calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Dit jaar sterke groei van investeringen in wetenschap en innovatie

Artikel
19 april 2022
R&D Innovatie Wetenschapsbeleid

Chokniti Khongchum/ Shutterstock

Image
Een onderzoeker analyseert de groei van planten in een kas

In 2022 stelt de Nederlandse overheid veel meer geld beschikbaar voor wetenschap en innovatie dan afgelopen jaren. De directe rijksoverheidsuitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (R&D) stijgen tussen 2020 en 2022 met 1,2 miljard euro (20%). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Rathenau Instituut. Vandaag publiceert het instituut zijn jaarlijkse overzicht van totale investeringen in wetenschap en innovatie (TWIN-rapport 2020-2026).

De uitgaven aan wetenschap en innovatie gaan elk jaar wel enkele procenten omhoog, maar de huidige stijging is opvallend sterk. De extra investeringen komen vooral uit het Nationaal Groeifonds. Met dit fonds investeert het kabinet in projecten die moeten zorgen voor economische groei op de lange termijn.

Daarnaast geeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap meer geld uit aan onderzoek en ontwikkeling. Het Rathenau Instituut heeft berekend dat het gaat om een stijging van 4,4 miljard euro in 2020 naar 5,0 miljard euro in 2022 (+12%). Dit komt vooral door een toename in de institutionele financiering van universiteiten.

Bovenstaande getallen zijn gebaseerd op de Rijksbegroting 2022, die nog door het vorige kabinet is ingediend. In het regeerakkoord heeft het huidige kabinet hier bovenop nog extra investeringen aangekondigd. Het regeerakkoord is gepubliceerd op 15 december 2021, dus voor de oorlog in Oekraïne. Op dit moment hebben we te maken met een sterke inflatie, en het kabinet heeft een miljardentekort. Dit maakt het lastig om een goede inschatting te maken van aanvullende investeringen in wetenschap en innovatie de komende jaren.

Hoewel de huidige investeringen veel kansen bieden, moet er ook voldoende aandacht zijn voor onbedoelde en ongewenste bijeffecten. Bij het Nationaal Groeifonds gaat het bijvoorbeeld vaak om tijdelijke projecten, waarvoor veelal jonge wetenschappers worden aangenomen. Een bijeffect kan zijn dat het verdere onderzoek en de loopbanen van deze wetenschappers over een paar jaar vastlopen, als de tijdelijke financiering ophoudt.

‘We blijven de investeringen de komende jaren in de gaten houden’, zegt onderzoeksleider Alexandra Vennekens van het Rathenau Instituut. ‘We kijken daarbij niet alleen naar begrotingen, maar ook naar daadwerkelijke uitgaven. Daar kan een behoorlijk verschil tussen zitten. Daarnaast leert de ervaring dat het helemaal niet zo eenvoudig is om dit soort grote, extra bedragen op een goede manier te besteden. Onze analyses geven inzicht in de gevolgen van het overheidsbeleid.’

Lees de hele publicatie:

Gerelateerde publicaties: