calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Stimulering publiek-private samenwerking via de PPS-toeslag Onderzoek en Innovatie

factsheet
18 augustus 2022
Publiek-private samenwerking onderzoek Innovatie

Foto: Shutterstock

Image
In deze factsheet tonen we de bedragen die omgaan binnen de inzetprojecten van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's). Een belangrijk onderdeel is de PPS-toeslag Onderzoek en Innovatie (vroeger TKI-toeslag). Met deze toeslag stimuleert het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat de publiek-private onderzoekssamenwerking in het topsectorenbeleid.

In het kort

  • Tussen 2013 en 2020 gaf het ministerie meer dan 789 miljoen euro PPS-toeslag. Het bedrijfsleven investeerde 665 miljoen euro.
  • 93% van de PPS-toeslag komt terecht bij 'kennisinstellingen'. Daarvan gaat het grootste deel naar de TO2-instituten en universiteiten.
  • Bij Chemie gaat 93% naar fundamenteel onderzoek. Bij Tuinbouw & Uitgangsmaterialen 6%.

Geschiedenis

In 2013, bij de introductie van de PPS-toeslag, had het kabinet als doelstelling dat publieke en private partijen voor tenminste 500 miljoen euro zouden participeren in projecten van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI's). 40% daarvan moest door het bedrijfsleven worden gefinancierd. In 2016 stelde het kabinet het bedrag zelfs bij naar 800 miljoen euro voor het jaar 2020. Uit een tussenevaluatie van de PPS-toeslag eind 2016 bleek dat deze hogere doelstelling al was bereikt.  


TKI’s en de PPS-toeslag

Voor elke euro die de private sector cash investeert in een publiek-privaat R&D-project, ontvangt het Topconsortium voor Kennis en Innovatie (TKI) een toeslag van 30 cent van de overheid. Het TKI financiert daarmee weer nieuw publiek-privaat onderzoek in zogeheten inzetprojecten. Dat gebeurt met aanvullende bijdragen in cash en in natura van private en publieke organisaties.

De volgende tabel toont de inzetprojecten (projecten die voor een deel gefinancierd worden met PPS-toeslag) in de periode 2013-2020 en de toegekende PPS-toeslag, uitgesplitst naar de twaalf TKI's. Het taartdiagram onder de tabel maakt de tabelkolom 'PPS-toeslag' wat overzichtelijker.

Tussen 2013 en 2020 startten 2621 inzetprojecten met een PPS-toeslag. 58% van die inzetprojecten loopt via HTSM en LSH. Die twee topconsortia krijgen ook het meeste geld. De gemiddelde PPS-toeslag per inzetproject is 300.960 euro.

Topsector TKI Aantal projecten PPS-toeslag (begroot in euro's) In % van totaal PPS-toeslag
Agri & Food Agrifood 152 58.060.703 7
Chemie Chemie 157 46.438.658 6
Creatieve industrie CLICKNL 55 8.194.500 1
Energie Energie 273 84.648.714 11
HTSM HTSM 711 257.907.369 33
Logistiek Logistiek 50 9.059.246 1
LSH LSH 540 195.568.322 25
Tuinbouw & Uitgangsmaterialen T&U 120 51.224.913 6
Water & Maritiem Watertechnologie 206 27.602.155 3
Maritiem 122 16.285.731 2
Deltatechnologie 179 22.148.374 3
Topsecor doorsnijdend BBE 56 11.677.076 1
Totaal 2621 788.815.761 100

Inzetprojecten, participaties, cash, natura

De volgende tabel geeft een samenvatting van de inzetprojecten en participaties tussen 2013 en 2020. De tabel laat zien dat de projecten, participaties en toeslagen tussen 2013 en 2015 stegen. In 2016 is er voor het eerst een daling. 2017 en 2018 tonen een flinke stijging. In 2020 daalt het aantal projecten met 20%, maar is de omvang van de projecten slechts 2% kleiner en het aantal parcitipaties 6% kleiner dan in 2019. 

Per project participeren er gemiddeld zo'n vier projectpartners. De projectpartners hebben verschillende rollen, zoals die van financier, uitvoerder, partner of projectleider.

De inzetprojecten zijn goed voor meer dan 2,6 miljard euro. Gemiddelde gaat het om 1 miljoen euro per project, maar de omvang per project verschilt sterk: van projecten van 5.000 euro tot enkele projecten van 30 à 40 miljoen euro en één project van 99 miljoen euro.

Aantal projecten Aantal participaties Omvang projecten (begroot in euro's) TKI-toeslag (begroot in euro's) Private cash bijdrage (begroot in euro's) Private bijdrage in natura (begroot in euro's)
2013 126 554 274.073.384 27.124.581 53.314.279 72.075.035
2014 228 1147 222.655.128 54.898.831 67.309.871 44.621.986
2015 320 1610 364.638.038 94.164.283 127.906.300 43.622.717
2016 287 1198 276.986.013 79.439.324 75.470.445 30.894.671
2017 421 1701 447.819.426 119.851.817 101.067.976 41.979.337
2018 409 1472 445.024.318 167.873.201 122.074.057 57.314.262
2019 461 1681 298.927.780 110.619.918 63.684.348 40.415.741
2020 369 1585 291.881.957 134.843.804 53.965.794 75.087.619
Totaal 2621 10948 2.622.006.044 788.815.759 664.793.070 406.011.368

Toegepast, fundamenteel, experimenteel

De grootste nadruk bij de inzetprojecten ligt op toegepast onderzoek (52%), gevolgd door fundamenteel onderzoek (41%). Een klein deel bestaat uit experimentele ontwikkeling (7%). Voor 2020 ontbreken de data over het soort onderzoek voor de topsector Energie en gedeeltelijk voor CLICKNL. 

