiteiten kunnen wat dat betreft van het HBO leren, lichtte hij toe. ‘De hogescholen staan dicht bij de praktijk. In de academische wereld lijken we die koppeling soms een beetje te zijn kwijtgeraakt.’

Afsluiting door Melanie Peters
Directeur Melanie Peters benoemde de belangrijkste aandachtspunten uit de discussie.

Vervolgstappen richting een toekomstbestendige kennissamenleving

In haar afsluiting van de avond onderstreepte directeur van het Rathenau Instituut Melanie Peters het belang van het voeren van dit debat vanuit een breder perspectief: ‘Het is goed dat we spreken over de waarde van onze instellingen voor hoger onderwijs. Waarom doen we onderwijs en onderzoek? Voor een passend antwoord moeten we weten wat de samenleving van ons verwacht. Onderwijs is de belangrijkste vorm van impact die instellingen hebben. Als we vanuit de maatschappelijke vraag werken, kan er beter invulling worden geven aan de taken die onderwijsinstellingen hebben.’ Ze pleitte voor het ‘durven gebruiken van de toekomst’: ‘De uitdagingen liggen niet alleen in het onderwijs of het onderzoek, het zijn uitdagingen van de buitenwereld, die dat allemaal omvatten.’

Aansluitend bij de eerdere debatten in de reeks kwam sturing naar voren als belangrijk instrument: ‘Sturen op programma’s, op samenwerking en in een specifieke richting, is cruciaal om de vragen uit de samenleving te kunnen betrekken. Tegelijkertijd blijft diversiteit belangrijk; we zouden het Rathenau Instituut niet zijn als we niet zouden oproepen tot een combinatie van verschillende praktijken en methoden. Er is een diverse reeks aan onderzoeks- en onderwijspraktijken nodig. Want je leert de benodigde vaardigheden en kennis op verschillende manieren aan.’

Ondanks het belang van sturing is er ook werk aan de winkel voor de betrokkenen zelf. ‘We moeten ieder onze eigen rol nemen. Dit is niet alleen een kwestie van het ministerie of de partijpolitiek van de huidige partijen in het kabinet, waar veel naar wordt gewezen. Onze universiteiten zijn al 400 jaar oud, het systeem gaat veel verder dan de situatie van nu.’ Ze benadrukte het belang van kennis voor de hele samenleving. ‘De vraag hoe we onze instellingen voor kennisontwikkeling en kennisoverdracht op de juiste manier inrichten gaat ons allemaal aan. Daar moeten we dus ook samen aan werken, vanuit een gedeelde visie. Het is belangrijk om te bedenken waartoe we dit allemaal hebben, en waarom en hoe we dit hebben opgebouwd.’

Nieuwe inzichten onderzoek naar kennis voor de samenleving

De debatreeks Keuzes voor de toekomst van de wetenschap heeft over de maatschappelijke waarde en impact van wetenschap belangrijke inzichten gegeven. Lessen die het debat kunnen voeden, ons onderzoek richting geven en de belangrijkste aandachtspunten zichtbaar maken. Daar gaat het Rathenau Instituut de komende tijd verder mee aan de slag in vervolgonderzoek. Om nieuwe kennis te ontwikkelen voor een gezonde, toekomstbestendige kennissamenleving.