Zo kan de EU innovatie-kloof tussen lidstaten overbruggen
Vanaf 2004 werden 13 nieuwe landen lid van de EU: Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovakije en Slovenië. Het lijkt erop dat deze EU-13 minder deelnemen aan Europese onderzoek- en innovatieprogramma’s. Dat belemmert hun innovatiemogelijkheden. En die van de Europese Unie als geheel.
Het Europees parlement wilde weten waarom deelname van nieuwe lidstaten achterblijft en wat hier aan te doen is. Op zijn verzoek heeft het ETAG, een consortium van het Rathenau Instituut en zijn Europese zusterorganisaties, dit onderzocht. Het complete rapport ‘Overcoming innovation gaps in the EU-13 Member States’ is nu beschikbaar.
Innovation gaps
Uit de studie blijkt dat de EU-13 onderling sterk verschillen. Sommige landen, zoals Slovenië en Estland, doen in veel Europese programma’s goed mee. Ongeveer de helft van de landen - waaronder Roemenië en Bulgarije - blijft sterk achter. Tsjechië en Hongarije nemen een middenpositie in.
Wat is hieraan te doen?
De studie beschrijft een aantal opties voor beleid, om onder meer:
- EU-faciliteiten en -programma’s te versterken die zich richten op integratie van de EU-13 in de Europese onderzoek- en innovatieruimte.
- Sterke onderzoek- en innovatiecentra te realiseren, die deelname in EU-programma’s kunnen bevorderen.
Download het rapport van de studie Overcoming innovation gaps in the EU-13 Member States, of lees meer op de site van STOA, Science and Technology Options Assessment van het Europees parlement.