Opvallend is dat de verdeling over fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek en experimentele ontwikkelen sterk verschilt per topsector. Fundamenteel onderzoek scoort hoog bij de Chemie (93%) en bij Life, Science and Health (LSH) (57%). Toegepast onderzoek vormt juist de hoofdmoot bij Agrifood (82%), Deltatechnologie (94%) en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (94%).


Financieringsbronnen 

De financiering van de inzetprojecten komt uit verschillende bronnen: 

  • 30% TKI-toeslag.
  • 40% MKB en grote bedrijven (25% cash en 15% in natura).
  • 13% kennisinstellingen (3% cash en 10% in natura).
  • 17% overige subsidies (en <0.5% overige bijdragen).

Voor 2020 hebben we geen data over de bijdragen in natura van kennisinstellingen en over overige bijdragen. 

Verdeling naar organisaties

Tussen 2013 en 2019 waren er 1706 midden- en klein bedrijven betrokken bij inzetprojecten en 745 groot bedrijven.

In de volgende tabel is de verdeling van de PPS-toeslag uitgesplitst naar verschillende categorieën van ontvangende organisaties. Ook toont de tabel het aantal participaties waarbij de organisaties betrokken zijn.

Uit de tabel blijkt dat grote bedrijven, kennisinstellingen en het MKB de meeste participaties hebben. Verder laat de tabel het volgende zien:

  • 93% van het geld komt terecht bij kennisinstellingen.
  • 3% komt terecht bij het MKB.
  • 2% is voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI).
  • 1% gaat naar grote bedrijven.
  • 1% van de toeslag gaat naar andere partijen (overheid, overig, onbekend).
Ontvangen PPS-toeslag 2013-2020 2013-2020 in % Aantal participaties
Kennisinstellingen 730.213.853 93% 3498
MKB 20.506.358 3% 3087
ANBI 12.517.177 2% 187
Grote bedrijven 8.102.550 1% 3116
Overheid 2.578.974 <1% 376
Overig 6.249.488 1% 391
Onbekend 2.378.803 <1% 272
Totaal 782.547.203 100% 10927

Organisaties op landkaart

In onderstaande figuur zijn alle Nederlandse organisaties weergegeven die tot en met 2019 PPS-toeslag ontvingen. Hoe hoger de PPS-toeslag van een organisatie, hoe groter het bolletje op de kaart. De figuur laat goed te zien dat vooral kennisinstellingen (oranje en geel) PPS-toeslag ontvangen. Daarna volgt het MKB (paars). 

Ontvangende organisaties van de PPS-toeslag
Notities: ANBI: algemeen nut beogende instelling; GRB: groot bedrijf; MKB: midden- en kleinbedrijf.
Vanaf 2020 is het niet mogelijk deze kaart te actualiseren omdat we hier de data niet voor hebben.

Kennisinstellingen en de PPS-toeslag

De volgende figuur geeft een indeling naar type kennisinstelling. De figuur laat het volgende zien:

  • 32% van de toeslag gaat naar Nederlandse universiteiten.
  • 29% is voor de TO2-instellingen.
  • 22% betreft de 'overige kennisinstellingen'.
  • 15% gaat naar de UMC's.
  • De rest gaat naar hogescholen (1%) en buitenlandse kennisinstellingen (1%).

TO2-instituten uitgesplitst

Tot 2019 waren de TO2-instituten de grootste ontvangende partij van PPS-toeslag. De volgende figuur toont de omvang van de PPS-toeslag binnen de de TO2-instituten tot en met 2019. De figuur laat duidelijk zien dat TNO (53%) en DLO (17%) de meeste toeslagen binnenhalen.

Toeslag voor TO2-instituten in context

De TO2-instituten halen veel geld via de PPS-toeslag binnen, maar de algemene Rijksbijdrage voor deze instituten is gedaald (zie ook de evaluatie van de TO2-instituten (2020), Feiten & Cijfers over de publieke kennisorganisaties en factsheet over publieke kennisorganisaties).

Deze daling past bij de bekostigingsfilosofie van het kabinet dat onderzoek wil bundelen in publiek-private programma's. Het idee is dat de TO2-instituten een belangrijk deel van de dalende Rijksbijdragen kunnen terugverdienen via extra onderzoekmiddelen zoals de PPS-toeslag (zie de Kabinetsreactie aan de Tweede Kamer op het strategisch kader van de TO2-federatie).

Uit de jaarrekeningcijfers van de TO2-instituten blijkt dat de inkomsten in 2018 voor het eerst sinds 2010 stijgen. In 2019 en 2020 zet de stijging door, maar liggen ze nog steeds 3% onder het niveau van 2010. De stijging is hoofdzakelijk het gevolg van de investeringen in het toegepast onderzoek die voortkomen uit het regeerakkoord. Uit de jaarverslagen is niet op te maken in hoeverre de stijging in projectfinanciering te danken is aan de ontvangen PPS-toeslag. Zie voor meer informatie de factsheet over publieke kennisorganisaties.  

Bovenstaande cijfers geven aan dat tot en met 2020 de totaal verleende PPS-toeslag ruim 208 miljoen euro bedraagt. Gezien de toezeggingen en de bijbehorende private cash-bijdragen is te verwachten dat de effecten op de omzet van de TO2-instellingen de komende jaren beter zichtbaar worden.